De Engelse huisvrouw Mary Toft (1703-1763) baarde in het begin van de achttiende eeuw veel opzien in Groot-Brittannië. Volgens haarzelf en mensen om haar heen, beviel ze namelijk regelmatig van konijnen. Op een dag zou ze zelfs op wonderbaarlijke wijze een varken ter wereld hebben gebracht. De Engelse kranten smulden van deze verhalen. Totdat de Engelse koning George I (1660-1727) ingreep en Mary Toft ontmaskerde als fantast.
Het begin van een vreemd verhaal
Mary Toft werd geboren in februari 1703 in Goldalming (Surrey) in Groot-Brittannië. Toen ze 17 jaar jong was, in 1720, stapte ze in het huwelijksbootje met Joshua. In de jaren die volgden, baarde ze drie kinderen. Een gewone Engelse huisvrouw, zou je denken. Niks bijzonders.
Maar op 23 april 1726 vond er een ommekeer plaats in het leven van Mary Toft, die inmiddels zwanger was van haar vierde kind. In de velden van Goldalming had ze, samen met twee andere dames, konijnen zien huppelen en geprobeerd er een te vangen. Ze had namelijk enorme zin in een lekkere konijnenbout. Voor arme mensen zoals zij was konijnenbout hetzelfde als wat voor zwervers kaviaar is. Maar hoeveel sprintjes de zwangere Mary ook trok, telkens trok ze aan het kortste eind. De snelle konijntjes wisten voortdurend aan de grijpgrage handen van Mary te ontsnappen. Vanaf dat moment zou de lekkernij ‘konijnenbout’ in Mary’s hoofd gaan zitten… Ze raakte in al haar vezels geobsedeerd door de smachtende gedachte aan een hapje konijnenvlees.
In de maanden erna gebeurden er vreemde dingen. In juli en augustus 1726 beviel Mary Toft, kort na elkaar, twee keer van vreemde stukken vlees. Niemand kon thuisbrengen om wat voor soort vlees het ging, maar een mens was het zeker niet. Het werd nog vreemder, want op 27 september 1726 beviel Mary wederom. Dit keer kwam er varkensvlees tussen haar benen naar buiten. Volgens kenners – haar man schakelde een arts met dertig jaar ervaring in: John Howard – ging het om de ingewanden en longen van een varken. In de dagen erna kwamen de andere delen van het varken eruit.
Konijn na konijn
Vanaf oktober 1726 begon Mary Toft volgens de ingeschakelde verloskundige konijnen ter wereld te brengen. Het ging niet om een incident, want in november baarde Mary elke dag wel een konijntje. Dit was voor de verloskundige John Howard het sein om kennissen en andere experts in te schakelen. Engelse kranten pakten het bijzondere verhaal op en schreven zoetsappige, gedetailleerde verhalen over hoe de konijntjesfabrikant Mary Toft tal van knaagdiertjes op de wereld zette. Soms kwamen de konijntjes er levend uit, maar nog vaker – door het harde persen van Mary – als een hoopje botten met een velletje eromheen.
Opnieuw werden er experts bijgehaald. Nathaniel St. Andre, een Zwitserse arts van het koninklijk huis van de Engelse vorst George I, kwam langs. Ook de persoonlijk secretaris van de Welshe prins, Samuel Molyneux, kwam een kijkje nemen. Arts St. Andre, bekend geworden al ‘The Rabbit Doctor’, geloofde dat het verhaal op waarheid berustte en maakte een pamflet over Mary’s konijnendrang. In heel Engeland werd het pamflet een bestseller.
De ontmaskering van Mary Toft door koning George I
De Engelse koning George I was nog niet geheel overtuigd en toverde wederom een medisch konijn uit zijn hoge hoed: hij stuurde een tweede arts uit de hofhouding richting Mary Toft. Deze dokter kwam tot een hardere conclusie dan zijn voorganger St. Andre: het verhaal van Mary Toft achtte hij ongeloofwaardig en kon volgens hem niet kloppen.
Ondertussen gingen religieus leiders met Tofts verhaal aan de haal. Zo stelde men dat als zwangere vrouwen een te innige omgang hadden met konijnen, zij konden veranderen in mensen die konijnen op de wereld konden zetten. Predikanten en boetpredikers verkondigden vanaf de kansel dat Mary van bestialiteit hield, bezeten was door de duivel en daarom konijnen kon baren. De satan zat er in elk geval achter. Maar vooral slagers waren de dupe van Mary Toft vreemde bevallingen. Ze verkochten haast geen konijnen meer, omdat veel Engelsen bang waren dat het eten van deze knaagdieren tot ongewenste zwangerschappen zou kunnen leiden.
Op 29 november 1726 greep koning George I in. Hij liet Mary, die intussen al iets van zeventien konijntjes had voortgebracht, opnemen in Lacy’s Bagnio, een badhuis in Londen. Hier werd ze voortdurend geobserveerd door de medisch specialist Richard Manningham. Vreemd genoeg hoorde deze arts, hoe lang hij Mary ook observeerde, geen kreten van nieuwgeboren konijntje meer. Was Mary’s baarmoeder leeg? Waren de konijntjes op? Nog één keer probeerde Mary het: begin december vroeg ze om een medewerker van het badhuis haar enkele konijntjes te leveren. De badhuisemployee weigerde Mary’s verzoek.
Rechtszaak
Dit alles bleek althans uit de rechtszaak die men kort erna tegen Mary voerde vanwege haar leugens en bedrog. Mary Toft werd ontmaskerd als oplichtster. De konijntje die ze baarde, had ze zelf in haar vagina ingebracht. Zo gaf ze op 7 december 1726 aan de rechter toe. Mary Toft, die een tijdje in het cachot had gezeten, werd niet veroordeeld. Ze ging terug naar Goldalming, waar ze in januari 1727 geen konijn, maar een vrouwenmens op de wereld zette: Elizabeth.
Mary Toft kwam hierna nog enkele keren in het nieuws, maar niet echt positief: de keren dat ze in kranten vermeld werd, was dat omdat Mary in aanraking kwam met de Engelse justitie.
Ottomaanse sultan liet 277 vrouwen verdrinken
Boek: 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis
Bronnen â–¼
Boeken
-Roelf Bolt, Leugenaars & vervalsers. Een kleine encyclopedie van vervalsing (Amsterdam & Antwerpen: Querido, 2011) pag. 381-383.
-Dennis Todd, Imagining Monsters: Miscreations of the Self in Eighteenth-Century England (Chicago/Londen: University of Chicago, 1995) pag. 1-35.
Internet
-http://from-bedroom-to-study.blogspot.com/2013/03/the-stranger-story-of-rabbit-reproducer.html
-http://hoaxes.org/archive/permalink/mary_toft_and_the_rabbit_babies
-http://special.lib.gla.ac.uk/exhibns/month/aug2009.html