De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb onthult woensdagmiddag in Hoek van Holland een monument ter nagedachtenis aan het zogenaamde Kindertransport van eind jaren dertig.
De Joodse kinderen verlieten huis en haard en stapten op een trein naar Engeland alwaar ze door gastgezinnen en kindertehuizen werden opgevangen. De meeste kinderen zouden hun ouders nooit meer terugzien. Het transport van de kinderen was mogelijk dankzij een wet die in november 1938 in Engeland werd aangenomen.
Eerder hadden verschillende Joodse organisaties al druk onderhandeld. Zo werd er bijvoorbeeld gesproken met de nazi Adolf Eichmann en de Engelse minister-president Chamberlaine. Bij het toestaan van het Kindertransport bepaalde de Engelse overheid dat de kinderen niet ouder mochten zijn dan zeventien en dat hun ouders niet mochten meekomen. De nazi’s bepaalden onder meer dat de kinderen op het station geen afscheid mochten nemen van de achterblijvers.
De kinderen waren onder meer afkomstig uit Duitsland, Oostenrijk, Polen en Tsjecho-Slowakije. Vanuit Hoek van Holland werden ze uiteindelijk per stoomschip naar Harwich gebracht. Vervolgens gingen ze via het spoor verder naar Station Liverpool Street in Londen.
Architect en kunstenaar Frank Meisler was een van de kinderen die gered werd. Tegenwoordig maakt hij monumenten die herinneren aan het Kindertransport. Op de stations van Gdansk, Berlijn, Liverpool en Londen plaatste hij eerder al monumenten. Bronzen beelden met afbeeldingen van Joodse kinderen, op de vlucht voor de nazi´s. Sinds woensdag staat er dus ook zo’n monument in Hoek van Holland. Dit monument heeft als titel Channel Crossing to Life meegekregen.
