De klaproos. Er is geen ander symbool dat zo sterk verbonden is met de Eerste Wereldoorlog als deze bloem. Wie op 11 november – Remembrance Day – kijkt naar de Britse televisie ziet het bloemetje voortdurend voorbij komen, in de vorm van een speldje op de borst van presentatoren, politici en andere bekende Britten. Zelfs sporters dragen een afbeelding ervan op hun sporttenue. Kransen bij monumenten zijn ermee versierd en ook op begraafplaatsen en in oorlogsmusea wordt het gebruikt als symbool dat geen uitleg meer behoeft.
De poppy, zoals de bloem in het Engels wordt genoemd, is een blijvend herkenningsteken voor de bijna 900.000 soldaten uit Groot-Brittannië en andere delen van de Commonwealth die sneuvelden tijdens de Grote Oorlog (1914-1918).
In hun boek ‘Poppy’ behandelen de Belgische auteurs en Eerste Wereldoorlog-kenners Steven Slos en Bart Debeer de dichter John McCrae en zijn gedicht ‘In Flanders Fields’, waarmee de opmars van de klaproos als herdenkingssymbool begon. McCrae was een getalenteerd chirurg en luitenant-kolonel in het Canadese leger.
Hij voerde vanaf mei 1915 de leiding over het No. 3 Canadian General Hospital (McGill), een veldhospitaal in de buurt van Boulogne-sur-Mer, ongeveer honderd kilometer verwijderd van frontstad Ieper. Het was vlakbij deze Belgische stad waar de Canadees eerder het bevel had gevoerd over een batterij van de Canadese veldartillerie. Op 22 april 1915 zetten de Duitsers aan dit front voor het eerst gifgas in als angstaanjagend wapen. Van 1914 tot 1918 zouden er vier veldslagen uitgevochten worden om de stad, met honderdduizenden doden aan beide kanten.
Zowel aan het front als in het veldhospitaal werd McCrae geconfronteerd met de gruwelijke realiteit van de oorlog. Behalve zwaar verminkte gewonden zag hij in de ziekenzalen ook vele mannen voorbij komen met ‘shellshock’, een geestelijke aandoening als resultaat van psychische overbelasting aan het front. Het oorlogsgeweld en de zware offers hadden invloed op McCrae. De auteurs beschrijven hoe de sympathieke en sociale man zich steeds meer in zichzelf terugtrok. Uiteindelijk had hij nog slechts twee echte vrienden: zijn paard Bonfire en hond Bonneau. Zijn in 1915 geschreven gedicht ‘In Flanders Fields’ was een eerbetoon aan alle mannen die hij had zien sneuvelen.
“In Flanders fields the poppies blow. Between the crosses, row on row…”
…zo begint zijn inmiddels wereldberoemde werk. Hij verwees hiermee naar de klaprozen die spontaan opbloeiden op de veldgraven van gesneuvelde kameraden. Op de omgewoelde Vlaamse kleigrond voelde het pionierplantje zich thuis, zoals het tegenwoordig vaak groeit op bouwterreinen en in wegbermen.
Evolutie
Slos en Debeer vertellen hoe het gedicht in 8 december 1915 voor het eerst gepubliceerd werd in het satirische Britse tijdschrift Punch. Het raakte een gevoelige snaar want algauw werd het verder verspreid. Fragmenten uit het gedicht werden bijvoorbeeld afgedrukt op Britse propagandaposters die opriepen om oorlogsobligaties te kopen. De evolutie van de klaproos tot hét oorlogssymbool zou McCrae echter niet meer meemaken. Na eerder die maand nog benoemd te zijn tot hoofd van de medische staf van het Britse Eerste Leger overleed de Canadese arts op 28 januari 1918 in het Britse hospitaal in Hotel Splendide in Wimeraux aan de gevolgen van een besmetting met pneumokokken. Zijn lichaam was na alle geleverde geestelijke en lichamelijke inspanningen niet meer in staat zich hiertegen te weren. Hij werd begraven op Wimereux Communal Cemetary. Bonfire liep voorop in de rouwstoet, treurend om het verlies van zijn baasje. Eén van de kruizen waarover de Canadees dichtte, was nu de zijne.
Britse oorlogsinvaliden
Het was de Amerikaanse veteranenorganisatie die na de oorlog de klaproos als eerste aannam als officieel herdenkingsteken, voordat de Britten en Canadezen dat deden. De auteurs beschrijven de inspanningen van de Amerikaanse Moina Michael en de Franse Anna Guérin om de ‘poppy’ de mondiale betekenis te geven die het bloempje tegenwoordig nog steeds heeft. De Britse veteranenorganisatie laat jaarlijks dertig miljoen klaprozen produceren die in de dagen voorafgaand aan en op 11 november massaal gedragen worden. De opbrengst komt ten goede van Britse oorlogsinvaliden. Een publieke figuur die weigert of vergeet een klaproosje op zijn jasje te spelden kan op veel publieke afkeuring rekenen, waarbij volgens de schrijvers zelfs de Nederlandse zwartepietdiscussie verbleekt. ‘Poppyfascisme’, zo werd dit genoemd door een Britse nieuwspresentator die inging tegen de heiligverklaring van de klaproos en deze weigerde te dragen, omdat hij duidelijk wilde maken dat hij liever zijn eigen keuzes maakt. Een hetze tegen zijn persoon was het gevolg.
Andere dichters
Behalve John McCrae en zijn gedicht behandelen de schrijvers ook enkele andere dichters uit de Eerste Wereldoorlog, waaronder Rudyard Kipling en Siegfried Sassoon. Ze belichten meerdere van hun bekende gedichten en constateren een geleidelijke verandering in de toon. Was de teneur aan het begin van de oorlog nog goedgeluimd en vaderlandslievend, tijdens het verloop van de oorlog werd deze steeds zwartgalliger en afkeurend ten opzichte van het oorlogsgeweld. Terwijl ze wel enkele Belgische gedichten behandelen, die ze benoemen als zeer klassiek en braaf, negeren ze de Duitse zijde. Een vergelijking met het werk van de oorlogsdichters van de vijand had een interessante aanvulling kunnen zijn op dit verder heel informatieve en veelzijdige boek, dat met veel foto’s en illustraties ook mooi vormgegeven is.
Behalve een kennismaking met John McCrae en zijn gedicht biedt het een interessante kijk op de geallieerde oorlogspoëzie van de Eerste Wereldoorlog en op de heiligverklaring van de klaproos als herdenkingssymbool.
Boek: Poppy – Hoe een gedicht het einde van WO I inluidde
Lees ook: De klaproos of ‘poppy’, symbool van de Eerste Wereldoorlog