De Belgische kunstenaar Christian Dotremont was een beweeglijke Cobra

3 minuten leestijd
O Gloria { ma blonde bête noire, ma mante relieuse, ma fille évanescente - Christian Dotremont
O Gloria { ma blonde bête noire, ma mante relieuse, ma fille évanescente - Christian Dotremont - © Fondation Roi Baudouin / dépôt aux Archives & Musée de la Littérature | Succession Christian Dotremont

Ik overdrijf het natuurlijke, zo omschreef Christian Dotremont zijn kunstwerken. De Belgische dichter-schilder (1922-1979) is een wat ondergeschoven kunstenaar van de twintigste eeuw. Zijn honderdste geboortejaar is een aanleiding tot herwaardering. En vooral zijn logogrammen, zijn zwierige schilderijgedichten in Oost-Indische inkt, zijn de ontdekking waard.

CoBrA est une affaire de train. (CoBrA is een kwestie van spoorwegen)

ChristiaChristian Dotremont, 1953n Dotremont
Christian Dotremont, 1953 (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België)
Dat zei de in Tervuren (in de rand van Brussel) geboren artiest. In een Parijs café stichtte Dotremont in 1948 de internationale beweging Cobra, een naam die hij bedacht voor samenwerkende kunstenaars uit… Copenhagen, Brussel en Amsterdam. Cobra was een bende vrienden Karel Appel, Constant, Corneille, Joseph Noiret, Asger Jorn… Zij waren de beeldenstormers van de naoorlogse kunst. Zij wilden moedwillig schotten tussen verschillende kunstuitingen doorbreken, versmelten, mengen. Christian schreef voor die internationale bende het stichtingspamflet La cause était entendue (Het pleit is beslecht).

Dotremont was daarmee niet aan zijn artistieke proefstuk toe want voor de oorlog had hij in Brussel en in Parijs kennis gemaakt met de surrealisten. Vanuit zijn communistische overtuiging richtte hij na de Tweede Wereldoorlog de beweging Le Surréalisme Révolutionnaire op.

Nog tijdens die Tweede Wereldoorlog was Dotremont naar Parijs uitgeweken en daar had hij zijn eigen ‘verzet’ uitgevonden. Met zijn dulcinea Régine ging hij wandelen. Bij Duitse propaganda-affiches hielden ze halt. En terwijl ze smokten, bekladde en ‘overschilderde’ hij – met één hand achter zijn rug – de vijandige plakkaten.

Humor, misschien schatplichtig aan de Brusselse zwans, is een constante in zijn leven en werk.

Dix de perdues, une de retrouvée - Christian Dotremont, 1979
Dix de perdues, une de retrouvée – Christian Dotremont, 1979 (Fonds Christian Dotremont (AML) / Fondation Roi Baudouin)

En die rebelse balorigheid kenmerkte hem ook al van kleins af. Als zoon van katholieke intellectuelen was hij erg begaafd maar werd regelmatig van school gegooid wegens zijn kwajongensstreken. De onrustige ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ loopt als een rode draad door zijn leven. Dotremont beweegt… zelfs in zijn artistiek werk.

Ik kan niet zittend werken. Enkel rechtopstaand. Het is een dans van mijn hele lichaam geworden, een soort choreografie.

En zo ontstaan zijn logogrammen, een soortement geschilderde gedichten, Een van de meest originele uitingen van Christian Dotremont.

De echte poëzie is deze waar het geschrift een woordje kan meespreken.

Au fond il y a la forme - Christian Dotremont, 1963
Au fond il y a la forme – Christian Dotremont, 1963 (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België)

Het idee voor de logogrammen heeft jaren gerijpt en zou ontstaan zijn toen hij een tekst ondersteboven tegen het licht hield. Die wisselwerking tussen woord en beeld is de vonk. Logogus, dat is het pseudoniem dat hij soms aanneemt.

Het schrijven van woorden alsof ze bewegen, dat is zoals ik ben.

Het kleine, onverwarmde zolderkamertje in een pension in Tervuren, waar hij woont en werkt, stulpt uit van paperassen en schilderij-gedichten. Hij produceert als een bezetene.

Ik vraag u niet om mijn logogrammen te kunnen lezen. Ik stel u voor om in hun overdreven natuurlijke schriftuur de tekening te zien… waarna u de tekst steeds kan lezen in kleine leesbare lettertjes, kalligrafisch, in potlood, onder het logogram.

Dotremont blijft zoeken, experimenteren, vernieuwen, samenwerkingen aangaan. Onder meer met Pierre Alechinsky en met de Vlaamse schrijver-schilder Hugo Claus maakt hij werken à 4 mains (met vier handen). Wie doet wat? Het maakt niet uit. Het spontane samenwerken is de essentie.

Écriture noire mêlée / de couleurs sur blancheur, / sur pleine neige / de nuit de solei - Karel Appel en Christian Dotremont, 1977
Écriture noire mêlée / de couleurs sur blancheur, / sur pleine neige / de nuit de solei – Karel Appel en Christian Dotremont, 1977 (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België)

Onvermoeibare reiziger trekt hij naar Lapland en stelt daar zijn werken aan weer en wind, aan sneeuw en ijs bloot… om het plastisch effect te ontdekken. Hij verbrandt deels zijn papier om ook weer daar de neerslag van te zien.

Zelf leeft hij in bijzonder armoedige omstandigheden. De erkenning komt pas laat. Hij woont zowat in zijn valies. Dotremont leed jarenlang aan tuberculose, een longziekte die zijn leven en werk in een wurggreep hield. Zijn verblijf in een sanatorium en zijn passionele verliefdheid op een Deense schone zijn de inspiratiebron voor zijn autobiografische roman La Pierre et l’oreiller (De steen en het oorkussen). Maar hij danste alsnog met inkt op papier:

Je ne suis que souffle (ik ben niets dan adem)

De tentoonstelling Christian Dotremont: Schilder-schrijver was tot 7 augustus 2022 te bekijken in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×