De Hortus botanicus Leiden is de oudste, nog bestaande botanische tuin van Nederland. De tuin werd in 1590 opgericht aan het Rapenburg in Leiden op initiatief van het bestuur van de Universiteit Leiden. De tuin werd onder meer gevuld met planten die door de VOC werden meegebracht vanuit Oost-Azië.
De Franstalige Vlaamse geleerde Carolus Clusius, die een grote rol speelde bij de verspreiding van zowel de aardappel als de tulp in Europa, werd de eerste directeur van de tuin. Andere bekende directeuren van de tuin waren bijvoorbeeld Herman Boerhaave, Adriaan van Royen en Nicolaas Meerburgh.
Milieuvriendelijker
De afgelopen maanden is de tuin grondig gerenoveerd. In het vernieuwde complex is onder meer een loopbrug gekomen en de kassen zijn milieuvriendelijker gemaakt, onder meer door de plaatsing van isolatieglas en zuinigere verlichting.
Koningin Máxima bezocht het kassencomplex na de heropening. In een toespraak zei Carel Stolker, rector magnificus Leidse universiteit, dat de tuin nu beter is toegerust voor wetenschappelijk onderzoek. Hij benadrukte echter ook dat de Hortus niet alleen een proeftuin voor de universiteit is:
“De Hortus verbindt de stad met de universiteit. Hier komen naast onderzoekers en studenten ook veel mensen die de tuin bewonderen.”
