Bij uitgeverij Aspekt verscheen onlangs Het onbekende Reich. Historicus en uitgever Perry Pierik staat hierin stil bij enkele minder bekende feiten van het Oostfront. In zijn boek vertelt Pierik onder meer over de relatief onbekende Kommandostab Reichsführer-SS, over het werk van de Einsatzgruppen en legt hij uit welke invloed de Tsjechische wapenindustrie had op het verloop van de oorlog.
Op Historiek publiceren we een deel van Pieriks stuk over de Kommandostab Reichsführer-SS
De Kommandostab Reichsführer-SS – een onbekende, maar moordzuchtige tak van het SS-imperium
Nog altijd worstelt de geschiedschrijving met de Holocaust. Ook in Oost-Europa is er nog veel onduidelijkheid over talloze zaken. Een van de vragen is of en in hoeverre ook de Waffen-SS betrokken was bij oorlogsmisdaden in Oost-Europa. Volgens sommigen was de Waffen-SS bovenal een gewone militaire organisatie die verwikkeld raakte in de strijd aan het front. Anderen stelden dat de Waffen-SS toch vooral een onderdeel was van de moordmachine van de SS. De verwarring in deze zaak werd vooral veroorzaakt door een nogal onbekende organisatie van de SS: de Kommandostab Reichsführer-SS. Deze eenheid vervulde een even ambivalente als misdadige rol tijdens de oorlog tegen de Sovjet-Unie.
De oorsprong van de Kommandostab ging terug tot de zomer van 1940, toen het Himmler duidelijk werd dat Hitler besloten had tot een oorlog tegen Rusland. De SS wilde verder bouwen aan wat Albert Speer, Hitlers lievelingsarchitect en oorlogsproductieman, later bestempelde als ‘de slavenstaat’. De SS drukte meer en meer haar stempel op het Derde Rijk. Himmler had daarbij ook zijn oog laten vallen op het machtsgebied achter het front, het Korpsrückwärts (Korück), waar hij de invloed van zijn ‘gewone’ politionele eenheden niet sterk genoeg achtte. Himmler creëerde met zijn Kommandostab, bestaande uit drie brigades, een nieuw orgaan dat min of meer tussen politionele taken en militaire taken in stond, met als doel de positie van zijn directe uitvoerders, de verschillende Höhere SS und Polizeiführer (HSSPF), ten aanzien van de concurrentie (het leger) te versterken. Dit had alles te maken met ervaringen uit de Polen-veldtocht, waar het hier en daar tot botsingen gekomen was tussen de SS en het leger, mede door inzet van SS-‘Totenkopfverbände’, geselecteerd uit de SS-Wachmanschaft rond de KZ’s, en door concurrentie tussen de gewapende tak van de SS, de Waffen-SS, en het leger.
Besmet blazoen
Hoewel de Kommandostab Reichsführer-SS bedoeld was om vooral achter het front te opereren, verliep de inzet vanaf 22 juni 1941 – de start van operatie ‘Barbarossa’ – veel breder. De eenheid was als reserve ingedeeld bij het XXXXII. Legerkorps, en dat maakten direct gebruik van de troepen. Het 1. SS Kavallerieregiment kwam tot inzet in het gebied van de 87ste Inf.Div. en eenheden van het 8. SS Inf.Rgt. kwam bij Augustowo tot inzet. In beide gevallen was er meteen sprake van oorlogsmisdaden. Aanvankelijk, bij Augstowo, vond de executie van gevangengenomen joden nog plaats op het bevel van SD en Grenzpolizei uit Tilsit, al voerde de Kommandostab de moorden uit. Maar dit zou snel veranderen. De Kommandostab zou in de maanden daarop het blazoen van de Waffen-SS door ernstige oorlogsmidaden voor altijd bezoedelen. Desalniettemin werd SS-Brigadeführer Knoblauch na zijn eerste inzet binnen het XXXXII. Legerkorps, door de kameraden van het leger geprezen.
De brigades van de Kommandostab Reichsführer-SS zijn door de geschiedschrijvers vrijwel vergeten, hoewel een recente studie van de historicus Martin Cüppers veel heeft rechtgezet, maar voor de SS-leiding speelden zij een centrale rol. Niet voor niets werd het hoofdkwartier van de SS-cavaleriebrigade in Lachowicze geplaatst, vlakbij de HSSPF Von dem Bach – Zelewski die in Baranowicze, op vijftien kilometer afstand, zijn hoofdkwartier had betrokken. De Reichsführer-SS Heinrich Himmler vloog persoonlijk op 31 juli 1941 naar Baranowicze om zich een beeld te vormen van de inzet van zijn eenheid. De brigades stonden op het punt hun bloedspoor te trekken in het achterland van de HSSPF Hans-Adolf Prützmann (Baltische Staten-‘Russland Nord’), Erich von dem Bach-Zeleweski (‘Russland-Mitte’- dat besloeg vooral Wit-Rusland) en Friedrich Jeckeln, ‘Russland-Süd dat vooral Oekraïne omvatte.
Compromitterend
De inzet van de Kommandostab Reichsführer-SS in Rusland liet zien hoe compromitterend operatie ‘Barbarossa’ was. Moordpartijen behoorden tot de ‘Alltag’. De daders beperkten zich niet tot leden van de Einsatzgruppen en de SS en de SD. Plaatselijke milities, politie-eenheden en dus ook de Waffen-SS namen aan deze operaties deel. Na de oorlog ijverden prominente Waffen-SS officieren zoals Paul Hausser en Felix Steiner, er voor te benadrukken dat de Waffen-SS toch vooral gewone frontsoldaten waren. Dit gold inderdaad voor het gros van de divisies, al kwamen er ook oorlogsmisdaden voor bij bijvoorbeeld de divisie ‘Dirlewanger’ die ernstig huishield in Warschau in 1944 en bij eerdere anti-partizanenacties. Maar binnen de Kommandostab vonden de meest grootschalige schendingen van het oorlogsrecht plaats en had het optreden van de brigades gewoonweg het karakter van oorlogsmisdaden en genocide.
Het gehele Derde Rijk kenmerkte zich door een lappendeken van instanties die elkaar beconcurreerden. Het was in die zin vrijwel ondoenlijk om ‘schone handen’ te houden, als men daar überhaupt van kon spreken gezien het feit, dat de aanval op de Sovjet-Unie als geheel al een daad van agressie was. De versluiering van de rol van de Waffen-SS in deze vernietigingsoorlog, gaat in zekere zin tot vandaag de dag door.
Vrij recent nog verscheen er bij uitgeverij Arndt een heruitgave van het reeds in de oorlog uitgegeven geschrift SS-Kavallerie im Osten. In dit ‘frische’ fotoalbum werden de Waffen-SS soldaten en commandant Fegelein, letterlijk padvinders genoemd, en toont men slechts fotomateriaal van het militaire gebeuren rond de brigade. De enige strijd die vermeld werd, was het optreden tegen partizanen. De massa-executies bleven buiten beeld. Ook in de inleiding tot dit werk is er van het werkelijke optreden van de brigade geen vermelding. Oude mythes blijven hierdoor in stand.