In de jaren negentig leidde gesteggel om de AOW tot de opkomst van ouderenpartijen.
In de aanloop naar de verkiezingen van 1994 kondigde het CDA aan de AOW te willen bevriezen. Dit betekende dat de ouderenuitkering niet werd aangepast aan de inflatie, met als gevolg dat de 65-plusser minder te besteden had. De net opgerichte ouderenpartijen waren hier fel op tegen, met succes. Zeven zetels wonnen de grijzen. Het CDA verloor er twintig en verdween voor het eerst sinds lange tijd in de oppositie.
Maar eenmaal in de Tweede Kamer was de scherpte van de ouderenvertegenwoordigers soms ver te zoeken. Een fractielid stemde op een motie die al was ingetrokken en even later stemde hij tegen twee moties die hij zelf had ingediend. Blijvende imagoschade ontstond door LPF-achtige praktijken: ruzies, openbare brieven waarin iedereen elkaar zwart maakte en opsplitsing in vijf verschillende groepen. Nieuwe samenwerking en fusies werden soms tegengehouden door ziekte en dood.
Bij de verkiezingen van 1998 verloren de ouderen al hun zetels. Maar de doelgroep stond op de kaart. Dat bleek in 2006, toen het tv-programma Lingo dreigde te verdwijnen, omdat de kijkers te oud zouden zijn. Het CDA rook zijn kans om de grijze kiezers terug te krijgen en stond op de barricades voor het woordspelletje, touwtrekkend met de PvdA. Het tv-programma bleef behouden.
50 Plus
Sinds 2009 heeft Nederland weer een ouderenpartij; 50 Plus. Deze partij werd opgericht door Maurice Koopman, Alexander Münninghoff en Jan Nagel. De nieuwe politieke partij deed in 2012 mee aan de Tweede Kamerverkiezingen en behaalde twee zetels. Fractievoorzitter is Henk Krol.