Margaret Thatcher was aanvankelijk vrij positief over Europa

De eerste Europese premier van Groot-Brittannië?
4 minuten leestijd
Margarth Thatcher in 1981 (CC0 - Anefo - Marcel Antonisse - wiki)
Margarth Thatcher in 1981 (CC0 - Anefo - Marcel Antonisse - wiki)

Margaret Thatcher, Brits premier van 1979 tot 1990, staat bekend als uitgesproken tegenstander van de Europese eenwording. Dit beeld is sterk bepaald door incidenten aan het einde van haar premierschap. Bij haar aantreden was zij daarentegen positief over Europa. Zij werd de eerste Britse premier die zich actief met de Europese Gemeenschap bemoeide.

‘We want our money back’

Groot-Brittannië trad in 1972 toe tot de Europese Gemeenschap (EG). De Britse premiers van de jaren zeventig waren niet actief bezig met Europa. Thatcher deed dit wel, waardoor ze de eerste Britse premier werd die participeerde in de Gemeenschap.

Engeland stond er eind jaren zeventig economisch rampzalig voor. Thatcher had economisch herstel daarom als hoofdprioriteit. De EG hield zich bezig met het bevorderen van handel tussen de lidstaten, wat goed aansloot bij haar opvattingen over de vrije markt. Zij zag tevens een verband tussen Europa en de Koude Oorlog. De EG beschouwde ze als een vereniging van vrije landen tegen het Sovjetblok.

Aanvankelijk zag Thatcher het Britse EG-lidmaatschap dus als voordelig. Wel was er een zakelijk probleem. Het Europese landbouw- en visserijbeleid werkte op dat moment in het financiële voordeel van Frankrijk en in het nadeel van Engeland. Netto betaalde Engeland daardoor meer aan de EG dan het ontving. Als premier was het haar taak de Britse belangen te behartigen. Ze was niet tegen de EG, maar dit laatste punt vocht ze wel aan. Bekend in dit kader is onder meer haar uitspraak ‘We want our money back!’.

https://www.youtube.com/watch?v=pDqZdZ5iZdY

1980: Dublin

In 1980 vond in Dublin een Europese top plaats. Thatcher kaartte hier de voor Britten nadelige begrotingskwestie aan. Dit deed ze op de manier die haar handelsmerk zou worden in alle politieke aangelegenheden: door de confrontatie aan te gaan. Er is wel eens geopperd dat Thatcher zich met deze benadering uiteindelijk in de vingers sneed. Britse politici waren gewend aan felle retoriek, maar op het continent werd meer waarde gehecht aan consensus en compromis. Was de EG niet een verzoeningsproject?

Hier kunnen echter kanttekeningen bij worden geplaatst. Thatcher’s voorgangers, Harold Wilson (1974-1976) en James Callaghan (1976-1979), hadden ook bezwaar gemaakt tegen de financiële regeling. Met gangbare diplomatieke middelen hadden ze echter geen resultaat geboekt. Dus waarom zou Thatcher het niet anders aanpakken? En zij was niet de eerste die binnen de Gemeenschap de confrontatie had gezocht: de Franse president Charles de Gaulle had niet anders gedaan. De Gaulle stelde weliswaar niet het bestaan van de Gemeenschap in twijfel, enkel de manier waarop het functioneerde, maar hetzelfde gold in deze periode voor Thatcher.

Dat Thatcher in Dublin geen vooruitgang boekte, was mogelijk een kwestie van anciënniteit. In diplomatieke aangelegenheden hebben presidenten en regeringsleiders die lang in functie zijn doorgaans meer gezag dan nieuwkomers. De Duitse bondskanselier Helmut Schmidt was aangetreden in 1974, hetzelfde jaar dat Valéry Giscard d’Estaing president van Frankrijk werd. In 1980 waren zij de ervaren staatsmannen, Thatcher moest zich nog bewijzen. Daar kwam bij dat Schmidt en Giscard meer dan een goede werkrelatie hadden ontwikkeld. Zij waren persoonlijk bevriend geraakt. In theorie had een en ander anders kunnen verlopen als Wilson ook zo lang premier was gebleven. Maar Thatcher werd op geen enkele wijze tegemoet gekomen door Schmidt en Giscard. Hadden zij zich wel correct opgesteld?1

Aankomst van de Britse premier Margaret Thatcher en minister van buitenlandse zaken Peter Carington in Maastricht, voor een top van de Europese Raad (CC BY-SA 3.0 - Anefo - wiki)
Aankomst van de Britse premier Margaret Thatcher en minister van buitenlandse zaken Peter Carington in Maastricht, voor een top van de Europese Raad (CC BY-SA 3.0 – Anefo – wiki)

1984, Fontainebleau

Drie jaar later, bij een nieuwe Europese top in het Franse Fontainebleau, verliepen de zaken anders. In 1981 was Giscard opgevolgd door François Mitterrand, Schmidt door Helmut Kohl in 1982. Nu was Thatcher degene die langer in het zadel zat.

Mitterrand had zijn redenen om haar tegemoet te komen in de financiële kwestie. In 1985 zou een nieuwe Europese Commissie aantreden en hij wilde dat een Fransman voorzitter werd. In die tijd konden nog twee commissarissen uit hetzelfde land zitting nemen. Mitterrand had twee ministers in gedachten, Claude Cheysson en Jacques Delors. De eerste werd door Thatcher en Kohl te licht bevonden, dus werd het Delors.2

In haar voorkeur voor Delors speelde mee dat Thatcher hem een rol toekende in de bekering van Mitterrand van het ‘socialistische experiment’ dat hij aanvankelijk voerde tot aanvaarding van de vrije markt in 1983. Zij verwachtte dat Delors zich ook op Europees niveau sterk zou maken voor marktwerking. In 1986 kwam hij inderdaad met de Europese Akte, die Thatcher vol overtuiging door het Britse Lagerhuis loodste.

Soevereiniteitskwestie

Het is niet zo dat de samenwerking tussen Thatcher en andere Europese leiders probleemloos verliep. Groot-Brittannië en de Engelstalige landen hebben een andere benadering van politiek (districtenstelsel, felle retoriek, één partij in de regering en één in de oppositie, ‘winner takes it all’) dan de meeste landen op het Europese continent (evenredige vertegenwoordiging, coalitieregeringen van twee of meer partijen, voorkeur voor consensus en compromis). En Thatcher was ook naar Britse maatstaven eenzijdig gericht op confrontatie en op winnen.

In haar memoires, verschenen na haar terugtrekking uit de politiek, stelde ze altijd sceptisch geweest te zijn over de EU. Haar herinnering werd hierbij hoogstwaarschijnlijk ingekleurd door de botsingen met Brussel aan het einde van haar regeringsperiode. Thatcher had nooit overwogen om nationale soevereiniteit in te perken of om te streven naar een federaal Europa. Eurocommissaris Delors zou daar wel voorstander van blijken. Vanaf 1988 bekoelden de verhoudingen daardoor aanzienlijk.

Thatcher was premier van voorjaar 1979 tot najaar 1990. Pas na haar derde verkiezingsoverwinning, in 1987, ontstond de vete (vijandschap?) tussen haar en ‘Brussel’. Op een termijn van elf en een half jaar gaat het om hooguit drie jaar. Die laatste jaren lijken bepalend geweest voor de beeldvorming en, zie haar memoires, hoe zij terugkeek op de Europese Unie.

Ook interessant: Hoe Britten en Europeanen elkaar vormden
…en: Jacques Delors (1925) – Voorzitter van de Europese Commissie
Boek: Margaret Thatcher – The Autobiography

Noten

1 – H. Young, ‘This blessed plot. Britain and Europe from Churchill to Blair’ (1998), 314.
2 – G. Ross, ‘Jacques Delors and European Integration’(1995), 28.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×