New Yorkers misten zomer 1945 zeventien dagen de krant

7 minuten leestijd
Willekeurige editie van The New York Times uit juli 1945
Willekeurige editie van The New York Times uit juli 1945

Op zaterdag 30 juni 1945 gingen bezorgers van elf New Yorkse kranten, waaronder de New York Times, in staking. Inwoners van de stad ontvingen zeventien dagen de krant niet meer op de mat en konden deze ook niet meer kopen bij de news stands verdeeld over de stad. Hoe verliep de staking en wat misten mensen aan de krant?

Bazen van de vakbonden van krantenbezorgers verzochten aan ruim 1500 bezorgers die werkzaam waren bij de elf stedelijke kranten, om het werk vanaf middernacht 1 juli 1945 neer te leggen. Penningmeester van de vakbond van bezorgers, meneer W. Burke, kondigde de staking bij de kranten aan. Hierdoor zou deze niet geheel onverwacht aankomen. Hij verzekerde de kranten dat de bezorgers beschikbaar zouden zijn tot klokslag middernacht 1 juli. Vanaf dat moment zou het oorspronkelijke contract tussen de bezorgers en de kranten aflopen. De belangen van de kranten werden behartigd door de War Labour Board. Deze organisatie diende arbeidsconflicten in de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog op te lossen. Het voornaamste doel van deze bond was om werkstakingen tijdens de oorlog zo veel mogelijk te voorkomen, om economische schade te voorkomen.

De New York Times (Times) berichtte zaterdag 30 juni 1945 dat 1648 bezorgers vanaf zondag 1 juli zouden gaan staken. Echter stroomde het op 30 juni vanaf zes uur ziekmeldingen. Hierdoor werd onverwachts de bezorging van de zondagkrant volledig platgelegd. De gecombineerde oplagen van alle Nieuw Yorkse kranten werd door de Times geschat op 5 miljoen exemplaren op werkdagen. Van de zondagkrant werden gemiddeld 7,7 miljoen exemplaren verkocht. De staking zou ongeveer 13 miljoen New Yorkers en inwoners van naastgelegen dorpen en steden treffen. Vanuit het perspectief van de bezorgers was de eerste stakingsdag dus uiterst effectief en werden ruim 7 miljoen kranten niet aan lezers verkocht.

De bezorgers wilden een hoger loon, kortere werktijden, ontslagvergoeding, doorbetaling bij ziekte, financiële compensatie bij ongevallen en een sociaal vangnet met verzekeringen. Een hele rij aan eisen dus die betaald diende te worden door de uitgever, de werkgever van de bezorgers. De directie van de New Yorkse kranten zagen geen aanleiding om met de stakers in zee te gaan. Zij kregen een tweeweekse vakantie per jaar en zes vakantiedagen. Ruim voldoende volgens de werkgevers.

Lange rijen op straat

De Times berichtte op maandag 2 juli 1945 dat zich vanaf 1 juli om 23.00 uur groepen mensen verzamelde voor het kantoor van de krant aan de West Forty-Third Street. Om 23:20 uur stonden er volgens de Times al vijfhonderd mensen voor het gebouw om de krant van de volgende dag te kopen. De rij werd in de loop van de volgende ochtend zo lang dat deze op zijn langst ongeveer een kilometer lang was, of zoals de krant het verwoordde…

“…a double line that soon extended to Broadway from the delivery entrance where the papers were being sold.”

De Times verkocht 25.000 losse exemplaren van de zondagkrant op 1 juli vanaf de eigen vestiging; de volgende dag waren dit er 30.000. Om het aantal krantenkopers zo snel mogelijk te helpen werd buiten het gebouw van de Times een grote kraam geopend. Enkele cijfers maken al snel duidelijk dat inwoners van de stad graag de krant wilde lezen. Zo begon de verkoop van de woensdageditie van de Times op dinsdag 3 juli vanaf 23.00 uur. Ongeveer tweeduizend mensen stonden ervoor in de rij. Binnen een half uur werden 5500 exemplaren verkocht. Op zondag 8 juli 1945 werden voor het eerst meer dan 100.000 kranten verkocht. Dit aantal liep dagelijks nog op en was mede het gevolg door opheffing van de regel ‘een krant per persoon’, die in de eerste week gold. Het gebouw van deze krant was 24 uur per dag geopend om zoveel mogelijk kopers te voorzien.

In het oorspronkelijke contract tussen de bezorgers en de uitgever was een staakverbod opgenomen. De stakers trokken zich hier echter weinig van aan. De vakbond van bezorgers maakte vooral duidelijk dat over de eisen niet te onderhandelen viel.

Redactie van The New York Times in 1942
Redactie van The New York Times in 1942 (Publiek Domein – wiki)

Het gemis van bezorgers betekende dat vele krantenpersen slechts op enkele procenten van hun volledige capaciteit gingen werken. Ook werd het gebruikelijk dat kranten in omvang krompen. Waar exemplaren van de Times in juni tussen de 30 en 40 pagina’s bevatte, was het in juli gebruikelijker dat de krant tussen de 20 en 26 pagina’s telde.

Doordat de kranten de vervroegde ‘ziekmeldingen’ niet zagen aankomen, werden honderden tonnen aan krantenpapier verspild. Om de New Yorkse burger toch nog op de hoogte te houden van het nieuws lanceerden de Times en andere grote kranten in de stad vanaf zeven uur ’s ochtends radio-uitzendingen waarin een samenvatting van het nieuws werd gepresenteerd.

Toenemende agressie van stakers

Hoewel de kranten in New York geheel afhankelijk waren van hun bezorgers om hun dagelijkse oplage volledig te kunnen verspreiden, gaven zij niet zomaar toe aan het eisenpakket van de stakers. Hierdoor werd de houding van de stakers vijandiger. Politiebureaus in de hele stad waren vanaf 1 juli geïnformeerd over de staking. Honderden agenten werden stand-by gezet om de orde op de straat te handhaven.

Vanaf 3 juli meldde de Times dat stakers rond het gebouw van de krant liepen en mensen opriepen om geen krant te kopen. Ook bemoeiden stakers zich met klanten die meer dan één krant kochten. Er vonden twee arrestaties van stakers plaats op 2 juli 1945, kort nadat deze stakers een krantenstapel van iemands schouder afduwden. Ook kwamen incidenten voor waarbij stakers de kranten uit de handen van de kopers gristen en deze verscheurde.

De krantenvakbond vond de staking met de dag onverantwoordelijker worden, verwijzend naar de incidenten op de straat en het feit dat miljoenen mensen hun nieuws moesten missen tijdens het eind van de Tweede Wereldoorlog. Op 6 juli dreigde de War Labour Board dat de krantenbezorgers loonsverhogingen in de toekomst konden vergeten indien de staking niet direct werd gestopt. Er vonden vele onderhandelingen plaats tussen de krantenvakbond en de bezorgvakbond maar deze verliepen veelal moeizaam.

Aanval op de marinebasis Pearl Harbor - US Navy
Aanval op de marinebasis Pearl Harbor – US Navy
Krantenstakingen waren niet nieuw in de stad. Vanaf de Japanse aanval op Pearl Harbor in december 1941 tot juli 1945 vonden in totaal dertien stakingen plaats. De staking in juli 1945 was echter een van de grootste stakingen die de stad kende.

Wat misten lezers aan de krant?

De mate waarin New Yorkers de krant misten is verschillende malen onderzocht door meerdere onderzoeksinstanties. Het Bureau voor Toegepast Sociaal Onderzoek deed tijdens het eind van de eerste week van de staking (6-7 juli 1945) onderzoek naar wat het missen van de krant betekende voor New Yorkers. Het Bureau interviewde zestig inwoners van Manhattan. Deze groep bestond voornamelijk uit hoogopgeleiden, vanwege het hoge percentage frequente krantenlezers. De meeste respondenten van deze groep gaven aan dat hun dagelijkse leesmateriaal hen door de staking werd afgenomen. Ook vonden respondenten het hun plicht om op de hoogte te blijven van de oorlog omdat dit hun schuldgevoel van het niet meedoen met de oorlog verkleinde.

Er waren echter ook mensen blij en opgelucht dat er even geen nieuws was. Zo vonden sommigen het ontspannend om niet blootgesteld te worden aan oorlogsnieuws of dagelijkse verhalen over misdaad in de stad. Voor een ober van een New Yorks restaurant gold dat hij het een opluchting vond om politieke verhalen te missen omdat hij het met de krant in kwestie, The Mirror, oneens was.

Twee jaar later, in 1947, werden vergelijkbare studies gedaan. Het Elmo Roper Bureau en de Fact Finders Associates inc. zochten uit wat inwoners van New York deden om toch aan nieuws te komen, welke berichten in de krant werden gemist en in hoeverre de krant als onderdeel van het dagelijks leven werd gemist. Deze bureaus hielden interviews en enquêtes met honderden willekeurige stadsbewoners. Hieruit kwam onder meer voren dat veel mensen het erg lastig vonden om nieuws bij te houden via de radio. Aan dit medium waren New Yorkers halverwege de jaren 1940 kennelijk nog onvoldoende gewend voor hun dagelijkse nieuwsconsumptie. Tevens vonden stedelingen het lastig of vervelend om door de stad rond te moeten lopen en aan anderen te moeten vragen wat er gaande was. Met name zakenlui misten beursgerelateerd nieuws. Daarnaast werd ook het dagelijkse weerbericht gemist samen met advertenties en kookrecepten.

“Door het niet lezen van de krant hadden miljoenen mensen plotseling ongeveer een halfuur tot uur extra in hun dag.”

Tweederde van de respondenten van de studies uit 1947 gaven aan geen idee te hebben wat er gaande was in de wereld nu zij de krant moesten missen. Respondenten zeiden veelal dat de krant ze op de hoogte bracht over serieus nieuws, maar konden dat vaak niet verbinden aan een specifieke gebeurtenis. Zo kon slechts de helft van deze groep concreet een voorbeeld geven van welk onderwerp zij meer wilden weten. Deze bevinding zegt onder meer dat de krant gemist werd als dagelijkse routine – vaak in de ochtend.

Op inhoudelijk gebied was het gemis kleiner. Veel New Yorkers voelden zich vreemd of verveeld; door het niet lezen van de krant hadden miljoenen mensen plotseling ongeveer een halfuur tot uur extra in hun dag. Slechts één derde van de respondenten miste de krant voor oorlogsnieuws, terwijl veel Amerikaanse soldaten terugkeerden vanuit Europa en diverse geallieerde gevechten plaatsvonden in Oost Azië. Wanneer respondenten werd gevraagd om een concreet onderwerp te noemen waar zij meer over wilden weten werd – indien de respondent iets kon bedenken – de oorlog in Oost Azië genoemd.

Op 17 augustus 1945 kwamen de stakers en de War Liberation Board tot een akkoord. Alhoewel niet aan alle eisen van de stakers werd voldaan, kregen zij de drie meest-verzochte aspecten: betaalde vakanties, vijftig procent meer vakantiedagen en een loonsverhoging. Vanaf de middag van 17 augustus werden krantenkramen in New York weer volledig bijgevuld en ’s avonds werd de verspreiding van het ochtendnieuws weer hervat.

~ Uko Pruis

Ook interessant: De krant, een cultuurgeschiedenis

Bronnen

-Krantenedities van The New York Times in de periode van 30 juni – 17 juli 1945.
-Berelson, Bernard. “What Missing the Newspaper Means.” In Communications Research, geredigeerd door Paul F. Lazarsfeld en Frank N. -Stanton, 111-129. Nieuw York: Harpers en Brothers, 1948.
-Brotherton, Rob. “Newspapers went on a strike in New York in 1945. But journalists were not missed.” The Print, 24 juli 2020. https://theprint.in/pageturner/excerpt/newspapers-went-on-a-strike-in-new-york-in-1945-but-journalists-were-not-missed/467406/

0
Reageren?x
×