Het Warandepark in Brussel

5 minuten leestijd
Classicistische toegangspoorten met zicht op de grote fontein van het Warandepark
Classicistische toegangspoorten met zicht op de grote fontein van het Warandepark (CC BY-SA 3.0 - Ben2 - wiki)

Eens maakte dit park deel uit van het geliefkoosde jachtterrein van de Hertogen van Brabant. Later werd er zelfs een oefenterrein aangelegd voor middeleeuwse steekspelen en ten tijde van Keizer Karel werd het een plezierplaats voor hem en zijn hofadel.

Paleis op de Koudenberg vanaf de tuinzijde
Paleis op de Koudenberg vanaf de tuinzijde
In de woelige septemberdagen van 1830 was deze Warande de stille getuige van het strijdtoneel dat uiteindelijk zou leiden tot de onafhankelijkheid van België. Nu is het park voor menig wandelaar en kunstliefhebber uitgegroeid tot een groene oase in het hart van Brussel. Een kennismaking:

De voorgeschiedenis

Omstreeks 979 van onze jaartelling bouwde Karel van Neder-Lotharingen (953-992) op een eilandje in de Zenne zijn castrum en een kapel gewijd aan de heilige Gorik. Al snel vestigden zich in de omgeving handelaars en ambachtslui en vormden zo een kleine nederzetting. Deze zou later uitgroeien tot de stad Brussel, hoofdstad van Europa. Maar laten we niet vooruitlopen. Reeds in de elfde eeuw vormde een heuvelachtig en bosrijk terrein in de bovenstad het jachtgebied van deze Franse dynastie.

Met de komst van de Hertogen van Brabant veranderde echter heel wat. Een eerdere vesting uit de elfde eeuw op de Coudenberg werd door hertog Jan III (ca. 1300-1355) tot een heus kasteel verbouwd. (zie artikel: Het paleis op de Coudenberg). Het aanpalend jachtgebied, het latere Warandepark, nam daardoor in belang toe. Het jachtdomein werd in de vijftiende eeuw onder de Bourgondische hertog Filips de Goede (1396-1467) en later door Keizer Karel (1500-1558) nog verder uitgebreid. In de daaropvolgende jaren werd de Warande dan ook voor hen en de hofadel een echt plezieroord.

Medio zestiende eeuw vond er een belangrijke historische gebeurtenis plaats. In 1555 vertrok Keizer Karel uit één van de paviljoenen in de Warande per stoet naar de Aula Magna in het paleis op de Coudenberg. Daar deed hij als Keizer van het Heilig Roomse Rijk afstand van zijn troon ten gunste van zijn zoon Filips II (1527-1598).

Met de Vrede van Utrecht in 1713 kwamen onze gewesten onder het bewind van de Oostenrijkse Habsburgers. Amper twee decennia later, in 1731, vernielde een reusachtige brand het kasteel op de Coudenberg. Ook een groot deel van de Warande viel toen ten prooi aan de vlammen. Bij gebrek aan financiële middelen werd het paleis nooit heropgebouwd. Ook het vroegere jachtgebied bleef er jarenlang verwaarloosd bij liggen.

Ingang van het Warandepark
Ingang van het Warandepark (CC BY-SA 3.0 – Ben2 – wiki)

De heraanleg

In 1776 werd onder impuls van keizerin Maria-Theresia (1717-1780) besloten om van het voormalig hertogelijk jachtgebied een park te maken. De regering zou instaan voor de herbeplanting en een derde van de gronden afstaan aan de stad Brussel. In ruil hiervoor diende de stad het terrein te nivelleren en omsluitende straten aan te leggen. Voor het ontwerp van het toekomstige park werd een beroep gedaan op de Oostenrijker Joachim Zinner (1742-1814) en de Franse architect Barnabe Guimard (1731-1805). Zich inspirerend op de symboliek van de vrijmetselarij voorzag het plan in een cirkelvormig bekken van waaruit een centrale laan met twee diagonale dreven zou vertrekken. De uitvoering ervan verliep echter niet zonder moeilijkheden. Zo waren bijvoorbeeld de nivelleringswerken dermate omvangrijk dat alle inwoners van de stad verplicht werden om hun afval als stortmateriaal naar de bouwplaats te brengen.

Het uiteindelijk resultaat was een rechthoekig park van dertien hectare groot. Oorspronkelijk voorzag het ontwerp eveneens in het plaatsen van monumentale toegangspoorten en dito omheiningen. Wegens geldgebrek vond de bouw daarvan slechts gedeeltelijk plaats. Pas medio negentiende eeuw werd door de Belgische architect Tilman-François Suys (1783-1861) een eerder sobere omheining verder rondom het park geplaatst.

Warandepark in de winter van 2003
Warandepark in de winter van 2003 (CC BY-SA 3.0 – Michaelkmd – wiki)

De onafhankelijkheidsstrijd

Brussel, 25 augustus 1830. In de Muntschouwburg wordt de door de Franse toondichter Daniël Auber (1782-1871) gecomponeerde opera “De stomme van Portici” opgevoerd. Toen de tenor Lafeuillade en de bariton Cassel het lied “Amour sacré de la patrie” begonnen te zingen, raakten de gemoederen van de toeschouwers dermate verhit dat heel snel overal spontane rellen uitbraken tegen het beleid van de Nederlandse koning Willem I (1772-1843).

Belgische Opstand
Belgische Opstand
Na de nederlaag van Napoleon in 1815 hadden de grote mogendheden met het Congres van Wenen immers besloten om definitief een staatkundige herordening van Europa uit te tekenen. Groot-Brittannië dat op het vasteland een machtsevenwicht nastreefde, wist grootmachten zoals Rusland, Pruisen en Oostenrijk te overtuigen om de Zuidelijke Nederlanden aan te hechten bij de Verenigde Provinciën om zo een halt toe te roepen aan eventuele verdere territoriale verzuchtingen van de Duitse Statenbond en Frankrijk.

Beide landsdelen hadden sinds hun scheiding in de zestiende eeuw echter op cultureel, taalkundig en religieus gebied nog weinig gemeenschappelijke raakvlakken. Hoewel Willem I het eigenlijk helemaal niet zo slecht voorhad met de Zuidelijke Nederlanden, ontpopte hij zich als een absoluut monarch en verlicht despoot. Daardoor nam de weerstand tegen zijn autoritair beleid zienderogen toe. Op 25 augustus 1830 groeiden de rellen naar aanleiding van Auber’s opera dan ook uit tot een heuse revolte. Nadat besprekingen en onderhandelingen op niets waren uitgelopen besloot Willem I tot een gewapend ingrijpen. Op 23 september rukte een Nederlands leger van zowat 12.000 man onder leiding van diens zoon, Prins Frederik (1797-1881) op naar Brussel. Na vier volle dagen van hevige stadsgevechten, voornamelijk rond en in het Warandepark blies het Nederlandse leger de aftocht. Reeds enkele dagen later, op 4 oktober, riep het‘Voorlopig Bewind’ (zie artikelen De Congreskolom te Brussel en Het Martelarenplein) de onafhankelijkheid van België uit.

Sculpturen en mondain parkleven

Na de eigenlijke heraanleg van het park werd resoluut gekozen om verscheidene sculpturen als opsmuk in de plantsoenen te plaatsen. Heel wat van deze beelden waren na de dood van Karel van Lorreinen (1712-1780) afkomstig uit de tuin van diens kasteel in Tervuren.

Maar ook nieuwere kunstwerken werden aangevoerd. Eén van de opmerkelijkste beeldhouwwerken is van Jean-Baptiste Van der Haegen (1688-1739). Het stelt Leda voor, de dochter van de Spartaanse koning Tyndareos die, naar een verhaal uit de Griekse mythologie, verleid werd door de oppergod Zeus. Een ander sculptuur door François-Joseph Janssens (1744-1816) beeldt Apollo uit. Naast enkele beeldengroepen, onder meer van de Brusselse beeldhouwer Gilles-Lambert Godecharle (1750-1850), staan er in totaal een zestigtal beelden.

Muziekkiosk in het Warandepark - Foto: CC/Shizhao
Muziekkiosk in het Warandepark – Foto: CC/Shizhao
Ook de volgende decennia gingen de verfraaiingswerken aan het park onverdroten verder. In 1841, wordt er door de Nederlandse architect Jan-Pieter Cluysenaer (1811-1880) een elegante muziekkiosk gebouwd waar fanfares en orkesten hun concerten konden geven. Voorafgaandelijk, op het einde van de achttiende eeuw was al naar een ontwerp van architect Louis Montoyer (1749-1811) een parktheater opgericht. Dit diende niet alleen als schouwburg, maar ook als feestzaal en letterkundig kabinet. In 1913 werd het oorspronkelijk complex door de Brusselse architect François Malfan (1872-1955) verbouwd tot een heuse amusementplaats. De Eerste Wereldoorlog gooide echter roet in het eten en nadien kwamen de gloriedagen van weleer niet meer terug.

Vandaag vormt het Warandepark niet enkel het kader voor openluchtevenementen en het jaarlijkse volksvermaak ter gelegenheid van de nationale feestdag, maar is het tevens een plaats bij uitstek voor wandelaars en bewonderaars van beelden en sculpturen. Daarenboven maken de nabij gelegen musea aan het Paleizenplein (Het “Paleis voor Schone Kunsten”, het “BELvue museum” en de “Archeologische site van de Coudenberg”) een bezoek aan deze historische plek meer dan waard.

~ Rudi Schrever
Brusselse stadsgids
Rondleidingen op aanvraag
e-mail: [email protected]

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×