Dark
Light

Tegen tirannie – hoe Cicero de Romeinse republiek wilde redden

Auteur:
6 minuten leestijd
Verbeelding van een van de Catilinarische redevoeringen. Cicero klaagt Lucius Sergius Catilina aan
Verbeelding van een van de Catilinarische redevoeringen. Cicero klaagt Lucius Sergius Catilina aan - Fresco van Cesare Maccari, 1882-1888

Dat een stokoud boek toch hoogst actueel kan zijn blijkt uit het recent verschenen Cicero – wet en rechtvaardigheid. De advocaat, politicus en schrijver Marcus Tullius Cicero kantte zich rond 51 voor Christus tegen de opkomst van driemanschappen en dictators die de macht wilden grijpen. Door de basisregels van de bedreigde republiek uit te schrijven legde hij misschien wel ‘de eerste grondwet van de geschiedenis’ vast.

Zijn tekst mag je dus zien als een politiek statement. Zeven jaar later verplaatste Cicero’s optreden zich van de studeerkamer weer naar het politieke toneel. Na de moord op dictator Julius Caesar (44 v.Chr.) keerde hij zich tegen Marcus Antonius, die zich samen met Lepidus en Octavianus (de latere keizer Augustus) de macht in Rome toe-eigende. Antonius liet na deze Filippica’s (felle redes) Cicero vermoorden.

Cicero. Kopie van een Romeinse buste
Cicero. Kopie van een Romeinse buste
Deze meer dan tweeduizend jaar oude tekst over een Romeinse ‘grondwet’ is nu voor het eerst vertaald en wel door Maarten Klink, die rechtsgeschiedenis doceert aan de Radboud universiteit te Nijmegen. Klink schreef ook de inleiding, terwijl het nawoord voor rekening komt van jurist en oud-minister Ernst Hirsch Ballin.

Brieven

Cicero is misschien wel de bekendste Romein aller tijden, alleen al dankzij negenhonderd nagelaten brieven. Daarin leer je hem, aldus biograaf Anthony Everitt, kennen als een compleet mens, als ijdeltuit, in zijn angsten, nervositeit en twijfels, in zijn omgang met slaven en in zijn financiële acrobatiek.

Van zijn werk bleef veel bewaard: pleitredes in de rechtszaal en politieke redevoeringen; leerboeken over welsprekendheid, waarin hij door zijn humor en scherpzinnigheid uitblonk; boeken over het omgaan met tegenslag en lijden, over de goden, oud worden, vriendschap, plichten, het lot en, in navolging van Plato, het Romeinse (staats)recht. Zijn steun en toeverlaat was een slaaf: Marcus Tullius Tiro. Deze schrijver/scriba was ook uitvinder van een kortschrift, een steno om Cicero’s redes meteen te noteren.

Cicero’s politieke loopbaan was een steile klim naar de top, maar kende ook diepe dalen. Hij werd geboren in een welgestelde familie zonder veel politieke invloed en zou alle politieke ambten desondanks op de vroegst mogelijke leeftijd bekleden. Als jonge advocaat won hij diverse processen op spectaculaire wijze. Op zijn tweeënveertigste was hij al consul. In die rol trad hij hard op tegen wat hij zag als een coupepoging tegen de Republiek. Zijn redes tegen de putschist Catalina maakten school. Maar zijn harde optreden in 63 v.Chr. zette ook kwaad bloed. Omdat Cicero een vijftal van Catalina’s volgelingen zonder vorm van proces had laten executeren, wisten zijn vijanden te bereiken dat hij verbannen werd. Hij zou zijn bevoegdheden als consul ver te buiten zijn gegaan. Ze lieten zijn bezittingen in Rome platbranden en bouwden op die plek een tempel. Na anderhalf jaar werd Cicero echter gerehabiliteerd. De oud-consul werd – in 57 – hersteld in zijn rechten.

De jonge Cicero leest een boek
De jonge Cicero leest een boek – Vincenzo Foppa, fresco uit 1464

In zijn jonge jaren was Cicero getuige geweest van de burgeroorlog tussen Sulla en Marius. De eerste vertegenwoordigde de hogere klasse, de Optimaten, de ander de Populares, een volksere partij. Sulla won het pleit, waarna een bloedige afrekening volgde. Rond 70 v.Chr. werden veel maatregelen van deze optimaat teruggedraaid. Tien jaar later ontstond het eerste driemanschap van Julius Caesar, Gnaeus Pompeius en Marcus Crassus, dat de Republiek bedreigde. Ze dongen naar Cicero’s steun, losten zijn schulden af, maar wisten hem niet over te halen. Cicero bleef de republikeinse instellingen steunen. Toen Pompeius en Caesar op ramkoers kwamen te liggen, wedde hij op het verkeerde paard en moest vluchten. Caesar verleende echter gratie. In deze jaren nam hij het in zijn geschriften op voor de republiek en verdedigde zelfs het ‘recht op opstand’ tegen dictators.

Na de moord op Caesar – Cicero was ooggetuige, geen samenzweerder – ontpopte hij zich tot leider van de senaat. Zijn veertien filippica’s tegen Marcus Antonius bezorgden hem diens intense vijandschap. Toen Antonius, Octavianus en Lepidus het op een akkoordje gooiden, was Cicero verloren. De jonge Octavianus liet hem vallen waarna hij – vogelvrij – stierf onder de handen van Antonius’ huurmoordenaars.

Negentiende-eeuwse verbeelding van de dood van Cicero
Negentiende-eeuwse verbeelding van de dood van Cicero

Proeve van een grondwet

In deze context speelt de nu vertaalde tekst. Cicero verdedigde een oude, wat afgeleefde maar zijns inziens waardevolle constitutie tegenover de lokroep van de dictators. Achteraf gezien waren dit de jaren van doodsstrijd van de Romeinse republiek. Cicero – vaak gezien als opportunist en twijfelaar – was er de laatste verdediger van. Om zijn inzet te begrijpen is deze vertaling erg waardevol. Cicero’s tekst is verdeeld over drie ‘boeken’, de delen vier en vijf gingen verloren. In het eerste pleit Cicero voor het natuurrecht als basis voor het staatsrecht. Echte wetten zouden aan de natuur zelf ontleend zijn, niet aan de wil van het volk, of vorst of omdat ze nu eenmaal op papier stonden. Wetten moesten corresponderen met universele en tijdloze regels over menselijke waarden. Cicero zag de mens als sociaal dier die net als de goden redelijk was en goed van kwaad kon onderscheiden.

‘Niets is zo wezenlijk’, schreef hij, ‘als het inzicht dat wij tot rechtvaardigheid geboren zijn en dat het recht niet gebaseerd is op opinie, maar op de natuur’. Die natuur blijkt uit ‘de onderlinge gemeenschap en verbondenheid van mensen’. Wie ‘houdt niet van beleefdheid, vriendelijkheid, dankbaarheid en van het onthouden van verkregen gunsten?’

In de overige delen vatte hij de religieuze en politieke traditie samen zonder er veel aan toe te voegen of af te halen. Hij legde dus gegroeide praktijken vast. Cicero verdedigde het ‘gemengde stelsel’. Een ideale staat zou volgens hem in navolging van veel Griekse denkers een mengvorm moeten zijn van monarchie, aristocratie en democratie. Elk van die staatsvormen kende plussen en minnen. Het is een gedachte die terug te vinden is in menig handboek politicologie. Cruciaal is een machtsevenwicht, de macht ligt bij diverse organen, die elkaar kunnen neutraliseren. De hoogste macht, vond Cicero, moest oudergewoonte wel berusten bij de Senaat, maar niet zonder tegenmacht van volkstribunen en religieuze instellingen.

Exemplarisch

In de Middeleeuwen werd Cicero veel gelezen, in de Renaissance gold zijn Latijn als exemplarisch. De jonge Erasmus leerde in Deventer van zijn leermeester Hegius het middeleeuwse Latijn te minachten en dat van Cicero te koesteren. Een eeuw later zou Coornhert Cicero’s werk al vertalen in het Nederlands. Mooi dat diens filosofische werk nu – met dank aan Klink – vrijwel geheel in eigentijds Nederlands beschikbaar is. Wat kunnen moderne lezers met deze tekst?

Allereerst: dit is zeker geen makkelijk boek, qua vorm noch qua inhoud. Het betoog heeft de vorm van een dialoog, waarbij Cicero – die het erg met zichzelf getroffen heeft – praat en praat en praat, en zijn luisteraars Quintus en Atticus nauwelijks weerwoord bieden. Dat is niet zo’n effectieve verteltrant. Inhoudelijk is het pleidooi voor Cicero voor een ‘grondwet’ en voor de republikeinse instellingen dankzij de inleiding en nawoord goed te volgen. Dat geldt minder voor het deel over het religieuze recht. Dat staat wel heel ver van ons af. Het is hooguit interessant, omdat het zo… bizar schijnt. Zo wil Cicero de toekomstvoorspelling aan de hand van ‘vogels en andere tekens’ van de Goden handhaven al erkent hij dat deze kunst in onbruik is geraakt.

Geen spelletje

Cicero, wet en rechtvaardigheid
Cicero, wet en rechtvaardigheid
Waarom actueel? Hirsch Ballin roemt in zijn nawoord deze ‘proeve van een grondwet’ en zijn schrijver.

“Cicero stond aan de kant van een vrijheidslievend humanisme en patriotisme, dat de strijd moest aanbinden met populistisch opererende politici. Hun verborgen doel was met harde hand een autocratisch bewind te vestigen, en daarin slaagden zij met de invoering van het caesarisme.”

Cicero nam het op voor waarden die ook in moderne democratieën niets aan betekenis hebben verloren. Spreiding van machten, tijdelijkheid van ambten, voorbeeldige bestuurders voor wie men respect moet hebben en een waakzaam burgerschap zijn er onmisbare kenmerken van. Een grondwet is een leidraad die grenzen stelt en moet worden onderschreven en nageleefd.

Een grondwet is dus geen spelletje.

Boek: Cicero, wet en rechtvaardigheid

×