Gerrit van der Valk (1928-2009), horeca-magnaat die Nederlands grootste horecaconcern op poten zette: de Van der Valk-hotels.
De basis voor het concern werd in 1939 door Gerrit’s ouders Martien en Rie van der Valk gelegd. Deze bouwden toen het dranklokaal De Gouden Leeuw in Voorschoten om tot een hotel en streefden ernaar elk van hun elf kinderen een eigen hotel te geven. Gerrit van der Valk kreeg het zesde hotel, De Witte in Vught, en was vast van plan het concern nog veel groter te maken. Een concern met Van der Valk-hotels, -motels en -restaurants. Een familiebedrijf, dat moest het wel blijven volgens hem.
En dat lukte. Het concern wordt nog altijd door vrijwel uitsluitend familie en aangetrouwden gerund. “Het mooiste familiebedrijf van Nederland, misschien wel van Europa”, dat zei Gerrit van der Valk enkele jaren voor zijn dood in een documentaire van de Humanistische Omroep. Een documentaire van de hand van Michiel van Erp over het leven van de man die de Nederlandse hotel- en restaurantsector laagdrempelig maakte.
Ontvoering
Het leven van Gerrit van der Valk ging echter niet alleen over rozen. In 1982 werd zijn vrouw Toos bijvoorbeeld ontvoerd door twee Italianen. Ze werd 21 dagen vastgehouden en kwam pas vrij na betaling van een losgeld van 13 miljoen gulden. In 1994 werd Van der Valk opgepakt op verdenking van belastingontduiking. Na jaren procederen werd de zaak afgekocht voor tientallen miljoenen guldens.
De ondernemer overleed op tachtigjarige leeftijd na een hersenbloeding en ligt begraven in Nuland.
