Russen ontdekken de Krim: de pioniers
De inspectiereis van Catharina II door de nieuw veroverde gebieden betekende het begin van het toerisme naar de Krim. In haar voetsporen ondernamen alle Russische tsaren reizen naar de Krim: Alexander I in 1818 en 1825, Nicolaas I vanaf 1837. Alexander II en III en de laatste tsaar Nicolaas II bezochten de Krim toen het schiereiland al een kuuroord was geworden.
‘…een rijk dat zich van het zuiden tot het noorden uitstrekt er niet vroeg of laat de voorkeur aan zou geven te baden in de zonnestralen.’
…en of de hoofdstad niet naar de Krim overgebracht zou kunnen worden. Ze liet zich niet afschrikken door allerlei horrorverhalen over de Krim en vertrok op haar zeker voor een vrouw niet voor de hand liggende reis naar de nog onbekende Krim, weliswaar gewapend met ‘twee voortreffelijke Engelse pistolen’. Ze vond het een ‘heerlijk land en een verovering die Rusland nooit mag opgeven’. Ze koesterde ook plannen om hier een kolonie van Engelse gezinnen neer te zetten die manufacturen zouden oprichten en welvaart voor de regio én voor Engeland zouden brengen.
Reizigers werden aangetrokken door drie dingen: de natuur, de oudheden en de exotiek van de Krim. Toen Rusland in 1783 de Krim annexeerde, haalde het in feite een stuk Middellandse Zee binnen – een warme zee, schilderachtige bergen, watervallen, allemaal nieuw voor de inwoners van Rusland. Bovendien had het gebied een verwarde geschiedenis met veel antieke en middeleeuwse overblijfselen die de belangstelling wekten bij een ontwikkeld publiek, dat in de Krim een ‘oriëntaals’ land zag. In 1799 schreef Soemarokov:
‘Ik ben hier evenzeer buitenlander als ik in Tunis of onder de kaffers zou zijn.’
Ook de etnische diversiteit – Tartaren, Karaimen, Krimtsjakken, Grieken, Armeniërs – trok vele Russen aan.
Tot de jaren 1830 bestonden er geen gidsen voor de Krim. Men moest het stellen met het omvangrijke werk van Peter Simon Pallas. De eerste gids werd geschreven door de Zwitser Charles Montandon en gepubliceerd in Odessa in 1834 (Guide du voyageur en Crimée, waarvan ook een Russische vertaling beschikbaar was). In de jaren 1840 verscheen een gedetailleerde kaart van het schiereiland.
Tijdens zijn wetenschappelijke expeditie van 1837 zag prins Anatoli Demidov (Reis in het zuidelijk gedeelte des Russischen keizerrijks en in de Krim, 1840) al een stad ‘met twee gezichten’: een Aziatische en een Europese stad. Over het schiereiland was hij lyrisch: ‘een waar en genoeglijk lustoord’, ‘grootse, schone landschappen die de reiziger in Italië verplaatsen’.
Boek: De Russische Krim – Emmanuel Waegemans