Lange tijd wisten archeologen niet zo goed hoe gevonden kookgerei uit de Myceense periode (1600-1100 voor Christus) werd gebruikt. Maar nu zijn ze eruit: de oude Grieken wisten alles van een goede barbecue én hadden pannen met een anti-aanbaklaag.
Bij opgravingen vonden archeologen keramieken bakjes voor vleesspiesjes (souvlaki). Ook vonden ze bakplaten die waarschijnlijk werden gebruikt voor het bakken van brood. De platen waren aan één kant glad, aan de andere kant zaten kleine gaatjes.
De onderzoekers konden het echter niet eens worden over de vraag of de bakjes boven het vuur werden geplaatst om het vet uit het vlees op te vangen óf dat de bak hete kolen bevatte waarboven het vlees werd gegrild, als een soort draagbare barbecue. Ook wisten ze niet waar de gaatjes in de bakplaat voor dienden.
Assistent-professor Julie Hruby van het Dartmouth College in Hanover (New Hampshire) probeerde hierop een antwoord te vinden door te koken in Myceense stijl. Een keramist maakte zo goed mogelijke replica’s van het antieke kookgerei waarop Hruby de grilltechniek van de oude Grieken testte. Ze ontdekte dat het vlees perfect gaar werd wanneer de hete kolen in de langwerpige pan gingen.
Draagbare kooktoestellen
Volgens Hruby kunnen de keramieken bakjes gezien worden als draagbare kooktoestellen, die wellicht werden gebruikt tijdens Myceense picknicks. Ze ontdekte ook dat de gaatjes in de bakplaat voor het brood fungeerden als een soort anti-aanbaklaag. Hruby presenteerde haar bevindingen op de jaarlijkse bijeenkomst van de Archaeological Institute of America.
Volgens Hruby waren de technieken die de Myceners gebruikten zeer geavanceerd voor hun tijd. Voor (en tijdens) de Myceense periode werd er voornamelijk gekookt in potten.