Maurice Bavaud, een schuchtere jongeman speelde door zijn goedgelovigheid een cruciale sleutelrol bij enkele moordpogingen op Adolf Hitler, een onderneming die hij met zijn leven bekocht.
Jeugd en jonge jaren
Bavaud werd de vijftiende januari 1916 geboren in een vrij welgesteld middenklassegezin te Neufchâtel, een plaats in het gelijknamige district en Zwitsers kanton. Na een opleiding als technisch tekenaar, begon hij in 1936 aan een theologiestudie in het Saint-Ilan seminarie van Langueux in Bretagne. Daar maakte hij kennis met Marcel Gerbohay (1917-1943), een medestudent en fantast die beweerde een nazaat te zijn van de Romanovs, de Russische tsarenfamilie die door de Bolsjewisten waren vermoord.
Bavaud raakte al snel volledig in de ban van Gerbohays persoonlijkheid en ontpopte zich binnen de kortste keren tot één van zijn meest fervente volgelingen. Uit onderzoek na de oorlog bleek dat Bavaud niet de enige was die verstrikt raakte in Gerbohays web van verzinsels, maar dat er onder de seminariestudenten een soort geheim genootschap bestond waarover Gerbohay met harde hand de plak zwaaide.
Opeenvolgende moordpogingen
In juli 1938 had Gerbohay het idee opgevat dat Hitler moest worden gedood. Vanuit Frankrijk gaf hij per brief aan Bavaud die op zomervakantie was bij zijn ouders in Zwitserland de opdracht af te reizen naar Duitsland en er Adolf Hitler te vermoorden. Bavaud aarzelde niet en spoorde zonder enig vast plan naar Berlijn met de bedoeling daar Hitler te doden. Deze verbleef op dat ogenblik echter op de Obersalzberg in Berchtesgaden en Bavaud besloot dan maar om Hitler achterna te reizen. Eenmaal in Berchtesgaden aangekomen vernam hij in zijn hotel dat niemand toegang kreeg tot de Obersalzberg zonder een speciaal pasje. Ontgoocheld besloot Bavaud zijn plannen alweer uit te stellen en een nieuwe poging te wagen op 9 november tijdens de jaarlijkse herdenkingsmars in München van de Bierkellerputsch. Eind oktober komt Bavaud aan in de Beierse hoofdstad en slaagde erin om een kaartje te bemachtigen voor een tribuneplaats tijdens de optocht. Op de dag van de parade nam Bavaud zijn plaats in op de tribune maar toen de stoet met veel tromgeroffel naderbij kwam, merkte Bavaud tot zijn ontsteltenis dat Hitler aan de tegenovergestelde kant van de straat liep en de afstand te groot was om hem met zekerheid te kunnen neerschieten. Totaal ontredderd besloot Bavaud zijn pogingen te staken en Duitsland te verlaten.
Arrestatie en terechtstelling
Bavaud was echter door zijn centen heen en kon zich geen treinkaartje meer veroorloven. Hij besloot dan maar zwart te rijden, maar dat had hij beter kunnen doen. Op de trein naar Parijs werd hij betrapt, van de trein gezet en overgeleverd aan de politie die bij een routinefouillering het pistool vond waarmee hij Hitler had willen neerschieten. Bavaud werd aangehouden en kort daarna in eerste instantie veroordeeld tot twee maanden cel wegens verboden wapenbezit en zwartrijden. Intussen had de Gestapo zich met de zaak bemoeid en tijdens het verder onderzoek gaf Bavaud toe de bedoeling gehad te hebben Hitler te vermoorden.
In december 1939 werd Bavaud na een proces achter gesloten deuren op beschuldiging van moordpoging ter dood veroordeeld en de veertiende mei 1941 op het binnenplein in de gevangenis van Plötzensee bij Berlijn onthoofd. Ook Marcel Gerbohay ontsnapte de dans niet. Toen hij hoorde van Bavauds mislukte pogingen Hitler te doden nam hij de benen maar werd uiteindelijk in januari 1942 door de Gestapo gearresteerd en op 9 april 1943 terechtgesteld.
Postume strafherziening en rehabilitatie
Eind 1955 werd in het kader van de wetten op de “Wiedergutmachung” een verzoekschrift ingediend bij het Duitse gerecht ter rehabilitatie van Maurice Bavaud. De zaak draaide echter op niets uit en pas tijdens de daaropvolgende procedure in hoger beroep werd het eerder uitgesproken vonnis herroepen. De rechtbank in beroep oordeelde immers dat er juridisch gezien geen sprake kon zijn geweest van een moordaanslag op Hitler, maar hoogstens van een intentie daartoe vanwege Bavaud. De rechters verklaarden bijgevolg de ter dood veroordeling en terechtstelling van Bavaud buiten alle proporties. De Duitse Staat diende daarop bij wijze van schadeloosstelling 40.000 Zwitserse frank uit te betalen aan de familie van Maurice Bavaud die daarmee – zij het postuum – toch enige rehabilitatie had verkregen.
Een litteraire en cinematografische hulde
In 1980 publiceerde de Zwitserse schrijver en onderzoeksjournalist Niklaus Meienberg (1940-1993) een boek over de zaak Bavaud onder de titel: “Es ist kalt in Brandenburg”. Meienbergs boekwerk dat een indringende kijk biedt op de achterliggende motieven en drijfveren van Bavauds pogingen om Hitler te doden, werd kort daarna door de Zwitserse regisseur Villi Hermann en zijn cameraman Hans Stürm verfilmd.
Ook interessant: De 43 hondenlevens van Adolf Hitler
…of: Georg Elser (1903-1945) – De eenzame verzetsheld