Tom Holland is één van de succesvolste auteurs als het gaat om de oudheid, met name Rome. Recent verscheen van zijn hand het boek Pax, oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome, het derde deel van een trilogie over het einde van de Romeinse republiek en het begin van het keizerrijk. De eerdere delen zijn Rubicon en Dynastie.
We hebben het dus over de tijden van de vroegste Romeinse keizers, de eerste was Augustus (vanaf 27 v.Chr.), daarna volgden in de Juliusch-Claudische dynastie Tiberius, Caligula, Claudius en Nero. Alle vijf keizers waren door een familieverband aan elkaar en dus met Augustus verbonden, soms via adoptie of ‘aantrouwen’. Zo was Nero de pleegzoon van Claudius. Nero pleegde in 69 zelfmoord en dat beëindigde deze dynastie.
Het woord keizer is volgens Holland niet helemaal op z’n plaats. Zeker de eerste vijf waren formeel gesproken functionarissen in de republiek die Rome nog steeds was. Hun titel was princeps, eerste burger. De republikeinse structuur van Rome bleef bestaan. Maar in toenemende mate bleek dat een lege huls. De keizers werden steeds dominanter, zeker in latere jaren. Het principaat ging geleidelijk maar onafwendbaar over in een staatsvorm waarin de keizer absolute macht verkreeg.
Holland behandelt de laatste Julisch-Claudische keizer Nero redelijk uitgebreid. Hij vormde als het ware de overgang naar het keizerschap van anderen, vaak voortkomend uit het leger, of liever gezegd: één van de Romeinse legers. In Nero’s laatste jaren speelden er steeds meer intriges en dreigden gewapende conflicten. Er ontstond angst voor chaos en hernieuwde burgeroorlogen, zoals Rome die eerder had meegemaakt. Op een gegeven moment veroordeelde de Romeinse senaat Nero ter dood. Hij vluchtte, en pleegde uiteindelijk zelfmoord. De senaat had dus zeker nog enige grip op de zaken. Dat veranderde toen de machtsbasis van de keizers verschoof naar het leger.
Buiten de gebaande paden
Holland slaagt erin de geschiedenis, in dit geval die van Rome, de keizers en de mensen en gebeurtenissen om hen heen, tot leven te brengen. Hij geeft de hoofdrolspelers diepgang en een ‘menselijk’ gezicht. Ieder met eigen idealen, drijfveren, afwegingen, mede naar gelang de omstandigheden en hun persoonlijkheid. Daarmee gaat hij beduidend verder dan andere, meer schematische geschiedschrijving. Hij treedt buiten de paden die veel eerdere historici hebben gebaand.
Neem zijn beschrijving van Nero. Die wordt vaak neergezet als grenzend aan het waanzinnige, megalomaan en puur machtswellustig. Holland laat ook andere kanten van Nero zien: iemand die dingen voor elkaar kreeg, die zich zeer bewust was van het krachtenveld waarin hij zijn plannen uitvoerde, en een niet geheel onbegenadigd artiest.
Of neem zijn visie op het zogenoemde vierkeizerjaar. Na de gedwongen zelfmoord van Nero volgden in het jaar 69 vier keizers elkaar in hoog tempo. Vaak worden zij, zeker de eerste drie, min of meer op één hoop geveegd als opportunistische usurpatoren. Maar ze waren erg verschillend, ieder met een eigen agenda en machtsbasis.
De volgende in de rij, Vitelius, had niet zozeer een plan met Rome. Hij kwam min of meer toevallig aan de macht, als een soort compromisfiguur. Zijn voornaamste interesse was overvloedig eten en drinken. Meestal was hij in de middag al zwaar beneveld. Lang maakte hij het niet. Zijn opvolger Vespasianus was een gerespecteerd militair die in het oosten van het rijk het Romeinse gezag had versterkt en uitgebreid. Hij was een man met een plan, dat hij niet overhaast maar met geduld en goed manoeuvreren verwerkelijkte. Zijn keizerschap zou veel langer duren, tot zijn natuurlijke dood in 79, en hij wordt gerekend tot de meer succesvolle keizers.
Hollands kracht
In zijn schrijfstijl is te merken dat Holland niet alleen historicus is, maar ook dramaturg en scenarioschrijver. Daarom is het een beetje verbazend dat zijn boek niet veel indeling kent. Oké, er zijn hoofdstukken en enkele tussenkopjes. Maar er zijn vooral veel volle bladzijden, met van linksboven tot rechtsonder tekst. Wat meer tussenkopjes en af en toe een witregel zou de leesbaarheid beslist vergroten. Hoewel het misschien een beetje afbreuk doet aan het idee dat geschiedenis een zaak zonder begin of eind is, waarin alles met alles samenhangt.
Boek: Pax – Tom Holland