Dark
Light

Museum Kamp Amersfoort geopend door premier Rutte

Auteur:
4 minuten leestijd
Museum Kamp Amersfoort
Museum Kamp Amersfoort (Foto: Mike Bink / Kamp Amersfoort)

Minister-president Rutte heeft maandag het nieuwe ondergrondse Museum Kamp Amersfoort geopend. Vanwege de coronacrisis gebeurde dit in klein comité. De opening was wel live via internet te volgen. Naast premier Rutte was ook oud-gevangene Arie van Houwelingen (97 jaar) aanwezig.

Premier Rutte en Arie van Houwelingen in het museum
Premier Rutte en Arie van Houwelingen in het museum (Foto: Kamp Amersfoort)
Gelijktijdig met de opening vond de jaarlijkse herdenking plaats van de overdracht van Kamp Amersfoort aan het Rode Kruis in 1945. Tijdens de oorlog zaten circa 47.000 mensen gevangen in het kamp. Het betrof een zeer diverse populatie, zoals verzetsstrijders, Joden, communisten, (vermeende) criminelen, Jehova’s Getuigen, Amerikaanse staatsburgers, Sovjet-krijgsgevangenen en mannen die als dwangarbeider in de Duitse oorlogsindustrie werden ingezet. In het kamp bij Amersfoort heerste een streng regime van honger, dwangarbeid en mishandeling. In totaal zijn 650 mannen omgekomen, waarvan er 383 rond het kamp zijn geëxecuteerd.

Tien biografieën

De afgelopen jaren is gewerkt aan de herinrichting van het voormalige kampterrein en de bouw van een nieuw ondergrondse museum van 1100 vierkante meter groot. Het museum bevat onder andere een permanente tentoonstelling, de wisseltentoonstelling ‘Voor het vuurpeloton’, een virtual reality voor groepen (apart te boeken) en een bezinningsruimte. In het museum wordt het verhaal van Kamp Amersfoort onder meer verteld aan de hand van tien biografieën, een fotowand met gevangenen en historische objecten.

Tijdens de opening van het museum hield de premier een toespraak. Deze is hieronder na te lezen.

Lees ook: Kamp Amersfoort – Concentratiekamp
Boek: Dagboek uit Kamp Amersfoort, 1942

Video: Herdenking Kamp Amersfoort en opening museum door premier Rutte

Toespraak minister-president Rutte bij Nationaal Monument Kamp Amersfoort

Goedemiddag, mevrouw Meershoek, meneer Van Houwelingen, beste kijkers thuis,

Ik vind het een grote eer dat ik zojuist de officiële opening mocht verrichten van dit prachtige nieuwe museumgebouw – samen met u, meneer Van Houwelingen. U kwam hier ooit binnen als gevangene 2993 en werd doorgestuurd naar Duitsland. En nu – meer dan 75 jaar later – kunt u hier aanwezig zijn om de herinnering aan wat u en zoveel anderen is overkomen levend te houden. Om de verhalen door te geven aan de volgende generaties. Dat vind ik heel bijzonder. En u zelf vast ook.

Hier, bij Nationaal Monument Kamp Amersfoort, voel je het gewicht van de geschiedenis. Het is een plek waar duizenden mensen zijn vastgehouden, doorgestuurd naar concentratie- en vernietigingskampen, of ter plekke zijn vermoord. Een plek waar andersdenkenden, gijzelaars en mensen die op enige wijze niet aan de norm voldeden, te maken kregen met bruut geweld en nauwelijks voorstelbare wreedheid. Een plek waar zo’n kolossaal kwaad plaatsvond dat het meer dan 75 jaar later nog steeds een verpletterende indruk op je maakt als je hier rondloopt.

En dat is allesbehalve abstract. De fotowand hier achter mij maakt dat op aangrijpende wijze duidelijk. Want het zijn de persoonlijke verhalen van al deze mensen die hier met hun foto zijn uitgelicht, die samen de geschiedenis van deze plek vormen. Achter al deze foto’s gaan verhalen schuil van pijn en angst, hoop en wanhoop, moed en vastberadenheid. Zoals het verhaal van u, meneer Van Houwelingen. Maar ook van vele lotgenoten van u, zoals een 33-jarige gymnastiekleraar die in april 1942 vastzat in Kamp Amersfoort. Wanneer een grote groep vrienden van hem ter dood wordt veroordeeld, schrijft hij het volgende in zijn dagboek:

‘Daar komen de eersten de hoek om. (…) Wij kijken elkaar aan. Hun oogen zoeken de rijen af, om afscheid te nemen van hun vrienden. De duimen gaan daarbij omhoog. Enkelen van ons kunnen het niet langer volhouden en snikken het uit, vooral nu in het midden heel zachtjes het trouwe Wilhelmus wordt ingezet.’ (…) ‘Ik word zoo vervloekt onrustig, konden we maar iets doen voor deze mannen. Maar we kunnen niets doen, zelfs de mitrailleurs van de hooge torens zijn op ons gericht.’

De wachttoren, waar je langskomt als je Kamp Amersfoort binnengaat, krijgt door zo’n persoonlijk verhaal nog meer lading. Ineens zie je het voor je: de mannen met mitrailleurs erbovenop, klaar om te vuren als iemand een verkeerde beweging maakt. En bijna 80 jaar later voel je gewoon nog de onvoorstelbare angst door de woorden in het dagboek van deze gevangene heen sijpelen. Zijn de wanhoop en het verdriet bijna tastbaar. Wordt de geschiedenis van deze plek concreet gemaakt in het ooggetuigenverslag van één man.

En zo zijn er veel meer persoonlijke verhalen die hier bijeengebracht zijn en die verteld moeten blijven worden. Waarom? Omdat mijn generatie, en alle andere generaties van na de oorlog, ons nauwelijks kunnen voorstellen hoe dat écht moet zijn geweest. Leven in oorlogstijd. Vrezen voor je leven en dat van je geliefden. Gebukt gaan onder het juk van een vreemde bezetter. Een bezetter die geen tegenspraak duldt. Die kampen zoals Kamp Amersfoort bouwde om iedere vorm van verzet of anders zijn wreed en meedogenloos de kop in te drukken.

Ja, juist daarom is het zo belangrijk dat de verhalen van toen bewaard blijven. Dat ze verteld en verbeeld blijven worden. Tastbaar en invoelbaar. Precies zoals hier in het vernieuwde Nationaal Monument Kamp Amersfoort gebeurt. Hier staan we stil bij het onvoorstelbare leed dat op deze plek heeft plaatsgevonden. We laten de verhalen op ons inwerken van hen die erbij waren. En we leren de lessen die we kunnen gebruiken in het hier en nu.

Op deze plek realiseer je je dat leven in vrede en vrijheid een voorrecht is. En geen vanzelfsprekendheid. Ik zou dan ook iedereen willen aanraden: zodra de coronasituatie het weer toelaat, bezoek dit indrukwekkende monument. Om te eren, te leren en te reflecteren.

Hartelijk dank.

×