Adolf Hitler: Van extremistische clown tot charismatische leider

Hoe 1924 een kanteljaar was in Hitler’s ontwikkeling
7 minuten leestijd
Adolf Hitler, Bron: Bundesarchiv
Adolf Hitler, Bron: Bundesarchiv
Bij uitgeverij Atlas Contact verscheen juni 2016 het boek 1924. Het kanteljaar van Hitler over Hitlers jaar in de gevangenis na de mislukte bierhalstaatsgreep in 1923. Het jaar 1924 bracht Adolf Hitler bijna in zijn geheel in de gevangenis door en daar schreef hij onder meer Mein Kampf. In het boek 1924, geschreven door Peter Ross Range, wordt uit de doeken gedaan hoe belangrijk dat jaar was voor Hitlers ontwikkeling tot charismatisch leider met een missie. Misschien was Hitler zónder 1924 nooit de meedogenloze dictator geworden die zoveel mensen de dood in jaagde. Op Historiek de proloog van het boek.

De ondoorgrondelijke opkomst

‘Het mislukken van de putsch is misschien wel de meest fortuinlijke gebeurtenis van mijn leven geweest.’ – Adolf Hitler

Op de avond van 8 november 1923, met sneeuw in de lucht, drong Adolf Hitler, een vierendertigjarige politicus die plaatselijk bekendstond om zijn opruiende taal, met geweld een overvolle bierhal in het zuidoosten van München binnen. Hij hield een pistool in zijn hand en werd omringd door drie lijfwachten, van wie twee in militaire kledij. Met ‘zijn ogen wijd opengesperd en de uitdrukking van een dronken fanaticus’ probeerde Hitler, die met zijn een meter vijfenzeventig amper indruk maakte, een toespraak van het hoofd van de Beierse regering te onderbreken. Maar hij kon zich niet verstaanbaar maken. Hij klom op een stoel, stak zijn arm omhoog en loste een daverend schot in het hoge, betimmerde plafond. ‘Stilte!’ brulde hij. Volgens een ooggetuige werd het ‘doodstil’ onder het drieduizendkoppige publiek. Toen deed de man op de stoel een schokkende aankondiging.

‘De nationale revolutie is begonnen! Dit gebouw is omsingeld door zeshonderd zwaarbewapende mannen. Niemand mag deze ruimte verlaten.’

Achter Hitler stelde een peloton mannen met stalen helmen, onder commando van kapitein Hermann Göring, een zwaar machinegeweer op in het toegangsportaal van de bierhal.

Marienplatz in Munchen tijdens de Putsch
Marienplatz in Munchen tijdens de Putsch

Zo begon Adolf Hitlers beruchte bierhalstaatsgreep van 1923. De putsch (zoals de Duitse uitdrukking luidde) mislukte binnen zeventien uur. Veertien van Hitlers getrouwen, vier politiemannen, en een voorbijganger werden gedood. Twee dagen later werd Hitler gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis in Landsberg, bijna zestig kilometer ten westen van München. Daar bleef hij de volgende dertien maanden gevangenzitten, van 11 november 1923 tot 20 december 1924.

De mislukte putsch – een poging om zowel de Beierse als de Duitse regering omver te werpen – was een opvallende nederlaag voor de ambitieuze Nazileider en zijn kleine maar radicale beweging. Hitlers jaar in de gevangenis – vrijwel heel 1924 – was de prijs die hij betaalde voor zijn vroegtijdige greep naar de macht. Hij had niet alleen de grootste gok die een politicus kan wagen, verknoeid, maar hij had ook gezichtsverlies geleden: menigeen beschouwde hem voortaan als een extremistische clown die dood en verderf over zijn volgelingen had gebracht.

Hitler, generaal Erich Ludendorff, SA-leider Ernst Röhm en anderen München, 1924, na het proces voor de Bierkellerputsch
Hitler, generaal Erich Ludendorff, SA-leider Ernst Röhm en anderen München, 1924, na het proces voor de Bierkellerputsch. Bron: Bundesarchiv

Maar tegen de tijd dat hij weer vrijgelaten werd, was Hitler erin geslaagd zijn afgenomen populariteit en dreigende vergetelheid om te vormen tot een springplank naar succes. De mislukte staatsgreep, zo bleek, was het beste dat Hitler, met zijn onverholen plannen om dictator van Duitsland te worden, had kunnen gebeuren. Als hij het jaar 1924 niet in de gevangenis van Landsberg had doorgebracht, was het hem misschien nooit gelukt de herboren politicus te worden die uiteindelijk Duitsland in zijn greep kreeg, de wereld in oorlog stortte en de Holocaust verordonneerde. Het jaar van Hitlers val, dat naar redelijke verwachting het einde van zijn carrière leek in te luiden, bleek in feite het sleutelmoment – het kanteljaar – in zijn transformatie van onstuimige revolutionair tot geduldige politieke speler die op langere termijn de macht zou veroveren.

In de gevangenis hield hij vaak lange toespraken aan de hand van aantekeningen of voor de vuist weg vanuit zijn koortsachtig drukke brein.

Hoe voltrok deze wending zich? Hoe kon Hitler zijn mislukking strategisch benutten? Wat in elk geval een rol speelde, was dat hij altijd handig gebruik wist te maken van elke mogelijkheid om publieke aandacht te trekken. Zo wist hij zijn proces wegens verraad, dat een maand lang duurde, om te zetten in een politieke zeepkist, waardoor hij erin slaagde zijn image van bierhal-herrieschopper uit München om te vormen tot het beeld van een nationaal bekende politieke figuur. In plaats van een berechting wegens hoogverraad, die Hitler lang genoeg had kunnen uitschakelen om zijn beweging en zijn charisma te laten verdwijnen, werd zijn proces volgens vele juristen een gênante vertoning voor het hele Duitse rechtssysteem. Historici zien hierin een beslissende wending in Hitlers carrière.

Nadat hij de eerste zware dagen van zijn internering in Landsberg te boven was gekomen, wist Hitler zijn lange maanden buiten de alledaagse politiek te benutten voor studie, zelfreflectie en verheldering van zijn visie. In de gevangenis, waar hij steeds kon rekenen op een devoot gehoor van veertig mannen, zijn medeplichtigen in de mislukte putsch, hield hij vaak lange toespraken aan de hand van aantekeningen of voor de vuist weg vanuit zijn koortsachtig drukke brein. Maar hij voelde de noodzaak zich tot de wereld te richten. Hij liep over van energie om te schrijven, om zijn politieke filosofie samen te vatten voor zijn volgelingen, en zijn overtuigingen en in toenemende mate bepaalde dogma’s op schrift te zetten.

Dus hamerde hij lange dagen en vaak tot diep in de nacht op de toetsen van een kleine draagbare typemachine om het boek te schrijven dat de bijbel van het nazisme zou worden, het autobiografische en politieke manifest Mein Kampf. Zeven maanden na zijn vrijlating werd het gepubliceerd en verschafte het Hitler intellectueel gezag binnen zijn eigen beweging. Hij noemde zijn tijd in de gevangenis ‘mijn universitaire scholing op kosten van de staat’.

Mein Kampf
Mein Kampf

Zijn jaar van ‘scholing’ veranderde niet alleen Hitlers strategische visie, maar ook zijn persoonlijkheid. Van een gefrustreerde en gedeprimeerde man, die geteisterd werd door twijfel aan zichzelf (tijdens de putsch waren zelfmoord en dood een vast refrein), werd Hitler tijdens zijn jaar achter de tralies een man die blaakte van verwaand zelfvertrouwen en steeds meer gefixeerd raakte op bepaalde ideeën om Duitsland te redden van allerlei rampspoed. Hij slaagde erin om de door hem geleide, noodlottige mars van 9 november 1923 om te vormen tot een toonbeeld van heroïsch martelaarschap. Op veilige afstand van de politiek van alledag, liet hij op sluwe wijze de Nazipartij onderling ruziën en zich te gronde richten, zodat hij die later weer zou kunnen oprichten op zijn eigen voorwaarden, naar zijn eigen beeld en onder zijn eigen duim. Met nieuwe energie en steeds obsessiever messianistisch, was Hitler na zijn gevangenisstraf klaar voor de mars naar het hoogste ambt. De ideoloog Alfred Rosenberg, een van Hitlers naaste vertrouwelingen ten tijde van de putsch, die later zijn minister voor de bezette oostelijke gebieden zou worden (waarvoor hij in Neurenberg werd opgehangen), zei simpelweg: ‘9 november 1923 heeft 30 januari 1933 gebaard’ – de dag dat Hitler kanselier werd van Duitsland.

Hoe slaagde de ongeschoolde, voormalige soldaat, die alleen beschikte over een hypnotiserende stem en een buitengewoon sterk geloof in zijn roeping als redder van Duitsland, erin zich op te werken tot leider van miljoenen?

In de omvangrijke literatuur over Adolf Hitler is begrijpelijkerwijze vooral aandacht besteed aan de twaalf aangrijpende jaren van het Derde Rijk, van 1933 tot 1945. Toch zijn de voorafgaande veertien jaar, van 1919 tot 1933, van kardinaal belang om de politieke opkomst van Hitler en de nachtmerrie van het nazisme te kunnen begrijpen. ‘Hoe het mogelijk is geweest dat Hitler aan de macht kwam, is nog altijd de voornaamste vraag van de Duitse geschiedenis in de negentiende en twintigste eeuw, zo niet van de hele Duitse geschiedenis,’ schreef de historicus Heinrich August Winkler. Die vraag blijft de wereld verbijsteren en fascineren. Zelfs Hans Frank, die nauw bij Hitler betrokken was, schreef in zijn memoires waarin hij schuld bekende, kort voordat hij in 1946 in Neurenberg opgehangen werd, over ‘de ondoorgrondelijke opkomst’ van Hitler. Maar wij blijven proberen die opkomst te doorgronden. Hoe slaagde de ongeschoolde, voormalige soldaat, die alleen beschikte over een hypnotiserende stem en een buitengewoon sterk geloof in zijn roeping als redder van Duitsland, erin zich op te werken tot leider van miljoenen? En wat vonden die miljoenen zo onweerstaanbaar aan die luidruchtige, kleine man met zijn snelle brein en zijn gemakkelijke doorsnee zekerheden over geschiedenis en lotsbestemming? Hoe was Hitler, die in 1923 het pleit verloor door zijn eigen waandenkbeelden over grandeur, in staat zichzelf in een gevangeniscel opnieuw uit te vinden als degene die voorbestemd was voor grootheid en leiderschap? Om op die vragen een antwoord te vinden, blijven we draaien aan de Rubiks kubus van de geschiedenis, opnieuw op zoek naar aanwijzingen en inzichten.

Adolf Hitler in 1923
Adolf Hitler in 1923
De veertien ontwikkelingsjaren van Hitler vallen uiteen in twee perioden. De eerste periode omvat zijn ‘leerjaren’, tussen 1919 en 1923, toen hij als nieuwbakken politicus zijn draai moest vinden. Hij moest destijds het polemische spel leren spelen, met gebruik van zijn vuisten, ellebogen en woorden, om macht te veroveren door middel van opruiende retoriek en gewelddadige revolutie. Zelf zei hij:

‘Tussen 1919 en 1923 heb ik aan niets anders dan revolutie gedacht.’

De tweede periode, van 1925 tot 1933, vaak aangeduid als ‘de jaren van strijd’, begint met de heroprichting van de Nazipartij door Hitler in dezelfde bierhal waar zijn putsch was mislukt. Na acht jaar van heftige politieke strijd, eindigt die periode in 1933 met de overname door Hitler van de Rijkskanselarij in Berlijn.

1924Tussen die twee voornaamste ontwikkelingsperioden ligt 1924, het jaar dat Hitler in de gevangenis zat. Dit jaar was van grote historische betekenis, maar het is een tijd waarover weinig geschreven is en die het minst begrepen wordt in de geschiedenis van de Nazi’s. Het is ook het moment waarop Hitlers politieke loopbaan een wending neemt, het sleutelmoment dat twee duidelijk onderscheiden fasen met elkaar verbindt, de revolutionaire en de electorale. In 1924 veranderde Hitler van focus, namen zijn overtuigingen rotsvaste vormen aan, en werden de voorwaarden geschapen voor zijn opmerkelijke terugkeer na een schijnbaar onoverkomelijke nederlaag. Dat kanteljaar is het onderwerp van dit boek.

Om Hitlers transformatie in de gevangenis te kunnen duiden, moeten we eerst de putsch begrijpen die hem daar deed belanden. Om de putsch te kunnen begrijpen, moeten we een blik werpen op de groteske politiek in Beieren gedurende de eerste tien gespannen maanden van 1923. En om de politiek in Beieren te kunnen vatten, moeten we het bizarre politieke carnaval van de Weimar-Republiek in de jaren twintig in de beschouwing betrekken.

Deze politieke krachten vormden de grotere context van het sleuteljaar in de wording van Hitler.

0
Reageren?x
×