Het eerste deel sloten we af met het gebruik van speren door de Homo heidelbergensis in het huidige Duitsland. Hun houten werpsperen met in vuur geharde punten worden gedateerd op tussen de 400- en 270 duizend jaar oud. Wat aansluit en overlapt met de ouderdom van in Ethiopië gevonden houten speren met stenen punten, die circa 280 duizend jaar geleden werden gebruikt door andere hominidae.
Nog oudere vondsten in Afrika tonen aan dat mensachtigen het gebruik van speren al zo’n 500 duizend jaar kennen. Waar chimpansees in Senegal niet onmiddellijk van onder de indruk zijn. Net zo min als van ‘ons’ gebruik van werktuigen.
Dodelijker op afstand
Waar de chimpansees wel jaloers op zijn, en wat het verschil in wapenkundig intellect tussen hun stamboom en de onze wezenlijk vergrootte, was het leren op afstand te doden. Met name door te gaan gooien met een speer. Wat de dodelijke afstand tot 20-40 meter vergrootte (modern olympisch 90+ meter). Om dit accuraat te doen zijn snel metende- en rekenende hersens nodig. Gezien de gewichtsdistributie-eisen van een werpspeer is ook niet elke speer er geschikt voor. De speerpunten evenmin. Zonder de kinetische energie-formule van ‘de helft van de massa keer het kwadraat van de snelheid’ te kunnen opdreunen, zullen de diverse homo-soorten toch geleerd hebben dat een gegooide speer vanwege de snelheid een sterkere speerpunt moet hebben dan een steekspeer. En dat de gebruikte steensoort, de vorm en bewerkinsgmethode – waaronder verhitting – invloed hebben op de sterkte ervan.
Daar de leefperiode en -gebieden van diverse Homo-soorten overlapten tijdens het ‘speertijdperk’ (van circa 500 duizend tot 50 duizend jaar geleden) kan het verschil in speervernuft en -gebruik van groot belang zijn geweest bij eventuele onderlinge confrontaties. En het verdwijnen van soorten. Wat speerontwikkeling een grote stap in de bewapeningswedloop maakten. De langst durende stap ook.
Waar het verder inslaan en uitbreiden van deze kinetische weg middels mechanische projectie de volgende stap van werd. Wanneer wapens zoals de speergooier (gooibord, atlatl), de slinger, de katapult of de meest superieure van allen, de pijl en boog hun intrede deden blijft vaag, maar afgaande op de vondsten gingen we circa 50 duizend jaar geleden serieus kinetisch. En groeide de dodelijke afstand naar zo’n honderd meter (of meer). Vermoedelijk trapte de speergooier het mechanische wapentijdperk af. Daar de tot op heden gevonden artefacten en andere aanwijzingen alleen duiden op het gebruik van mechanische wapens door de Homo sapiens, had deze soort er bij confrontaties wellicht een voorsprong mee.
Aurignacientechniek periode
Bij confrontaties denken wij als Europeanen dan natuurlijk eerst aan de mogelijke botsingen tussen Homo sapiens en Neanderthalers op ons continent, waar na eerdere migraties onze meer definitieve voorouders de ‘Cro-Magons’ zich zo’n 40 duizend jaar* geleden vestigden, en hun Aurignacientechnieken meenamen. Bij voorgaande ontmoetingsperioden hadden deze twee Homo-soorten hun genen al wat vermengd, en wellicht voor of na het gestoei tussen de berenlappen ook wapenkennis uitgewisseld. Of overleg gepleegd voor een FLINT-I akkoord om bijvoorbeeld het gebruik van speerpunten met weerhaak-karteling uit te bannen.
Iets minder speculatief is dat de Neanderthalers 40 duizend jaar geleden hun Levallois en Moustérien steenvaardigheden inmiddels hadden uitgebreid met onder andere schuur-en polijsttechnieken (dit mogelijk onafhankelijk* van de Homo sapiens). Welke ze in ieder geval gebruikten voor het bewerken van beenderen. Schuur- en polijsttechnieken geven werktuigen niet alleen een prettig gladde aanblik, maar ook een gehard oppervlak. Waarmee met name bijlen -nadat deze in de late Acheuléenperiode (1.7 miljoen tot 100 duizend jaar geleden) net als speerpunten op houten stelen waren gezet- opnieuw aanzienlijk effectiever werden.
Neolithicum
De schuur- en polijsttechnieken ontwikkelden zich in de late steentijd, en werden hoofdkenmerken van de opvolgende nieuwe steentijd, het Neolithicum. Een periode die Neanderthalers en andere non-sapiens niet meer meemaakten. De periode duurde vanaf circa 14 duizend jaar geleden tot aan ruwweg de komst van het protoschrift (circa 7000 BC) en het gebruik van koper (vanaf 5500 BC). De definitieve doodsteek van de steentijd kwam met het aanbreken van de bronstijd (circa 3200 BC).
Hierin werd de volgende grote stap van de wapenwedloop gezet. De introductie van het zwaard. Hoewel de vrijwel gelijktijdig uitgevonden ‘pen’ (het schrift – 3200 BC) aangeprezen wordt als machtiger, hakte het zachte koper en tin samengesmolten tot brons, en (gegoten) tot zwaard verwerkt, de hardere steentijd toch aan mootjes. Waarna het brons vanaf circa 1200 BC eenzelfde lot onderging onder de gesmede slagen van ijzer, wat veredeld tot staal een flexibelere hardheid kreeg om nog effectiever te worden. En de rest, zoals dat heet, is geschiedenis.
* In 2014 in Oostenrijk gevonden 43.500 jaar oude Homo sapiens resten vervroegen de ‘Cro-Magnon’ aankomst, wat een langere overlap met de laatste Neanderthalers betekent. Met mogelijk meer uitwisseling van technieken. Hier het laatste nieuws (23 april 2015) over de vanuit het zuiden ‘oprukkende’ Homo sapiens met hun (Proto-)Aurignacien-cultuur. Bij alternativearchaeology.jigsy maken ze deze mogelijk met Neanderthalers gedeelde cultuur sexy.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op ThePostOnline.nl
Boek: Het verhaal van de mens