Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de nazi’s Kamp Amersfoort als concentratiekamp. Gedurende de oorlogsjaren werden in het kamp ongeveer 40.000 mensen voor korte of langere tijd gevangen gehouden. Honderden van hen stierven in het kamp. Ze werden doodgeschoten of stierven door ontberingen. Tegenwoordig is bij het voormalige concentratiekamp een herinneringscentrum te vinden.
In 1939 werd het terrein in gebruik genomen door het Nederlandse leger, voor de mobilisatie van militairen die werden ingezet bij de aanleg en verbetering van de Grebbelinie en de verdedigingswerken rond Amersfoort. Het kamp stond toen bekend als “de Boskamp”. Na de capitulatie kwam het terrein in Duitse handen. Vanaf 1941 deed het voormalige kazernecomplex vervolgens dienst als Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (PDA). Kamp Amersfoort was oorspronkelijk bedoeld als transitkamp, waar gevangenen tijdelijk ondergebracht konden worden voor hun deportatie naar Duitsland. Maar het kamp deed ook dienst als strafkamp en werkkamp. In totaal zijn 20.200 gevangenen vanuit Amersfoort getransporteerd naar kampen in Duitsland.
De eerste gevangenen arriveerden op 18 augustus 1941 per trein op het station van Amersfoort. Het ging om een groep van bijna tweehonderd communisten afkomstig uit kamp Schoorl. Vanaf het station moesten deze eerste gevangenen, onder zware bewaking, naar het kamp lopen. Aanvankelijk waren er drie barakken met slaapzalen. In 1943 werden er nog negen barakken bijgebouwd. Daarnaast waren er kantoren en slaapzalen van bewakers.
Soorten gevangenen
In Kamp Amersfoort zaten verschillende soorten gevangen, ieder herkenbaar aan een eigen merkteken op jas en broek. Zo zaten er in de beginperiode veel Joodse gevangenen, herkenbaar aan een gele ster, maar Kamp Amersfoort werd ook gebruikt om politiek gevangenen (rode driehoek), beroepsmisdadigers (groene driehoek), Jehova’s getuigen (paarse driehoek) en homofielen (roze driehoek) op te sluiten. Verder zaten in het kamp zogenaamde strafgijzelaars. Zij werden bijvoorbeeld gearresteerd als represaille voor aanslagen van het verzet. Of ze werden door de bezetter achter de hand gehouden als zogenaamde Todeskandidaten. Als het verzet een actie uitvoerde had men dan al personen beschikbaar die als vergelding neergeschoten konden worden. Sommige gevangenen zaten enkele weken een straf uit in het kamp. De meeste gevangenen verbleven er echter langere tijd of werden doorgestuurd naar andere kampen in nazi-Duitsland. Het kamp was afgezet en op iedere hoek stond een wachttoren.
In Amersfoort zaten vooral mannen vast. Hun leeftijd varieerde van 17 tot 90 jaar. Daarnaast verbleven er in de loop der jaren een paar honderd vrouwen en ongeveer tweehonderd kinderen. Hoeveel personen er precies overleden tijdens hun verblijf in Kamp Amersfoort is niet helemaal duidelijk, maar het zijn er in ieder geval meer dan achthonderd.
Russen
September 1941 arriveerden 101 Russische krijgsgevangenen in Amersfoort. Op de website van het herinneringscentrum is daarover te lezen:
“De Duitsers hadden deze mannen een veertien daagse treinreis laten ondergaan om in Amersfoort de bevolking te laten zien wat voor een Untermenschen dit waren. De bevolking werd opgeroepen om te komen kijken naar deze groep die vanaf het station naar het Kamp zou lopen. Dit gebeurde in grote aantallen. De bevolking had echter voor deze mannen water en brood bij zich. De propaganda van de Duitsers had niet gewerkt. In plaats dat deze mannen als afschrikking werkte had de Amersfoortse bevolking medelijden met deze mannen. De jongemannen in de leeftijd tussen de 18 en 35 werden vervolgens opgesloten in Kamp Amersfoort.”
De Russen kregen het extreem zwaar te verduren. Drieëntwintig van hen stierven tijdens hun gevangenschap door honger, ziekte en uitputting. De andere Sovjetsoldaten werden in het kamp vermoord. Na de oorlog werd een groot deel van hen herbegraven op het Russische ereveld bij begraafplaats Rusthof in Leusden.
Kampcommandant
De commandant van Kamp Amersfoort, Karl Peter Berg, was berucht, net als zijn plaatsvervanger Joseph Kotalla, hoofd van de kampadministratie. De twee maakten zich veelvuldig schuldig aan mishandeling van gevangenen en waren betrokken bij de executie van 77 Russische en circa tweehonderd niet-Russische gevangenen.
Na de oorlog werden enkele kampbewakers, waaronder Berg en Kotalla, opgespoord en teruggebracht naar het kamp waar ze de scepter hadden gezwaaid. Ze werden gedwongen locaties aan te wijzen waar slachtoffers van hun bewind begraven waren. De laarzen van Karl Peter Berg zijn tegenwoordig te zien in het herinneringscentrum bij het voormalige kamp. De voormalige kampcommandant moest ze afstaan tijdens een opgraving van slachtoffers.
Historica Eline Zuidema deed onlangs onderzoek naar de misdragingen van kampcommandant Karl Peter Berg. Ze concludeerde dat de commandant, die zich eerder in Kamp Schoorl nog redelijk had ingehouden, in Amersfoort compleet ontspoorde. Zo sloeg hij gevangenen met een stok, een gummiknuppel, een dik stuk hout, een bullepees en een karwats. En hij schopte ze met zijn laarzen. Ook onthield hij gevangenen die aan hongeroedeem leden het toch al karige eten. Onder het bewind van Berg kwam Amersfoort in Duitsland bekend te staan als ‘das Hungerlager’, het hongerkamp.
De kampcommandant werd in 1948 ter dood veroordeeld. Hij deed nog een gratieverzoek maar dat werd afgewezen. In 1949 werd het vonnis voltrokken. Joseph Kotalla werd eveneens ter dood veroordeeld, maar zijn straf werd in 1951 omgezet in levenslang. Na de oorlog werd hij bekend als één van de Vier (en later Drie) van Breda. Hij overleed in 1979 in gevangenschap.
Schietbaan en fusilladeplaats
Gevangen moesten overdag dwangarbeid verrichten. Berucht was bijvoorbeeld de zogenaamde “Palestina Express”, een bijnaam voor een wals waarmee gevangenen sintelpaden en de appèlplaats moesten aanleggen. Met kruiwagens moesten leden van dit commando, waar Joodse gevangenen in het algemeen en niet-Joodse gevangenen bij wijze van straf werden ingedeeld, puin en zand afvoeren. De werkomstandigheden waren zeer zwaar.
De 350 meter lange schietbaan bij het kamp, die tegenwoordig nog te bezoeken is, werd volledig uitgegraven door gevangenen. Het uitgegraven zand werd aan twee kanten van de schietbaan gestort, waardoor twee hoge aarden wallen ontstonden. De schietbaan werd door de Duitsers gebruikt voor schietoefeningen, maar ook voor het uitvoeren van doodvonnissen. Aan het eind van de schietbaan is later een massagraf gevonden met daarin 49 slachtoffers. Op deze plek staat het monument De Stenen Man. Het beeld, officieel getiteld Gevangene voor het vuurpeloton, is gemaakt door oud-gevangene Frits Sieger en werd op 14 mei 1953 onthuld door toenmalig minister-president Willem Drees. Eén vuist van de man is gebald, als teken van woede en de ongebroken wil. De open hand staat symbool voor de vertwijfeling. Het beeld en de sokkel staan op een stervormig mozaïek met daarop vijf vredesduiven, die symbool staan voor de vijf oorlogsjaren.
Massa-executies
Bij Kamp Amersfoort zijn verschillende keren meerdere gevangenen tegelijk geëxecuteerd. Soms gebeurde dat als represaille voor acties van het verzet. Bekend is vooral de executie van 8 maart 1945, toen 49 Todeskandidaten aan het einde van de schietbaan werden geëxecuteerd als vergelding voor de aanslag op Hanns Albin Rauter. Joseph Kotalla verklaarde hierover later:
“Ik moest mij met nog 7 P.D.A.-bewakers, waaronder van de Neut, naar het einde van de schietbaan in het P.D.A. begeven om 5 maal een groep van 8 gevangenen en 1 maal een groep van 9 gevangenen neer te schieten.
[…]
Untersturmführer Berg had het commando over dit vuurpeloton. De 49 gevangenen zijn door ons op een afstand van ongeveer 10 meter neergeschoten met karabijnen. Er zijn gevangenen bij geweest, die niet onmiddellijk dood waren en dezen kregen een genadeschot met pistool in het achterhoofd. Ikzelf heb geen enkel slachtoffer een genadeschot toegebracht, doordat mijn pistool op dat moment onklaar was. De laatste groep van negen gevangenen werd door een commando, bestaande uit negen man terechtgesteld. Nadat de eerste groep van 8 gevangenen was neergeschoten, werden de lijken achter een zandheuvel gelegd, waarna de volgende groep aankwam. Een der 49 gevangenen is neergeschoten met lichtspoormunitie. Ik kan niet met zekerheid zeggen of het lichtspoorprojectiel door mij is afgeschoten…
[…]
Untersturmführer Berg heeft de 49 gevangenen voordat zij terechtgesteld werden, nog toegesproken en hen o.a. medegedeeld, dat zij als represaille voor de moordaanslag op Rauter werden neergeschoten. Diegenen die het vuurpeloton gevormd hadden, kregen na afloop der terechtstelling schnaps van de commandant, Untersturmführer Berg.”
Op de plekken van de executie is later het beeld De Stenen Man geplaatst. Hier worden nog jaarlijks herdenkingen gehouden.
Bevrijding
Met de capitulatie van nazi-Duitsland kwam er op 5 mei 1945 voor Nederland een eind aan de oorlog, al ging de oorlog in Nederlands-Indië natuurlijk nog even door. Enkele weken voor de Duitse capitulatie had de bezetter het beheer over Kamp Amersfoort overgedragen aan Loes van Overeem, een verpleegster van het Rode Kruis. Op dat moment waren er nog zo’n vijfhonderd gevangenen in het kamp. Na het definitieve vertrek van de Duitse kampleiding sprak Van Overeem de gevangenen toe. Ze sprak toen onder meer de volgende woorden:
“Op deze plaats is gedurende bijkans vijf jaren van gewelddadige Duitsche overheersing door talloze kranige landgenooten geleden, gestreden en gebeden; en velen, wier geest steeds een lichtend schijnsel zal blijven uitstralen, hebben hier voor het vaderland hun leven gelaten. Wij gedenken hen op dit plechtige moment met een minuut stilte…”
Sommige kampgevangenen noemden de verpleegster liefkozend ‘de Witte Engel’. In 2008 werd ze geëerd met een straatnaambord. De Utrechtse gemeenten Leusden en Amersfoort hernoemden de Appelweg, waar voormalig Kamp Amersfoort aan ligt, toen in de Loes van Overeemlaan.
Op 7 mei arriveerde een kleine colonne voertuigen van een Britse verkenningseenheid in het kamp. Overlevenden kregen een paspoort van het Rode Kruis en mochten het kamp al snel verlaten. Kamp Amersfoort is hierna nog enige tijd gebruikt voor de internering van collaborateurs.
Rozentuin
Tegenwoordig is Kamp Amersfoort een Nationaal Monument. Er zijn niet veel sporen van het oorspronkelijke kamp over. De enige authentieke restanten zijn de wachttoren, fusilladeplaats, vloer van het lijkhuisje, de klokkenstoel, een vijvertje en de muur van het bureau van de kampcommandant. Ook is er nog een wandschildering in het kamp bewaard gebleven (openingsafbeelding bij dit artikel).
Op de plaats waar vroeger de bunkercellen stonden, is tegenwoordig de symbolische ‘rozentuin’ te vinden. Dit monument verwijst naar een afgescheiden deel van de appèlplaats waar gevangenen tijdens de oorlog langdurig stil moesten staan en ook mishandeld werden. Schertsend werd deze plek ook wel ‘rozentuin’ genoemd. Op de symbolische plek staan zuilen op een grindplaats. De helft van deze zuilen heeft prikkeldraad, als herinnering aan het verleden. Bij de andere zuilen zijn echte rozen te vinden, als verwijzing naar een hoopvolle toekomst.
Loes van Overeem – De “Witte Engel”
Concentratiekampen in Nederland
…en: Kamp Westerbork – Concentratiekamp
Boek: Dagboek uit het kamp
Bronnen â–¼
– https://www.kampamersfoort.nl
– https://historiek.net/commandant-kamp-amersfoort-ontspoorde-volledig/66370/
– Het boek der kampen – Ludo van Eck