De janitsaren vormden eeuwenlang een elitekorps binnen het Ottomaanse Rijk. Het in 1330 opgerichte korps bestond aanvankelijk uitsluitend uit christelijke onderdanen van de sultan die waren geïslamiseerd en verturkst.
Het korps werd in het leven geroepen door sultan Murad I die gebruik maakte van het zogeheten devÅŸirme-systeem, dat was ingesteld om jonge christelijke jongens uit veroverde gebieden te rekruteren als ambtenaren of soldaten. Deze jongens, vaak afkomstig van de Balkan, werden bekeerd tot de islam en kregen een strenge opleiding. Het woord ‘janitsaren’ is afgeleid van het Turkse yeñiçeri, wat ‘nieuwe soldaat’ betekent.
De janitsaren dienden lange tijd als de persoonlijke lijfwacht van de sultan en speelden tot hun opheffing in de negentiende eeuw een belangrijke rol in de militaire, politieke en economische macht van het Ottomaanse Rijk. Ze onderscheidden zich bijvoorbeeld tijdens de Slag bij Varna van 1444, waarbij de Ottomanen een groot Europees kruisvaardersleger versloegen.
In de eerste periode stonden de janitsaren onder zeer strenge regels. Zo mochten ze bijvoorbeeld niet trouwen. Eind zestiende eeuw werden de regels wat versoepeld en begin achttiende eeuw veranderde ook de wijze waarop nieuwe leden werden gerekruteerd. Voortaan konden ook moslim-Turken toetreden tot de janitsaren.Â
Invloedrijk
Vanwege hun militaire belang wonnen de janitsaren met de jaren aan invloed en gingen ze ook aan het hof een steeds grotere rol spelen. Invloedrijke janitsaren lagen ook geregeld overhoop met de sultans en durfden het aan steeds hogere financiële vergoedingen te eisen.
Toen sultan Osman II (r. 1618-1622) begin zeventiende eeuw de macht van de janitsaren wilde indammen en meende dat het tijd was een nieuw leger op te bouwen, kwam hem dat duur te staan. De janitsaren kwamen succesvol in opstand, lieten de sultan opsluiten en zorgden er korte tijd later voor dat de heerser werd vermoord.Â
Ook met Selim III (r. 1789-1807) kregen de janitsaren het aan de stok. Toen deze sultan probeerde militaire hervormingen door te voeren kwamen de elitesoldaten wederom succesvol in opstand. Selim probeerde de boel nog te sussen door toe te zeggen dat jaarlijks een vast aantal janitsaren toe mocht treden tot zijn nieuw te vormen legerkorps, maar daar namen de machtige elitesoldaten geen genoegen mee. De janitsaren stootten de sultan van de troon en lieten hem kort hierna doden.Â
Slachting
In juni 1826 kwam het tijdperk van de janitsaren alsnog ten einde. Sultan Mahmud II besefte toen dat er alleen toekomst was voor het uiteenvallende Ottomaanse Rijk als het leger grondig werd hervormd. Daarvoor moest hij eerst echter wel afrekenen met de janitsaren, die zich opnieuw verzetten tegen de vernieuwingsplannen. De sultan liet een nieuw korps, de Asakir-i Mansure-i Muhammediye (de onoverwinnelijke soldaten van Mohammed) de kazernes van de janitsaren omsingelen. Veel van de janitsaren werden tijdens deze operatie gedood of gevangengenomen. Anderen werden gedwongen het land te verlaten. Het beruchte korps werd vervolgens officieel opgeheven. Met de macht van de janitsaren was het nu definitief gedaan.
Bronnen â–¼
-https://www.worldhistory.org/Ottoman_Empire/