Wie in adamskostuum loopt, heeft geen kleren aan. Hij of zij is naakt, net zoals Adam in het paradijs, voor de zondeval. De uitdrukking is dus afkomstig uit de bijbel.
“In den beginne”, met die gedragen woorden beginnen de meeste verhalen over het paradijs, was de aarde woest en ledig. God bracht daar echter verandering in. Hij schiep de zon, de maan en de sterren; hij maakte planten en dieren én uiteindelijk besloot hij ook een mens te maken, “uit het stof der aarde”.
“…en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.” Genesis 2:7
God plaatste de mens vervolgens in de zogenaamde hof van Eden en stelde hem als heerser van de dieren aan. Hierna besloot God ook een vrouw te maken, uit een rib van de man. Zij werd bekend als Eva.
“En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw; en zij schaamden zich niet.” Genesis 2:25
Er was geen schaamte dus in de hof van Eden en daarom had men ook geen behoefte aan kleren. Men kon zonder problemen in ‘adamskostuum’ rondlopen. Dit alles veranderde na de zondeval. Zodra Adam en Eva de beruchte hap van de verboden vrucht namen, schaamden zij zich wel voor hun naaktheid. De eerste twee mensen verborgen zich vervolgens voor God. De bijbel:
“Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten.” Genesis 3:7
Lees ook: Adam en Eva aten (waarschijnlijk) helemaal geen appel
En: Top 100 Bijbelse uitdrukkingen, gezegden en woorden
Boek: De Bijbel voor ongelovigen