In De wanhoopsdaad (Uitgeverij Balans) beschrijft advocaat en historicus Sidney Smeets het leven van de uit Hannover afkomstige Pools-Duitse Jood Herschel Grynszpan. Op zeventienjarige leeftijd schoot deze jongen, het gebeurde op 7 november 1938, een jonge Duitse diplomaat dood in de Duitse ambassade in Parijs, een daad die leidde tot de Kristallnacht.
Heftige ruzie
De aanleiding voor de moord door Grynszpan waren alarmerende berichten die hij via zijn zus uit Polen kreeg, terwijl hijzelf in Parijs bij een oom en tante verbleef. Om deze reden sliep Grynszpan in de week voor de moord erg slecht, zo begint het boek. De nachtmerries van Grynszpan gaan over zijn ouders en zus, die bij de Pools-Duitse grens door nazi’s worden mishandeld:
“Grynszpan had een vreselijke week achter de rug die uitgelopen was op een heftige ruzie met zijn oom en tante. Zij hadden hem in Parijs onderdak gegeven, nadat hij illegaal de grens tussen België en Frankrijk was overgestoken. Het was de enige familie die hij in Parijs had. Aanleiding voor de ruzie was een briefkaart die Grynszpan een paar dagen eerder van zijn zus Beile had ontvangen en die hij ook nu in zijn portefeuille met zich meedroeg. Zijn familie was in Duitsland uitgezet maar eenmaal aangekomen bij de Duits-Poolse grens mochten ze Polen niet binnen. De familie had alles achter moeten laten en had geen cent meer. In het schemergebied tussen beide grensposten waren ze met duizenden aan hun lot overgelaten; hun situatie verslechterde met de dag.” (8)
De trommel leeggeschoten
“In de krappe kamer kreeg Grynszpan door de daar aanwezige diplomaat een lederen fauteuil aangeboden. Hij ging zitten, de stoel stond rechts naast het bureau waarachter de diplomaat zelf plaatsnam. De man stelde zich voor als Ernst vom Rath en vroeg Grynszpan naar de reden van zijn bezoek. Hij wilde de documenten die zo belangrijk waren weleens zien en stond op om ze aan te nemen. In plaats van de documenten haalde Grynszpan echter de revolver tevoorschijn die hij in zijn jaszak had verborgen.” (54)
Vervolgens schoot Grynszpan, na nog kort wat gezegd te hebben over de deportatie van Joden uit Duitsland, de trommel van zijn revolver leeg op Vom Rath, die levensgevaarlijk gewond raakte. Vom Rath wist bloedend de deur te bereiken en uiteindelijk om hulp te roepen, waarna Grynszpan gearresteerd werd. Zelf overleed Vom Rath twee dagen later aan zijn verwondingen.
Stomdronken nazi’s
“De aanwijzingen verspreidden zich via telefoon en telegram als een lopend vuurtje door het Rijk. Overal kregen Hitlerjugend, SA en SS nu impliciet de opdracht om Joodse bezittingen aan te vallen. Vanwege de feestelijkheden rondom de herdenking van de putsch waren velen van hen flink aangeschoten of zelfs stomdronken, hetgeen de gewelddadige en ongecontroleerde sfeer versterkte.” (78)
Homeseksuele relatie?
Het showproces kwam er uiteindelijk niet, vooral omdat Grynszpan met dubieuze veklaring kwam dat hij een homoseksuele relatie met Vom Rath gehad zou hebben. Zeer vermoedelijk om deze reden vond het proces, op bevel van Hitler geen doorgang:
“Door het showproces zou Grynszpan mogelijk een podium geboden worden zijn beschuldigingen aan de wereld kenbaar te maken. De beschuldigingen zouden gezien de reeds gesuggereerde link tussen nationaalsocialisme en homoseksualiteit ongetwijfeld een vruchtbare bodem vinden. De conclusie moet zijn dat Grynszpans beweringen uitsluitend bedoeld waren om het proces te frustreren.” (196,197)
Dat lukte dus aardig, alleen kwam Grynszpan er zelf niet levend vanaf. Hij belandde in al in januari 1941 in Sachsenhausen, waarvandaan hij in augustus 1942 op transport gesteld werd met een onbekende bestemming. in 1960 liet zijn familie hem uiteindelijk doodverklaren, en koos daarbij als overlijdensdatum 8 mei 1945, de dag dat Duitsland capituleerde.
Fragment uit het boek: De wanhoopsdaad van Herschel Grynszpan
Boek: De wanhoopsdaad – Sidney Smeets