De Roemeense maarschalk en fascistisch politicus Ion Antonescu (1882-1946) was premier van Roemenië in de periode 1940-1944.
Ion Antonescu was succesvol in het leger en werd daarvoor in 1933 beloond. Hij ontving toen de maarschalksstaf. Hierdoor werd hij chef van de staf van het Roemeense leger.
Kenmerkend voor Antonescu was dat hij niks op had met de Russen en de Slavische volkeren en een bewonderaar was van het nationaal-socialistische Duitsland en Italië. Ion Antonescu werd op 5 september 1940 door koning Michaël van Roemenië benoemd tot premier.
Dit nadat het land in de zomer van dat jaar Noord-Boekovina en Bessarabië aan de Sovjet-Unie en Zuid-Dobroedzja aan Bulgarije had verloren. Deze verliezen leed het land nadat het zich bij de zogenaamde Asmogendheden aangesloten had, een alliantie waarin de belangrijkste landen Duitsland, Italië en Japan de handen ineen geslagen hadden.
Nadat Antonescu premier was geworden vormde hij een nationaal-legionaire regering waar ook de IJzeren Garde, een Roemeense fascistische organisatie, deel van uitmaakte. Deze fel antisemitische IJzeren Garde werd in januari 1941 door Antonescu echter uit de regering gezet.
Stalingrad
Het Roemenië onder Antonescu steunde Hitler-Duitsland in de strijd tegen de Sovjet-Unie. In 1941 stuurde het land maar liefst vijftien legerdivisies naar het Oostfront waar op dat moment fel gevochten werd. De Slag om Stalingrad mislukte, bekeken vanuit het oogpunt van Duitsland en haar bondgenoten, volledig. Antonescu probeerde hierna de kleinere landen die deel uitmaakten van de Asmogendheden gezamenlijk te laten optrekken. Ook dit lukte echter niet en de Roemeens premier gaf zijn minister van Buitenlandse Zaken, Mihai Antonescu, toen opdracht zich maar bezig te gaan houden met vredesinitiatieven.
Fases
De regeringsperiode van Antonescu wordt vaak onderverdeeld in twee perioden. Allereerst de periode van september 1940 tot en met januari 1941 waarin er een coalitie gesloten werd met de antisemitische IJzeren Garde en joden in het land fel vervolgd werden. De periode hierna (tot augustus 1944) wordt gezien als de fase waarin de IJzeren Garde werd uitgeschakeld en de joden vrij waren een oplossing te vinden voor het zogenaamde Joodse vraagstuk.
Opvallend is dat Ion Antonescu tijdens zijn bewind kwam met het plan om de joden massaal naar Palestina over te brengen. De Engelsen zagen echter niets in dit plan. Ondanks het feit dat de IJzeren Garde na 1941 geen deel meer uitmaakte van de regering waren joden tijdens de Tweede Wereldoorlog allesbehalve veilig in Roemenië. Ongeveer zestig procent van de Roemeense joden (500.000) werden op transport gesteld en keerden nooit terug.
Koning Michaël liet Ion Antonescu op 23 augustus 1944 arresteren. Tijdens een rechtszaak werd geoordeeld dat hij zich schuldig had gemaakt aan verraad van de Roemenen door de belangen van Nazi-Duitsland boven de belangen van zijn eigen volk te laten gaan. Op 1 juni 1946 maakte een vuurpeloton een einde aan zijn leven.
Na de Roemeense Revolutie van 1989, waarbij de Roemenen zich ontdeden van de communistische dictator Nicolae Ceausescu werd Antonescu door veel Roemenen gezien als held. Dit omdat ook hij zich verzet had tegen de Russen. Op verschillende plekken in het land verrezen standbeelden van Antonescu. Deze werden in 2002 echter verwijderd omdat ze gezien werden als symbolen van racisme en fascisme.