Vlissingen ligt strategisch aan de monding van de Westerschelde. De gehele oorlog werd er hevig gestreden. Duitsers bombarderen de stad in mei 1940. Vanaf 1943 proberen geallieerden met bombardementen de bezetter te verdrijven. Vlissingen is de meest gebombardeerde stad in Nederland tijdens de oorlog: 75 dagen met bombardementen, 11.500 bommen.
Na de bommen kwam het water. Op 7 oktober 1944 werpen de geallieerden rond de 1500 bommen op de Nolledijk en op de dijk bij Fort Rammekens. Walcheren komt onder water te staan. De binnenstad van Vlissingen blijft droog, maar veel inwoners evacueren naar veiliger gebieden. De stad telde op 1 november 1944 nog maar 3.000 inwoners.
Atlantikwall doorbroken
In het eerste oorlogsjaar ging het leven in Vlissingen min of meer gewoon door. In 1942 werd de stad onderdeel van de Atlantikwall, een lange verdedigingslinie die nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog in de bezette gebieden aanlegde ter voorkoming van een geallieerde invasie. De Atlantikwall liep van Noorwegen, via Denemarken, Duitsland, Nederland en België naar Frankrijk tot aan de grens met Spanje.
De verdedigingslinie bestond uit bunkers, kanonnen en mijnenvelden. Deze Atlantikwall werd slechts op drie plaatsen doorbroken door de geallieerden: In Normandië, in Westkapelle en in Vlissingen. Op de plaats waar de Oranjemolen staat kwamen de geallieerden aan wal.

Rondleidingen
Vanaf 6 juli is het mogelijk de molen te bezoeken door middel van rondleidingen. Bezoek voor meer informatie de website van het muZEEum.
Volg ons: