Jacques Derrida (1930-2004) – Filosoof van het deconstructivisme

‘De hogepriester van het postmodernisme’
6 minuten leestijd
Jacques Derrida, filosoof van het deconstructivisme
Jacques Derrida, filosoof van het deconstructivisme

De Franse filosoof Jacques Derrida (1930-2004) werd in 1967 plotsklaps beroemd – en bij veel collega’s berucht en gehaat – vanwege zijn later veelgeciteerde zinsnede Il n’y a pas de hors-texte: ‘Er is niets buiten de tekst’. Maar Derrida’s filosofie reikte verder dan alleen ’teksten’. Derrida legde de basis voor de cynische, postmoderne filosofische stroming van het deconstructivisme, waarin niets een vastliggende betekenis heeft.

Introductie

In zijn denken hing Jacques Derrida – die wel eens ‘de hogepriester van het postmodernisme’ is genoemd – tegen het nihilisme aan. Als auteur schreef hij circa veertig boeken en honderden artikelen. Doorgaans schreef Derrida cynisch, humoristisch en was hij – volgens zijn tegenstanders vooral – nogal duister in zijn taalgebruik en vaak wars van logica.

Wat deed de filosoof Derrida vooral? Hij beet zich vast in literaire, filosofische en politieke teksten en zocht in die teksten naar veronderstellingen en meerdere betekenissen. Deze manier van tekstkritiek, waarbij je zoekt naar zwakten in de tekst, noemde hij deconstructie.

Derrida maakte geen vrienden met zijn filosofie en boeken. Zo zei de Franse historicus en antropoloog Emmanuel Todd (1951) in oktober 1992 in een interview met de NRC:

“De universiteit van Cambridge, waar ik heb gestudeerd, heeft net een eredoctoraat gegeven aan de filosoof Jacques Derrida. Het heet dat men de Franse elegantie heeft geëerd, maar het bewijst dat men in Cambridge geen Frans kan lezen, heeft u weleens Derrida proberen te lezen? Voltaire schreef elegant, maar Derrida is een volslagen warhoofd.”

U heeft het vast al wel door: een gemakkelijke of onomstreden filosoof is Jacques Derrida zeker niet. Daarom zal ik hieronder, naast het geven van een biografische schets, zo duidelijk mogelijk proberen uit te leggen wat Derrida’s filosofie precies inhield en welke gevolgen deze heeft gehad op de wijsbegeerte en andere wetenschappen vanaf de jaren 1960/1970 tot heden.

Jeugd & studie van Jacques Derrida

Jacques Elie Derrida werd geboren op 15 juli 1930 in El-Biar, in Algerije, een land dat toen nog een kolonie van Frankrijk was. Als kleine jongen droomde Jacques Derrida van een carrière als profvoetballer, maar dat lukte niet.

Jacques Derrida groeide op in een niet-elitaire joodse familie, die leed onder het antisemitisme van het Frans-Algerijnse bestuur tijdens het Vichy-bewind. Zo werd Derrida in 1942, hij was twaalf, van school gestuurd omdat hij een joodse achtergrond had. Enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog, in 1949, verhuisde Derrida naar Parijs in Frankrijk, waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen.

Van 1952 tot 1956 volgde hij onderwijs aan de gerenommeerde École normale superiéure (ENS) in Parijs. Op zijn eerste dag op deze school ontmoette hij de marxistische Frans-Algerijnse filosoof Louis Althusser (1918-1990), met wie hij een levenslang bevriend raakte Daarna studeerde Derrida filosofie aan de Sorbonne en verbleef hij tevens een korte periode aan de Harvard Universiteit in de Verenigde Staten.

Invloeden & docent in Parijs

In zijn tienerjaren las Jacques Derrida de werken van filosofen als Jean-Jacques Rousseau (1712-1778), Friedrich Nietzsche (1844-1900) en de Franse schrijver André Gide (1869-1951). Gide’s boek De vruchten van de aarde (1897) – een nietzschiaanse roman over een puriteinse opgevoede jongen die zich losmaakte van zijn religieuze opvoeding – was van grote invloed op de jonge Derrida en gold als zijn ‘Bijbel’.

Een even belangrijk invloed op Derrida’s denken vormde het onderwijs van de filosoof Jean Hyppolite (1907-1968), die vanaf 1954 aan de ENS doceerde. Via hem maakte Derrida kennis met het werk en gedachtegoed van de Georg Wilhelm Friedrich Hegel en Karl Marx (1818-1883).

Voorts moeten nog de volgende filosofische inspiratiebronnen genoemd worden: de Griekse filosoof Plato (ca. 427-347 v.Chr.), de rationalist René Descartes (1596-1650), psychoanalyticus Sigmund Freud (1856-1939), de Oostenrijks-Duitse filosoof en grondlegger van de fenomenologie Edmund Husserl (1859-1931) – in wiens werk Derrida zich vanaf 1949 verdiepte – en Emmanuel Levinas (1906-1995). In 1951 begon Derrida en Michel Foucaults (1926-1984) werk te lezen; vanaf 1954 raakten beide filosofen bevriend.

Tijdens de Algerijnse Oorlog (1954-1962), specifiek in de jaren 1957-1959, was Jacques Derrida docent Engels in Algerije en Frans voor de daar gelegerde Franse militaire troepen. In 1960 keerde Derrida naar Frankrijk terug en begon filosofie te doceren aan de Sorbonne in Parijs. In 1964 maakte Derrida een overstap naar de prestigieuze École normale superiéure (ENS) in Parijs, waar hij liefst twintig jaar lang, tot 1984, filosofie gaf. Hij kreeg deze betrekking op voorspraak van zijn geestverwanten Louis Althusser en Jean Hyppolite.

Inspiratiebronnen van de filosoof Derrida

Derrida staat bekend – net als onder meer Jean-François Lyotard (1924-1998), Gilles Deleuze (1925-1995) en in zekere mate ook Michel Foucault – als postmoderne Franse filosoof en poststructuralist. Hun gezamenlijke inspiratiebron was Friedrich Nietzsche (1844-1900), die net als zijzelf grote kritiek hadden op de moderniteit en het daarmee samenhangende geordende wereldbeeld. Daarnaast liet Derrida zich inspireren door het gedachtegoed van de Duitse filosofen Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770-1831) en Martin Heidegger (1889-1976).

Derrida & deconstructivisme

De la grammatologie
De la grammatologie
Derrida’s beroemdste quote is Il n’y a pas de hors-texte: ‘Er is niets buiten de tekst’. Met deze frase bedoelde hij niet dat alles uit woorden bestaat, maar dat ook de waarneembare wereld zich als tekst gedraagt. Net als woorden verwijzen ook dingen naar elkaar, terwijl nergens een beginpunt valt aan te wijzen.

Bovengenoemd citaat stond in Derrida’s filosofische werk De la grammatologie. Met dit boek werd hij de grondlegger van het deconstructivisme. Deze stroming stelt dat men de westerse metafysica kan doorgronden door het ‘deconstrueren’ van de logica ervan. Wat teksten betreft houdt dit in dat elke tekst multi-interpretabel is en geen vaste betekenis heeft. Als je de zwakke plek in een tekst opzoek, tref je paradoxen en tegenstrijdigheden aan die de vooronderstellingen van de auteur verraden. Als je deze tekortkomingen tegenkomt, blijft er van een betekenisvolle tekst niks meer over.

In het boek Deconstruction in a Nutshell, onder redactie van John Caputo, staat een mooie samenvatting van de kern van het deconstructivisme (vrij vertaald):

De ultieme betekenis en missie van het deconstructivisme is om te laten zien dat dingen – teksten, instituties, tradities, samenlevingen, overtuigingen en praktijken van welke omvang en soort dan ook – geen definieerbare betekenissen en vastliggende doelen hebben, maar altijd meer inhouden dan dat. Elke keer als je de betekenis van een voorwerp of ding wilt vaststellen, glijdt dat voorwerp of ding uit je handen. (…) Men kan zelfs zeggen dat deconstructie notendoppen kraken de kern van deconstructie is. In een notendop dan… (31,32)

Derrida’s filosofie van het deconstructivisme is – dat was een kritiekpunt van veel tegenstanders – niet bedoeld om alle bestaande denkbeelden te slopen, zodat er geen enkele waarheid meer overblijft. Derrida gebruikte zelf voor de toepassing van zijn deconstructivisme ook de term l’invention l’autre (zoals een boek dat hij in 1987 publiceerde getiteld was), dat zoiets betekent als ‘het inkomen van iets anders’ / ‘het toewerken naar iets anders’.

Hier stopt het deconstructivisme niet bij het slopen, maar moet het uitlopen op verbeteringen. Denk bijvoorbeeld aan de democratie, die veel aanwijsbare zwakheden heeft. Als je die blootlegt c.q. sloopt, kun je toewerken naar meer democratie. Maar daarvoor moet je het fenomeen wel eerst helemaal slopen, zeg maar: kraken als een notendop.

Overlijden

Tijdens zijn leven ontving Jacques Derrida veel eredoctoraten. Onder meer van de Universiteit van Cambridge (1992) – die overigens door twintig academici aangevochten werd – en van de Katholieke Universiteit Leuven (1989).

In oktober 2004 overleed ‘de hogepriester van het postmodernisme’, die aan alvleesklierkanker leed, te Parijs. Hij heeft een belangrijk stempel gedrukt op de naoorlogse, postmoderne filosofie en een diepgaande invloed uitgeoefend op tal van filosofen, onder wie Jean-Paul Sartre (1905-1980), Paul Ricoeur (1913-2005), Michel Foucault en Benny Lévy (1945-2003). Derrida had ook veel invloed op de Amerikaanse literatuurcriticus Paul de Man (1919-1983). Deze ontmoette hij in 1966 in New York. Paul de Man ontwikkelde zich net als Derrida tot een protagonist van het deconstructivisme.

Boek: Boeken over filosofiegeschiedenis
Ook interessant: Biografieën op Historiek

Citaten van Jacques Derrida

”Een context is nooit geheel en al bepaalbaar.” Bron: Marges de la Philosophie (1972)

“Er is niets buiten de tekst.” Origineel: “Il n’y a pas de hors-texte.” Bron: De la grammatologie (1967)

”Woorden zijn als spinnenwebben, waarin mensen verstrikt kunnen blijven, tot lang nadat de spin is verdwenen.”

Bronnen

Boeken en artikelen
-John D. Caputo (ed.), Deconstruction in a Nutshell. A Conversation with Jacques Derrida (New York: Fordham University Press, 1997) 31-44.
-Jan Bor & Errit Petersma (red.), De verbeelding van het denken. Geschiedenis van de westerse & oosterse filosofie (7e druk; Amsterdam: Atlas Contact, 2014 [1995]) 688-689.
-Jason Powell, Jacques Derrida. A Biography (2006).

Internet
-http://www.filosofie.nl/jacques-derrida.html
-http://www.iep.utm.edu/derrida/
-http://www.thefamouspeople.com/profiles/jacques-derrida-4843.php
-http://en.wikipedia.org/wiki/Jacques_Derrida#Life
-http://en.wikipedia.org/wiki/Jean_Hyppolite
-http://www.britannica.com/biography/Jacques-Derrida
-http://www.trouw.nl/home/-het-grote-publiek-smult-van-postmoderne-abracadabra~aa94d410/

0
Reageren?x
×