Wetenschappers hebben in een grot bij Kalamakia, op het Griekse schiereiland Mani, de overblijfselen gevonden van acht neanderthalers. Twee van hen waren jongvolwassenen.
In de grot werden onder meer botten, tanden, een deel van een schedel gevonden. Ook vonden de wetenschappers gereedschappen, zoals schrapers, die waren gemaakt van kwarts, vuursteen en schelpen. De voorwerpen dateren uit 100.000 – 39.000 voor Christus en bevinden zich in verschillende grondlagen, sommige liggen zelfs op twintig meter diepte.
Samen met een menselijke tand die werd gevonden in de nabijgelegen grot van Lakonis, zijn dit de eerste overblijfselen van Neanderthalers die in Griekenland zijn ontdekt. De vondst bevestigt volgens paleoantropoloog Katerina Harvati van de Universiteit van Tübingen dat er tijdens het Laat-Pleistoceen neanderthalers in de Mani-regio hebben gewoond.
Volgens de professor grenst Griekenland aan de meest waarschijnlijke route waarlangs de mens en eerdere mensachtigen uit Afrika via het Midden-Oosten naar Europa kwamen.