De term hutjemutje is bij de meeste Nederlanders wel bekend. Maar wat hutjemutje precies betekent en zeker wat de herkomst van dit woord is, weet niet iedereen. In dit artikel alles over de oorsprong en betekenis van hutjemutje.
Betekenis van hutjemutje
De term hutjemutje wordt vrijwel altijd gebruikt in combinatie met het werkwoord zitten of staan: hutjemutje op elkaar zitten dus, of hutjemutje op elkaar staan. Dit betekent dan: dicht op elkaar zitten of dicht bij elkaar staan. Vaak wordt hutjemutje in de spreektaal gebruikt. In de schrijftaal komt het begrip minder vaak voor.
In de eerste decennia van de twintigste eeuw werd hutjemutje ook gebruikt in de betekenis van zooitje of bende. Het hele hutjemutje bij elkaar betekende toen ‘de hele bende bij elkaar’, de ‘hele goegemeente‘, of ‘het complete klootjesvolk tezamen’. Hoe oud het woord hutjemutje precies is, weten taalkundigen niet. Een zoektocht via het krantenarchief van Delpher levert als vroegste vermelding 27 juli 1907 op. In De Vaderlander wordt hutjemutje daar gebruikt als synoniem van ‘zooitje’ of ’troep’:
“Wij mogen blij zijn, dat de Rembrandt-oommissie verleden jaar den gevel voor ondergang gered heeft, maar de genius loci [’thuissfeer’, red.] wordt toch al weinig gevleid door wat het huis thans van binnen voor een mistroostig hutjemutje aanbiedt.”
De vroegste vermelding op Delpher van ‘hutjemutje bij elkaar zitten’ komt uit het Rotterdamsch Nieuwsblad van 1 maart 1927.
Herkomst van hutjemutje
Over de precieze herkomst van hutjemutje doen verschillende verklaringen de ronde. De eerste verklaring is dat hutje of hot(je) man of korf betekent. Vervolgens is er via rijmen het woord mutje bijgekomen. Een tweede uitleg wijst op de Vlaamse termen hot en mot, die allebei ‘klomp hout’ betekenen. Een derde uitleg verwijst naar de Vlaamse begrippen hut(je) (‘kot’) en mot (‘zeug’). Hutjemutje betekent dan: ‘alle huisraad en de hele beestenboel’. Ten slotte zijn er nog verklaarders die wijzen op hutje en mutje als termen voor het hoed en het mud(de), twee oude maataanduidingen. Hutjemutje betekent in dit verband: ‘al het kleinere en al het grotere’.
Hutje bij mutje leggen
Een gezegde dat nauw verwant is aan de term hutjemutje, is ‘hutje bij mutje leggen’ of ‘hutje en mutje’. Deze uitdrukking betekent ‘allemaal iets bijdragen’ of ‘gezamenlijk de kosten dragen’. De eerste vermelding die in Delpher opduikt bij het intikken van de zoekwoorden hutje en mutje is afkomstig uit de Groninger Courant van 28 maart 1837, waar we het volgende lezen over het Rampjaar 1672:
“Ja, mijne waarde Stadgenooten! Dit zeide ik in het jaar 1672, toen die erntfeste, lieve, vrome en zeer discrete heeren Bisschoppen van Munster en Keulen met hunne vermetele onderneming vermeenden de oude Gruuostad maar zoo met hutje en mutje in te pakken en over alles den baas. Te zullen spelen; te meer daar zij tot hier aan toe geenen belangrijken wederstand badden ondervonden. Maar ik, als een getrouwe Groninger, liet hun weten: Ick kick noch in ’t Jat, en aan uithongeren behoefden zij dus niet te denken.”
Volgens de online Etymologiebank worden de begrippen ‘hutje en mutje’ in combinatie al langer in het Nederlands gebruikt, namelijk al in de Gouden Eeuw, daarbij verwijzend naar de taalkundige F.A. Stoett:
’t Hutje met mutje en al den horrelement sal de guyt nu moeten betaelen…
Ook interessant: Herkomst van het scheldwoord rotjeknor
Lees meer: historische woorden, uitdrukkingen en gezegdes
Boek: 15 eeuwen Nederlandse taal – Nicoline van der Sijs
Bronnen â–¼
Internet
-https://onzetaal.nl/taaladvies/hutje-bij-mutje-leggen/
-https://www.betekenis-definitie.nl/hutjemutje
-http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/hutjemutje
-https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/lezerspost-hutjemutje-of-hutje-bij-mutje~b673bfa7/
-https://www.dbnl.org/tekst/stoe002nede01_01/stoe002nede01_01_1003.php