De Menenpoort, in het Engels bekend als de Menin Gate, is een belangrijk oorlogsmonument in de Belgische stad Ieper. Het monument herdenkt de tienduizenden Britse soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog sneuvelden en van wie de lichamen nooit gevonden of geรฏdentificeerd zijn.
Aan geallieerde zijde waren het al snel de soldaten uit Groot-Brittanniรซ en het Britse Gemenebest die de loopgraven bemanden. Vier jaar lang probeerden ze door de linies te breken van het Duitse leger, dat zich in de heuvelring rondom Ieper had ingegraven, in de hoop een doorbraak te forceren en hen terug te drijven naar eigen land. Ze leden ontstellende verliezen en boekten nauwelijks terreinwinst.
Wederopbouw
Tijdens de vijf slagen om Ieper werd het stadje zelf volledig verwoest. Fotoโs tonen een maanlandschap van vette klei, waarin een soldaat tegen het restant van een muur aanleunt. Dit was geen door artillerie doorgeploegde akker, maar ooit een levendige hoofdstraat. Na de oorlog herrees de stad. Het verarmde Belgiรซ gebruikte hiervoor de herstelbetalingen die Duitsland moeizaam ophoestte en koos voor een historische stijl. Het huidige Ieper lijkt daardoor in zโn geheel uit de Renaissance te stammen, alles wat nadien was gebouwd, was na de oorlog niet meer welkom.
Toen de kanonnen eindelijk zwegen, wilden de Britten hun doden gedenken. Daarom maakte de architect Reginald Blomfield al in 1921 een ontwerp voor een poort, in de stijl van de Romeinse overwinningsbogen.
Voor de oorlog stond er al lang geen poort meer op de plek waar de Menenpoort verrees. Er stonden alleen twee stenen leeuwen. Die zijn verwerkt in het monument, nadat eerst stevig te zijn opgelapt. De poort markeert de oostelijke uitgang van de oude Vaubanvesting en de kortste route naar het front. In de praktijk werd deze weg maar weinig gebruikt, omdat het gevaar op artillerievuur er te groot was.
Last Post
Nadat de Menenpoort in 1927 werd onthuld, volgde al snel het dagelijkse ritueel van de Last Post. Koperblazers van de Ieperse Last Postvereniging blazen om 20:00 de slepende tonen van deze taptoe. Dit doen ze nog steeds, alleen tijdens de bezetting van Belgiรซ gedurende de Tweede Wereldoorlog moest de herdenking worden gestaakt, al werd ze in Engeland voortgezet. Direct na de bevrijding van Ieper door Poolse soldaten, terwijl de gevechten nog gaande waren, werd het ritueel hervat. De Britten hechten nu eenmaal aan traditie.

De Last Post weerklinkt niet alleen in Ieper, maar maakte onderdeel uit van het Britse militaire bedrijf. De First Post klonk wanneer โs avonds de wachtposten van een legerplaats of garnizoen werden geรฏnspecteerd, de Last Post was simpelweg het teken dat ze allemaal op hun plek stonden en dat het kamp veilig was voor de nacht, zoals Ieper dat nu ook is. De taptoe klonk ook na een gevecht, als teken voor de mannen die zich nog ergens op het slagveld bevonden, gewond of verdwaald, dat het vechten er op zat, en dat ze op het geluid af konden gaan om zich in veiligheid te brengen.
Nog altijd klinkt de oproep vanuit de Menenpoort aan de duizenden Britse en Gemenebestsoldaten die nooit terug zijn gevonden om terug te keren naar hun kamp. Het is een teken van rouw en van de weigering om de doden te vergeten. En het is een goedbezocht ritueel dat een centrale plek inneemt in het herinneringslandschap van de Eerste Wereldoorlog in West-Europa, opdat we de stompzinnigheid van deze oorlog en van alle andere oorlogen niet vergeten.
360ยฐ video – Last Post ceremonie bij de Menenpoort
‘Doe den tap toe’
Overigens is het Last Post-gebruik afkomstig van de Engelse en Schotse regimenten die in de zeventiende eeuw in dienst waren van de Republiek. In de Nederlandse garnizoenen was het gebruikelijk om om 21:30 met tromgeroffel de soldaten terug te roepen naar de kazerne. Dit was het โdoe den tap toeโ, oftewel, sluit de biertap, de dag zit erop. Dit is in het Engels verbasterd tot taptoe, taptoo of tattoo.
Zie ook: The Last Post, Signaal Taptoe en de Dodenherdenking