De eerste maandag na Driekoningen (6 januari) staat bekend als Koppermaandag of Koppertjesmaandag. Op deze dag werd vroeger vaak feestgevierd, van oudsher vooral door leden van de zetters- en drukkersgilden.
Waar het woord ‘kopper’ precies op slaat is niet helemaal bekend. Er is wel gesuggereerd dat het woord is afgeleid van “coppe”, een oud woord voor drinknap. Tijdens Koppermaandag werd immers ook veel gedronken. Hierdoor kwam “kopperen” synoniem te staan voor “smullen, drinken en feestvieren”.
Een van de oudste vermeldingen van het Kopperfeest is terug te vinden in een Utrechts jaarboek uit 1456. Mogelijk is het feest echter nog ouder en vindt het zijn oorsprong in het heidens verleden. Het Kopperfeest zou dan een afsluiting zijn van feestelijkheden rond de Zonnewende. Met de feestdag werd de donkere periode rond de kortste dag afgesloten.
Leprozenoptocht
Tijdens Koppermaandag gingen leden van verschillende gilden, soms gemaskerd, langs de deuren om te bedelen. Men was met name geïnteresseerd in eet- en drinkwaar, dat dan ’s avonds tijdens het Kopperfeest genuttigd kon worden. Soms werden ingezamelde goederen ook geschonken aan armen- en weeshuizen.
In Amsterdam was het leprozen tot 1604 toegestaan om tijdens Koppermaandag door de stad te lopen. Vanwege de angst voor verspreiding van de ziekte was het voor hen op andere dagen strikt verboden het Leprozenhuis te verlaten. De leprozen liepen tijdens Koppermaandag in een optocht door de stad en zamelden geld in voor hun verzorging. Op maandag kregen ze een maaltijd in het gasthuis en op dinsdag in het Burgerweeshuis. De leprozenoptocht werd in 1604 verboden omdat deze te veel overlast veroorzaakte. Deze laatste processessie werd in 1633 in opdracht van de bestuurders van het Leprozenhuis vastgelegd op een schilderij. Bovenstaande prent is gebaseerd op dat schilderij.
Koppermaandagprenten
Met het verdwijnen van de gilden verdween ook de traditie van Koppermaandag en het gildefeest langzaam naar de achtergrond. Sinds circa 1700 wordt Koppermaandag eigenlijk alleen nog gevierd door sommige drukkers en uitgeverijen. Vandaag de dag staan deze soms nog stil bij Koppermaandag, door zogeheten koppermaandagprenten uit te brengen. Op die prenten is vaak een bepaalde wens voor het nieuwe jaar afgedrukt. Het Grafisch Centrum Groningen geeft op Koppermaandag traditiegetrouw een prent uit met een reproductie van een schilderij van een lid van kunstenaarsbeweging De Ploeg.
Verloren Maandag
In België, en dan met name rond Antwerpen en Doornik, staat de eerste maandag na Driekoningen bekend als Verloren Maandag. Tijdens deze dag worden vaak worstenbroodjes en appelbollen gegeten. Wat de achtergrond is van deze viering, is niet helemaal duidelijk. Op de eerste maandag na Driekoningen legden in deze contreien ambtenaren vaak een nieuwe eed af, waarna feest gevierd werd. Mogelijk is Verloren Maandag voortgekomen uit deze traditie. Na de hernieuwing van de eed werkten de ambtenaren die dag namelijk niet meer erg hard. Een “Verloren Maandag” dus.
Lepra in de Middeleeuwen
Een blauwe maandag – Herkomst van het gezegde
Bronnen â–¼
-http://www.s-u.be/start/home/1/nl?PHPSESSID=43f4b826dd45be1652040c69d90d9f7c
-Amsterdam in 1597 – Gabri van Tussenbroek (2009) – p.33
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Verloren_maandag
-https://www.ensie.nl/bart-welzen/koppermaandag
-https://www.grafischcentrumgroningen.nl/kopperprenten-1996-2015/