Heel, heel lang geleden hoorde ik iemand uitleggen waarom de nimf Kalypso verliefd werd op de Griekse held Odysseus en waarom ze hem zeven jaar bij zich hield. Ik sta er niet voor in dat dit de uitleg is die de mensen in de Oudheid aan het verhaal gaven, maar dat is niet zo belangrijk. Mythen zijn immers van iedereen die ze nodig heeft en vandaag zijn wij dat.
In elk geval: Kalypso is onsterfelijk en Odysseus is dat niet. Dat laatste is wat hem voor haar aantrekkelijk maakt. Zijn tijd is beperkt en zijn beslissingen hebben consequenties. Als hij een verkeerd besluit neemt zal hij de gevolgen moeten dragen. Hij kan nooit helemaal opnieuw beginnen en dat maakt zijn leven een stuk interessanter dan dat van de onsterfelijke, die de tijd heeft een vergissing te herstellen. Alsof het leven een computerspelletje is waarin je op elk moment kunt terugkeren naar een punt dat je hebt gesaved.
Die mogelijkheid heeft een sterveling dus niet. Zoals gezegd: zijn keuzes doen ertoe. De sterveling heeft daarmee echter ook iets moois binnen handbereik: als hij een goede keuze heeft, is hij blij. Omgekeerd kan hij ook pech hebben en ongelukkig zijn. De onsterfelijke goden kennen noch geluk noch ongeluk.
Saai
Ik vermoed daarom dat ze anderen ook niet gelukkig kunnen maken, want ze kennen noch die toestanden noch de wegen waarmee je gelukkig dan wel ongelukkig wordt. Kalypso kon Odysseus niet gelukkig maken. Je snapt waarom hij niet bij haar wilde blijven en smeekte – zoals afgebeeld op het Romeinse olielampje hierboven – of hij mocht vertrekken.
Ik moet het dus voor één keer oneens zijn met de dichter: de goden zijn, anders dan hij schrijft, niet gelukzalig. Het leven van de onsterfelijken is eigenlijk nogal saai. En alsof dat nog niet erg genoeg is gaat dat saaie leven ook nog eens oneindig lang door.
Meer Griekse mythologie
Boek: De grote mythologie encyclopedie