Voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden werd archeologisch onderzoek uitgevoerd. Bij het onderzoek zijn onder meer middeleeuwse bewoningsresten aangetroffen. Het gaat om greppels, paalsporen en kuilen die wijzen op bewoning in de elfde of twaalfde eeuw.
Daarnaast is een grote middeleeuwse waterput aangetroffen. De put wordt bij het uitgraven van de fietstunnel onderzocht en reikt volgens de gemeente tot een diepte van ongeveer vijf meter.
Archeologen verwachten dat zich onder het grondwater nog resten bevinden van een uitgeholde houten boomstam. Jaarringenonderzoek van dit hout moet duidelijk maken hoe oud de put precies is.