Els Borst werd in 1932 geboren in Amsterdam en studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze ging hierna als arts aan de slag en werd later hoogleraar, medisch-directeur van het Universiteitsziekenhuis van Utrecht en vicevoorzitter van de Gezondheidsraad. In 1968 werd de Amsterdamse lid van D66. In 1994 werd ze namens die partij minister van Volksgezondheid in het kabinet Paars I. Als minister kreeg Borst te maken met een groot aantal medisch-ethische-kwesties, waaronder de nieuwe euthanasie-wet en abortuswetgeving.
Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 1998 was Borst lijsttrekker voor D66. Partijleider Hans van Mierlo had haar een halfjaar eerder als kandidaat aangekondigd met de woorden:
“Het is een meisje en we noemen haar Els.”
De verkiezingen werden geen succes. D66 ging terug van 24 naar 14 zetels maar kon toch zitting nemen in het tweede kabinet Kok. Els Borst werd naast minister van Volksgezondheid bovendien tweede vicepremier.
Bij christelijke partijen lag de minister, die pleitte voor persoonlijke keuzevrijheid bij medisch-ethische-kwesties, niet erg goed. In 2001 joeg ze de christelijke fracties tegen zich in het harnas door in een interview over het aannemen van de euthanasiewet de woorden van Jezus “Het is volbracht” te citeren. De bewindsvrouw bood hier in de Kamer later haar excuses voor aan.
Els Borst, die eind 2012 was benoemd tot minister van Staat, werd maandag dood aangetroffen bij haar woning in Bilthoven. De politie onderzoekt mogelijke ‘verdachte omstandigheden’.
