Hideki Tojo, de voormalige premier van Japan, wilde in 1945 doorvechten nadat de Verenigde Staten atoombommen hadden gegooid op de steden Hiroshima en Nagasaki. Dat meldt de Japanse krant Nikkei, die passages citeert uit een onlangs gevonden dagboek van de oud-premier.
Tojo zag overgave als een schande. Enkele dagen voor het eind van de Tweede Wereldoorlog schrijft hij: “Zonder zich op het laatste moment maximaal in te zetten geeft de keizerlijke natie zich gewonnen aan de propaganda van de vijanden”.
Japan capituleerde nadat de Amerikaanse luchtmacht atoombommen had afgeworpen boven Hiroshima en Nagasaki. Tojo probeerde na de oorlog zelfmoord te plegen, maar bleef leven. In 1948 kwam hij alsnog om het leven. Eeb militair tribunaal veroordeelde hem tijdens het Proces van Tokio schuldig aan oorlogsmisdaden. Hij werd onder meer verantwoordelijk gehouden voor de dood van bijna vier miljoen Chinezen, en het goedkeuren van biologische experimenten op krijgsgevangenen. Op 23 december werd hij in Tokio opgehangen.