Louis Botha, Zuid-Afrikaans militair en staatsman. Mede-ondertekenaar van de Vrede van Vereeniging (1902).
Louis Botha wordt in 1862 in Greytown, Natal geboren als zoon van een voortrekker, een groep blanke boeren die tijdens de Grote Trek de Britse overheersers in de Kaapkolonie ontvluchten. In 1897 wordt hij parlementslid in de republiek Transvaal. Twee jaar later breekt de Tweede Boerenoorlog uit. De Britten proberen de Republieken die zijn opgericht door Franse, Duitse en Nederlandse boeren te annexeren. Botha wordt generaal van de Boeren. Als de Transvaalse hoofdstad Pretoria valt, leidt hij samen met Koos de la Rey en Christiaan de Wet een groep guerrillastrijders.
Vredesonderhandelingen
Als echter duidelijk wordt dat de Tweede Boerenoorlog niet kan worden gewonnen vanwege een enorme overmacht aan Britse militairen, gaat Botha met de Britten om tafel zitten. Hij roept zijn landgenoten op de oorlog te staken, nu de Republiek nog bijeen is. Hij wordt mede-ondertekenaar van de Vrede van Vereeniging, het vredesverdrag tussen de Boeren en de Britten. Na die ondertekening gaat hij samen met De La Rey en De Wet gaat Botha naar Europa om fondsen te werven voor de wederopbouw.
Door zijn oorlogsverleden en zijn werk voor de opbouw van de Republiek wordt Botha erg populair. In 1907 wordt hij minister-president van Transvaal en richt hij met minister van Binnenlandse Zaken Jan Smuts de Suid-Afrikaanse Party op. In 1910, als Zuid-Afrika lid wordt van het Britse Gemenebest, wordt Botha de eerste premier van de Unie van Zuid-Afrika.
Eerste Wereldoorlog
Tijdens de Eerste Wereldoorlog stuurt Botha zijn troepen naar Zuidwest-Afrika dat dan een Duitse kolonie is. Dat stuit op veel verzet, omdat veel Afrikaners Duitse voorouders hebben en bovendien door de Duitsers zijn geholpen tijdens de Boerenoorlogen. Als Botha toch de aanval inzet neemt zijn populariteit af. In 1919 overlijdt Botha aan een hartaanval en wordt begraven in Pretoria.
Lees ook: De Boerenoorlogen: strijd tussen Boeren en Britten (1880-1902)
Boek: De Boerenoorlog – Martin Bossenbroek