Met meer dan tweehonderd kilometer strand behoort de ‘Jersey Shore’ tot de favoriete reisbestemmingen van de New Yorkers. Al meer dan honderd jaar trekken de inwoners hier in de zomermaanden massaal naar toe om te bekomen van het drukke stadsleven. De wateren langs deze kust waren echter niet altijd zo rustgevend…
Vijf dagen later ging in Spring Lake, zeventig kilometer ten noorden van Beach Haven, de 27-jarige portier van het Essex & Sussex Hotel Charles Bruder zoals gewoonlijk na afloop van zijn dienst om twee uur in de middag zwemmen. Hij was ongeveer honderd meter van de kustlijn verwijderd toen leden van de reddingsbrigade zagen dat hij wild om zich heen sloeg en het water rood kleurde. Ze roeiden in hun boot de panische zwemmer tegemoet, die hen toeschreeuwde dat hij gebeten was door een haai. Nog voor hij aan land kon worden gebracht stierf hij. De artsen die hem onderzochten stelden vast dat zijn beide onderbenen verdwenen waren. Ditmaal bestond er geen twijfel meer. Honderden badgasten waren er getuige van geweest hoe een haai opnieuw een slachtoffer had gemaakt.
Het nieuws verspreidde zich snel en schokte de Amerikanen, maar kwam ook wereldwijd op de voorpagina’s van de kranten terecht. De mensen-etende haai die de stranden van New Jersey terroriseerde werd het gesprek van de dag. De strandtoezichthouders probeerden de bezoekers echter gerust te stellen. Ze lieten grote metaalplaten en stalen netten onder de waterlijn aanbrengen op plaatsen waar de badgasten zich pleegden op te houden. Dat er een gevaarlijke haai zwom viel niet meer te ontkennen, maar ze benadrukten dat de mensen weer met een gerust hart konden baden in de beveiligde zones. Ondanks deze maatregelen bleven de stranden vanaf toen echter leeg. Ze gingen alleen nog maar het water in op plaatsen waar de haai niet kon komen. Maar daarmee onderschatten ze de vraatzucht van dit exemplaar, zo zou spoedig blijken.

Matawan Creek
Zes dagen later en vijftig kilometer ten noorden van Spring Lake begaf een groepje jongens zich op weg naar hun gebruikelijke zwemstek aan de Matawan Creek, nabij Keyport. De kreek bevond zich vijf kilometer landinwaarts van de Raritan Bay en er was daarom geen enkele reden om te veronderstellen dat het gevaarlijk was om hier te zwemmen. Voormalig zeekapitein en inwoner van Keyport Thomas Cottrell raakte echter gealarmeerd toen hij, staande op de brug over het smalle water dat toegang gaf tot de kreek, een grote vis van acht voet lengte onder zich door zag zwemmen. Zijn waarschuwing werd echter weggewimpeld gezien de grote afstand tussen Keyport en Spring Lake. Dat bleek een misrekening, want toen één van de jongens, de 11-jarige Lester Stillwell, in het water gedoken was en zijn vrienden gebaarde om er ook in te komen, sloeg het noodlot toe. De haai kwam met zijn bek boven water, omsloot met zijn kaken het lichaam van Lester en trok hem naar beneden. Zijn vrienden renden naar Keyport om hulp te halen en het was de 24-jarige Watson Stanley Fisher die daar meteen gehoor aan gaf. Bij de kreek aangekomen sprong hij in het water en wist het roerloze lichaam van Lester te bereiken. Maar op het moment dat hij het mee naar de waterkant wilde trekken werd hij zelf door de haai aangevallen die zijn tanden het in rechterdijbeen van Fisher zette. Toen deze weer losliet wist Fisher weliswaar nog met zijn laatste krachten uit het water te komen, maar stierf nog voor het einde van de middag aan zijn bloedverlies in het plaatselijke ziekenhuis.

Een half uur later en enkele honderden meters verderop werd de veertienjarige Joseph Dunn het volgende slachtoffer. Zijn broer en een vriend waren echter zo onverschrokken om het gevecht aan te gaan met de haai en wisten Joseph’s linkerbeen uit de bek van het beest te bevrijden. Aan deze heldhaftige daad dankte Joseph zijn leven, want na een verblijf van twee maanden in het ziekenhuis was hij volledig genezen.
Wraak
De mensen in Keyport waren geschokt, woedend en zonnen op wraak. Ze zetten vervolgens alle middelen in om de haai te vangen. Tot de tanden bewapend begaven ze zich naar de Matawan Creek. Geweren, harpoenen, lokaas: alles brachten ze mee. Maar ook de hele oostkust was in staat van alarm en velen wilden het roofdier vangen dat voor deze verschrikkelijke slachting verantwoordelijk was. De reddingzwemmers hadden zich met geweren bewapend en begaven zich te water met grote haken waaraan stukken vlees bevestigd waren om de haai te lokken. De grootste haaienjacht uit de geschiedenis was begonnen.

Jaws
In 1974 liet schrijver Peter Benchley zich voor het schrijven van een roman inspireren door deze gebeurtenissen uit 1916. Het werd binnen korte tijd een bestseller en twee Hollywoodproducenten die hier lucht van kregen kochten de rechten op. De 29-jarige regisseur Steven Spielberg kreeg van hen de opdracht om hier een speelfilm over te maken. Die verscheen een jaar later in de bioscopen en joeg het publiek de nodige angst aan. Bij het verlaten van de zaal stelde menigeen zichzelf gerust met de gedachte dat het maar een film was… Spielberg nam er een dialoog in op die rechtstreeks verwijst naar wat er in 1916 gebeurd was:
“…it happened before! The Jersey Beach! 1916! Five people chewed up on the surf!”
In 2001 verscheen er een film onder de titel Twelve days of terror die waarheidsgetrouw de haaienaanvallen van juli 1916 op het witte doek liet zien, terwijl drie jaar later Discovery Channel dit voor de televisie deed in een gelijknamige documentaire. Overigens verwent laatstgenoemde televisiemaatschappij haar kijkers jaarlijks met een ‘Shark Week’, waarin surfers, duikers en vissers vertellen over hun huiveringwekkende ontmoetingen met de angstaanjagende beesten.