Je hebt schrijfwijzen en schrijfwijzen. De oudste vormen, zoals de hiëroglyfen en het spijkerschrift, gaan ervan uit dat er voor elk begrip één teken is. Dit is uiteraard nogal complex, al heeft het ook voordelen: de diverse Chinese talen schijnen allemaal te kunnen worden geschreven met dezelfde tekens. De nadelen zijn echter ook groot: zowel het oud-Egyptische als het Mesopotamische schrift hebben zo’n 6000 tekens, waarvan zo’n 200 echt frequent in gebruik zijn.
Dat zijn enerzijds de meest gebruikte tekens en anderzijds tekens voor éénlettergreepwoorden, zoals ‘ra’, ‘nee’, ‘zie’, ‘ho’, ‘nu’ en ‘bij’. Je kunt bijvoorbeeld ‘verschillende’ ook weergeven als ‘ver’ + ‘schil’ + ‘en’ + ‘de’. Vier tekens is weliswaar meer dan één, maar je hoeft veel minder karakters uit het hoofd te leren en kunt dus toe met veel minder tekens. Het Nederlands kan met ongeveer vijfentachtig lettergreeptekens worden geschreven.

Daarvoor, in de Late Bronstijd, hadden de Grieken ook een lettergrepenschrift gehad, het Lineair-B. Het is bekend uit kleitabletjes uit de grote Myceense burchten van het Griekse vasteland en de paleizen van Kreta.
In het onlangs verschenen boek van Eric H. Cline, 1177 B.C. The Year Civilization Collapsed, staan wat voorbeelden die illustreren hoe vervlochten de culturen van de Late Bronstijd waren. De Grieken van de veertiende en dertiende eeuw hadden contact met de Po-ni-ki-jo, ‘Feniciërs’, en meer in het bijzonder met de steden A-ra-da-jo, Pe-ri-ta en Tu-ri-jo (aanduidingen voor iemand uit Arwad, de stad Beiroet en een Tyriër).
Het aardige is dat sommige woorden als het ware dubbel zijn. Een Cyprioot kan worden aangeduid als Ku-pi-ri-jo maar ook als A-ra-si-jo. Dit laatste woord kennen we ook uit andere talen. De Egyptenaren duidden Cyprus aan als ‘irs3, wat vermoedelijk ongeveer als Arasia moet worden uitgesproken, en de Hittieten spraken van A-la-ši-ia.

Daarnaast gebruikten de Myceners echter ook een woord dat was afgeleid van A3-ku-pi-ti-jo ofwel Hikuptah. Dat is eigenlijk de naam van de tempel van de god Ptah in Memfis, maar het woord werd dus gebruikt als synoniem voor Mi-sa-ra-jo. Zo’n plaatsnaam die wordt gebruikt voor iets anders heet een ‘metonym’: andere voorbeelden zijn ‘Den Haag’ voor de Nederlandse regering of ‘het Pentagon’ voor het Amerikaanse ministerie van defensie. Soms gaat de band met de oorspronkelijke betekenis verloren en daarvan is ons woord ‘Egypte’ een voorbeeld: het is afgeleid van Hikuptah en ik denk niet dat veel mensen nog zullen denken aan de Ptah-tempel. We danken die woordkeuze aan de Grieken, die ooit het metonym handhaafden en de eigenlijke naam vergaten.