De meeste penalty’s in het voetbal worden hard genomen. De strafschopnemer schiet de bal zo hard mogelijk op doel, liefst geplaatst in een hoek. Voetballers die heel zeker van hun zaak zijn nemen soms een Panenka. Bij deze strafschop doet men alsof als er hard op doel geschoten gaat worden, maar in plaats daarvan neemt men een zacht stiftje, waarbij de bal langzaam over de al naar een hoek gedoken keeper zeilt. Als alles goed gaat tenminste…
De Panenka is vernoemd naar de Tsjechische voetballer Antonín Panenka. Op het EK van 1976 bereikte deze middenvelder met Tsjecho-Slowakije de finale, waarin het opgenomen moest worden tegen titelverdediger West-Duitsland. Na een 2-0 voorsprong uit handen te hebben gegeven (Duitsland scoorde in de 89ste minuut de gelijkmaker) moesten strafschoppen uitkomst bieden.
De strafschoppenserie verliep razend spannend. Zowel Tsjecho-Slowakije als West-Duitsland scoorden de eerste drie strafschoppen. Jurkemik maakte hierna voor Tsjecho-Slowakije de 4-3. Voor West-Duitsland ging Uli Hoeneß hierna in de fout. Hij joeg de bal hoog over. Vervolgens was Antonín Panenka aan de beurt. Dankzij zijn historische penalty, een traag stiftje over de duikende Duitse doelman Sepp Maier, won zijn land, voor het eerst in de geschiedenis, de EK-titel.
Panenka was in één klap wereldberoemd. Omdat hij de winnende penalty nam, maar vooral door de manier waarop. Vandaag de dag worden gestifte penalty’s nog altijd Panenka’s genoemd. Over de penalty zei Panenka later:
“Ik wist dat als ik zou missen, onze communistische regering zou denken dat het een politiek gebaar was. Dan zou ik misschien eindigen in de uraniummijnen.”
Navolgers van Panenka:
Andere vernoemingen
In het turnen, maar ook bijvoorbeeld bij het kunstrijden op de schaats, zijn veel bewegingen en speciale gymnastische combinaties vernoemd naar de sporters die de handeling voor het eerst uitvoerden. Maar ook het voetbal kent dus vernoemingen. Naast de al besproken Panenka is bijvoorbeeld de Cruijff-draai bekend. In Nederland kennen we verder de ‘Kopbal à la (Beb) Bakhuys’, een bijnaam voor een kopbal die al vallend wordt gemaakt. Bakhuys maakte deze legendarische kopbal op 11 maart 1934 tijdens een interland tegen België. Een beroemd recent voorbeeld van een dergelijke kopbal is de gelijkmaker van Robin van Persie in de WK-wedstrijd tegen Spanje.
Het Duitse woord schwalbe als aanduiding voor een fopduik, is overigens niet vernoemd naar een voetballer. De term is afgeleid van het Duitse woord voor zwaluwen: Schwalben. Net als voetballers die zich aanstellen laten deze vogels zich tijdens een vlucht soms ineens een heel stuk vallen om vervolgens weer gewoon door te vliegen.
Bronnen ▼
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Schwalbe_(voetbal)
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Anton%C3%ADn_Panenka