Het ontstaan van een gemeenschappelijke Europese cultuur

Recensie van het boek van Orlando Figes
5 minuten leestijd
'Europeanen', detail van de boekcover

Een virus verspreidt zich razendsnel over de wereld. Het maakt indringend duidelijk hoe verweven mensen zijn met elkaar en met de wereld. Deze verwevenheid, op Europees niveau, is de inzet van het boek Europeanen van de Britse historicus Orlando Figes.

Pauline Viardot-García
Pauline Viardot-García (Publiek Domein – wiki)
Uitgangspunt is de culturele canon die rond 1900 was ontstaan. De Europese elites en gegoede burgers, want daar gaat dit boek vooral over, kregen standaardrepertoires tot hun beschikking. Overal in Europa stonden dezelfde boeken, dezelfde schilderijen en dezelfde muziekstukken op het menu. Van Engeland tot Rusland, overal kende men de namen van Hugo, Beethoven en Monet. Of men hun werk bewonderde of niet, het was deel van de opvoeding van burgers geworden. Orlando Figes, bekend van dikke en bijzondere boeken, volgt drie Europeanen bij hun handel en wandel. Zij bieden hem een caleidoscopisch perspectief op de culturele elite van hun tijd en op de totstandkoming van de culturele canon. Hiermee werpt Figes licht op de vraag: hoe is de culturele ruimte van Europa ontstaan?

Drie levens

In het boek staan drie mensen centraal: de zangeres en componiste Pauline Viardot-García (1821-1910), de kunstcriticus en journalist Louis Viardot (1800-1883) en de schrijver Ivan Toergenjev (1818-1883). Hun levens zijn op intense wijze met elkaar vervlochten. Pauline en Louis trouwen met elkaar; niet uit liefde, maar eerder uit strategisch oogpunt. Hij gebruikt zijn wijdverbreide netwerk en middelen om haar een vrij gebaand carrièrepad te verschaffen. Later treedt ze op als haar eigen manager. De liefde lijkt vooral bestaan te hebben tussen Pauline en Toergenjev. Vanaf het moment dat deze Russische schrijver haar ontmoet, valt hij als een blok. Om voorgoed te blijven vallen. Hun brieven getuigen van intimiteit, Toergenjev kan niet zonder haar. Hij reist de Viardots overal achterna, of ze zich nu vestigen in Duitsland, Frankrijk of Engeland. Hun intimiteit is een publiek geheim. Europeanen is dus een boek over grote lijnen, verheven kunsten, grote woorden, maar ook een boek over menselijke verwachtingen, worstelingen en ambities.

Grote veranderingen

De negentiende eeuw is de eeuw van de grote veranderingen. Zo wijst Figes op de vele technologische ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen die zich voordeden: betere en goedkopere druktechnieken, een groeiend lezerspubliek. Geen enkele ontwikkeling krijgt meer aandacht dan de uitbouw van de spoorwegen, …

‘…bij uitstek het symbool van de industriële vooruitgang en de moderne tijd.’

Paard en wagen gaan steeds meer tot het verleden behoren. De treinen bieden verbluffend veel tijdswinst waardoor het besef van tijd en plaats verandert. Mensen en hun brieven, kranten en hun informatie, het gaat steeds sneller rond in een steeds groter gebied. Op stations komen krantenkiosken, hotels vestigen zich in de buurt. Een station verknoopt een plaats, aanvankelijk groot, later ook klein, met de wereld die ertoe doet. De eerste treinen worden met gejuich binnengehaald. Ze belichamen de vooruitgang, de moderniteit, ze brengen het gevoel bij Europa te horen.

Opera

Dankzij de treinen verspreiden nieuwe boeken en nieuwe muziek zich als een olievlek over Europa. Neem de operawereld. De opera ontstaat in Italië, waar het aanvankelijk vooral de elite van een stad bedient. Wil een operagezelschap een groter publiek bereiken, dan moet het zelf de steden langs gaan, veelal om opera’s of delen daarvan te herkauwen. Dankzij het sporennet komen steeds meer mensen naar de stad om onder meer het operagebouw te bezoeken. Het achterland van een operahuis groeit. Operahuizen halen steeds meer geld binnen, componisten krijgen langzaam maar zeker meer betaald. Rossini is de eerste die internationaal faam maakte. Met zijn Barbier van Sevilla (1816) en La Cenerentola (1817) zet hij zichzelf op de kaart van Europa. Doordat het publiek groter wordt, verandert de opera van karakter. Opera’s kunnen niet zomaar meer herhaald worden, aangezien mensen gemakkelijk tussen steden kunnen reizen. Daar komt bij dat operaorganisaties hun best gaan doen om de uitdijende groep potentieel geïnteresseerden te verleiden langs te komen. Daarom gaan opera’s spektakel bieden. Robert le Diable van Gaiacomo Meyerbeer wordt het toonbeeld van hoe een opera eruit moet zien:

‘Het was een feest van beweging, licht en kleur, alsook van de prachtige kostuums, decors en technische effecten.’

Literatuur

Ook schrijvers gaan een Europese markt bedienen. Dit is duidelijk af te lezen aan de biografie van Toergenjev. Diens doorbraak komt met Jagersverhalen, eind jaren veertig. Hij beschrijft op indringende wijze het lijden van de Russische boeren. Dit werk slaat in als een bom. Het zou tsaar Alexander II er zelfs mede toe aangezet hebben om de lijfeigenschap af te schaffen (1861). Dankzij Jagersverhalen is Toergenjev een Europese schrijver. Zijn inkomsten stijgen, hij kan leven van zijn literaire werk (al zullen geldzorgen hem altijd blijven achtervolgen). Nationale en internationale afspraken gaan zulke inkomsten beschermen tegen illegale en goedkope kopieën. Toergenjev is hier ook mee bezig, altijd gesteund door de Viardots. Hij denkt tevens aan zijn landgenoten, hij regelt vertalingen, recensies en contracten voor mannen als Gogol, Dostojevski en Tolstoj. Zulk werk is ondenkbaar zonder spoorwegennetwerk. Zijn brieven gaan Europa rond, maar hijzelf ook: Figes noemt hem de meest bereisde schrijver van zijn tijd. Voor veel Russen is Toergenjev zelfs te Europees om nog Russisch te zijn.

Routes

Zodoende ontstaat eind negentiende eeuw een canon. De wetten van de markt zijn hier belangrijk voor. Operahuizen, uitgevers van muziek en boeken en musea, ze gaan steeds meer inzetten op de kunstuitingen die de garantie bieden op een groot publiek. Ze grijpen steeds vaker terug op kunstenaars die zich bewezen hadden. De burgers en de elites kunnen en willen allemaal hetzelfde zien of lezen, het liefst zoveel mogelijk met eigen ogen. Op deze manier ontstaan standaard reisroutes, waarin iemand als Thomas Cook het voortouw neemt. Zijn naam is nog altijd bekend via het wereldwijde reisbureau dat hieruit ontstaan is. De stroom toeristen moet langs de geijkte punten in Europa, de operahuizen, de schrijvershuizen. Kortom, de kaskrakers. Zo ontstaat een ‘relatief vast repertoire’, een canon in de hedendaagse betekenis: een aanbod van min of meer verplichte kost.

Figes wekt, bij dit alles, de indruk het Europese culturele domein te overzien. De opera’s, boektitels, schilderijen, ze vliegen de lezer om de oren. Hij citeert uitgebreid uit briefwisselingen en recensies die circuleren onder de culturele elites in de negentiende eeuw. Zo kan hij laten zien hoe de culturele canon gestalte krijgt. Fascinerend is zijn vaststelling dat pas na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog de Europese cultuur als zodanig erkenning krijgt; juist op het moment dat die aan flarden wordt geschoten in de loopgraven en de culturele circulatie stilvalt. Het is jammer dat hij amper uitweidt over deze vaststelling. Hoe verklaart hij dit? Hoe vergaat het de prominente cultuurdragers juist in tijden van oorlog? Misschien had hij de opmerking beter kunnen bewaren voor een volgend boek. Doordat hij dit gegeven slechts kort aanstipt, gaat zijn boek als een nachtkaars uit.

Zijpaden

Europeanen - Orlando Figes
Europeanen – Orlando Figes
Het moet gezegd: Europeanen is veel te dik. Niet omdat er geen dikke boeken mogen bestaan, maar omdat dit boek niet in balans is. De kracht van het boek is dat Figes zich niet alleen beperkt tot dagboeken en brieven, tot reflecties van schrijvers en musici, maar dat hij deze verhalen, soms heel persoonlijk, inbed in maatschappelijke ontwikkelingen: de treinen, de verdienmodellen, de nieuwe technieken. Dat maakt zijn boek compleet en ronduit indrukwekkend. Maar tegelijkertijd bewandelt hij zo’n beetje alle zijpaden die hij vinden kon. Figes besteedt vele pagina’s aan onderlinge relaties, soms simpelweg roddel en achterklap. Zodoende krijgt de lezer feiten voorgeschoteld waarvan iedereen weet: je kunt ze niet en je wilt ze niet onthouden. Figes had zich wat meer kunnen beperken tot zijn keuze voor Toergenjev en de Viardots, juist omdat via hen al zoveel te vertellen is. Europeanen had een meesterwerk kunnen zijn als de auteur iets gedisciplineerder was geweest.

~ Christoph van den Belt

Boek: Europeanen – Orlando Figes
Lees ook: Hoe de stoomlocomotief de Europeanen verbond

Christoph van den Belt is historicus en werkt als promovendus aan de Vrije Universiteit en als docent Journalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede. Zijn onderzoek gaat over de geschiedenis van het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×