In Lelystad ligt een wrakschip uit de Tachtigjarige Oorlog. Vorig jaar is het schip opgegraven door de International Fieldschool for Maritime Archaeology Flevoland (IFMAF) en dat leverde veel informatie en een uitgebreide inventaris op. Volgende maand wordt de opgraving hervat.
Het schip werd in 1975 gevonden. Hoewel het wrak vrij ondiep ligt, boven het grondwater, is het toch nog vrij compleet. In 2003 werd het schip al eens uitgebreid verkend. Toen werd ook een rapier gevonden. Dit speciale ranke zwaard bleek uit het eind van de zestiende eeuw te dateren.
Afgelopen jaar werd het wrak onderzocht door de International Fieldschool for Maritime Archaeology Flevoland (IFMAF). Jaarringonderzoek wees uit dat het schip gebouwd werd in 1553. Het gaat daarmee volgens erfgoedcentrum Nieuw Land om het oudste karveel gebouwde vrachtschip in Nederland. Uit het onderzoek van vorig jaar bleek ook dat het schip tijdens een zware storm is gekapseisd.
Vanaf begin juni wordt er weer zes weken lang onderzoek gedaan. Bijzonder hoogleraar prof. dr. André van Holk leidt het onderzoek samen met scheepsarcheoloog Laura Koehler. Ze hopen dat er de komende tijd veel nieuwe informatie komt over het wrak. “Er bestaan sterke vermoedens dat dit het eerst gevonden schip in Nederland is dat diende als goederenvervoer tussen de rede van Texel en Amsterdam”, aldus Van Holk. Het duo wordt de komende weken bijgestaan door verschillende collega’s en amateur- en studentarcheologen.
Bijzonder aan het schip zijn onder meer de drie rapieren (degens) en de houten tonnen gevuld met ongebluste kalk en zware ijzeren staven. Wat de exacte rol was van het schip tijdens de Tachtigjarige Oorlog, of dat het een geuzenschip of een Spaans schip betreft, is nog niet te zeggen.
Het publiek kan het verloop en de uitkomsten van de opgraving volgen. Op zaterdag 16 juni is er een speciale publieksdag waarbij de archeologen vertellen over de bevindingen tot dan toe. Ook houden de archeologiestudenten op de IFMAF Facebookpagina (Scheepsarcheologie-Flevoland) bij wat hun bevindingen zijn.