Een team archeologen en luchtvaartdeskundigen is op weg naar Birma om daar, als het goed is, enkele tientallen Spitfires op te graven. De vliegtuigen werden tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog door de Britten begraven om te voorkomen dat ze in handen zouden vallen van de Japanners. Dat meldt de BBC zondag.
Het eenentwintig man sterke onderzoeksteam wordt geleid door David Cundall, een boer en luchtvaartdeskundige die in 1996 voor het eerst hoorde over de begraven vliegtuigen. De afgelopen maanden is er al onderzoek gedaan in Birma. Cundall is vol vertrouwen dat de vliegtuigen nu opgegraven kunnen worden en denkt dat de onderdelen nog in goede staat verkeren.
De bewuste Spitfires waren tegen het eind van de oorlog nog niet in elkaar gezet en daarom vrij eenvoudig te begraven. De vliegtuigonderdelen bevonden zich in houten kratten. Hoeveel vliegtuigen er precies begraven liggen is niet bekend, maar het zijn er zeker enkele tientallen. Na de oorlog werden de vliegtuigen vergeten. Zeventien jaar geleden hoorde Cundall erover en begon een lange zoektocht.
Verwacht wordt dat in de buurt luchthaven van Rangoon ook verschillende Mark XIV Spitfires begraven liggen. Ook bij andere vliegvelden worden opgravingen gedaan. De opgraving gaat naar verwachting zo’n zes weken duren. Volgens Cundall zullen de vliegtuigen vrij eenvoudig in elkaar te zetten zijn als ze niet zijn beschadigd of aangetast door roest.
Als de toestellen gevonden zijn worden er waarschijnlijk ook een paar tentoongesteld in Myanmar.