Grote mannen, grote daden. De Franse koningen Henry III, Louis XIV en Napoleon Bonaparte waren allemaal niet voor een gat te vangen en een oorlogje meer of minder was voor hen ook geen probleem. In de geschiedenis hebben ze in ieder geval duidelijke sporen nagelaten.
Ook ‘grote mannen’ hebben echter angsten. De hierboven genoemde historische Franse grootheden leden bijvoorbeeld aan de ziekte ailurophobia. In gewoon Nederlands: ze hadden een ziekelijke angst voor katten. Het woord ailurophobia komt uit het Grieks en is opgebouwd uit de woorden ailouros (kat) en phobos (angst).
Anderen
Niet alleen Franse koningen leden aan de ziekte. Volgens sommige bronnen leden ook deze geschiedkundige personen aan de kattenziekte: Genghis Kahn, Alexander de Grote, Julius Caesar, Benito Mussolini en Adolf Hitler.