Een jarl was bij de Vikingen een benamingen voor prinsen en lokale edelmannen, enigszins vergelijkbaar met de graven in onze contreien. In het Oudnoors betekende het zoiets als ‘hoofdman’. Deze edelmannen stonden boven twee andere klassen in de Viking-samenleving, de karls en de thralls.
Het twaalfde-eeuwse Lied van Rig (Rígsþula) meldt hoe de god Heimdall, de wachter der goden, op een dag in vermomming aanklopt bij een echtpaar, Ái (overgrootvader) en Edda (overgrootmoeder). Hij doet zich voor als een eenzame reiziger en laat zich Rig noemen. Het echtpaar biedt de god een slaapplaats aan. Kennelijk doet deze vervolgens meer dan slapen alleen want negen maanden later wordt er een sterke jongen geboren, Thrall genaamd. Hij wordt de vader van de knechten, handwerklieden en slaven.
Heimdall trekt hierna verder en klopt bij een boerderij aan. Het boerenechtpaar Afi (grootvader) en Amma (grootmoeder) laat de vermomde god ook gastvrij toe. Heimdall brengt drie nachten door in de boerderij en negen maanden later wordt er een jongen geboren, Karl, de voorvader van de vrije mannen of boeren.
De god trekt opnieuw verder. Dit keer klopt hij aan bij de woning van een edelman. Opnieuw wordt Heimdall vriendelijk binnengelaten. Hij verblijft drie dagen bij de edelman, Faðir (vader), en deelt ondertussen het bed met diens vrouw, Móðir (moeder). Negen maanden later wordt Jarl geboren, een blonde ‘prins’ die de voorvader wordt van de edelen en bestuurders. Heimdall schenkt hem de runen.
Macht
De jarl regeerde een bepaald gebied uit naam van de koning. Soms werd de benaming echter ook gebruikt voor edelen of prinsen die vrij soeverein over een gebied regeerden en qua statuur weinig onder deden voor naburige koningen. De term werd gebruikt in verschillende gebieden in het huidige Zweden, Denemarken, Noorwegen en IJsland.
De Britse titel is earl is afgeleid van de jarl.
Bronnen ▼
-Edda (Ambo, 2010) – Vert. Marcel Otten – p.123-125
-De Vikingen – Tony Allen, 2004 – p.122