Schepping van sterren en planeten volgens Michelangelo (Sixtijnse Kapel)
In het boek Gevecht met de tijd (Uitgeverij Aspekt) gaat historicus Gerard Aalders in op de veronderstelde ouderdom van de aarde. Tot de zeventiende eeuw was de communis opinio dat de aarde op 22 oktober 4004 voor Christus was geschapen. Nu, in de eenentwintigste eeuw, zijn de meesten ervan overtuigend dat de aarde ongeveer 4,6 miljard jaar geleden is ontstaan uit gas en stof.
Begin en einde der tijden
James Hutton (Sir Henry Raeburn)Het oude, christelijke wereldbeeld van een relatief recente schepping is dus grotendeels gesneuveld. De traditionele scheppingsweek begon volgens James Ussher (1581-1656), een Ierse bisschop, exact op de 22e oktober 4004 voor Christus. Aalders schrijft:
Als het begin van de wereld zo nauwkeurig kon worden voorspeld, kon dan ook het einde der tijden met enige zekerheid worden berekend? Dit was inderdaad het geval. Het christendom leek trouwens vaak meer geïnspireerd door het einde dan door het begin van de wereld. Vrij algemeen werd aangenomen dat de wereld 6000 jaar zou meegaan. Bij de geboorte van Jezus waren er 4000 jaar verstreken en dus lagen er nog 2000 in het verschiet. (59)
Na Ussher stonden allerlei natuurwetenschappers, filosofen, biologen, geologen en theologen op die stukje bij beetje het scheppingsverhaal bekritiseerden of daarbij kanttekeningen maken, zo beschrijft Aalders. Thomas Burnet (1650-1702), theoloog en kapelaan aan het hof van koning Willem III, concludeerde in zijn bestseller Sacred Theory of the Earth bijvoorbeeld dat de bergen ná de schepping moesten zijn ontstaan.
De veelzijdige wetenschapper Isaäc Newton (1643-1727) was naast natuurkundige, uitvinder van de zwaartekracht en grondlegger van de klassieke mechanica ook historicus en hield zich op dit terrein net als Burnet bezig met de veronderstelde ouderdom van de aarde. Hij legde met name een bom onder de geloofwaardigheid van de oude kerkvaders, die in hun ‘historische’werken behoorlijk met de feiten en ook met data geknoeid hadden.
Aalders behandelt een reeks wetenschappers die stuk voor stuk de ouderdom van de aarde naar boven toe bijstelden, onder wie Comte de Buffon (1707-1788) en de geoloog Charles Lyell (1797-1885).
Geloofserosie
Veel wetenschappers in vooral de zeventiende tot en met negentiende eeuw waren zelf religieus. Hun onderzoeksresultaten brachten hen vaak in gewetensnood. Dit losten ze op door onder meer onder pseudoniemen te werken, heel voorzichtig of niet te publiceren, of door Bijbelteksten op een andere manier uit te leggen:
Aalders, vooral bekend vanwege zijn oorlogsboeken bij het NIOD, heeft een mooi boek geschreven. De belangrijkste denkers passeren de revue en het geheel is prettig leesbaar. Af en toe maakt Aalders een foutje, waardoor bij mij twijfels rijzen over de vakkennis van Aalders op dit specifieke terrein. Zo heet de geoloog Hutton toch echt James Hutton.
Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken. Steun ons werk