Een beetje papier, een schaar en misschien nog een mesje: veel meer heeft een beoefenaar van de papierknipkunst niet nodig. Deze bijzondere kunstvorm is al eeuwen oud en wordt ook vandaag de dag nog beoefend.
Volgens sommige bronnen gaat de papierknipkunst terug tot de derde eeuw voor Christus en werden de eerste werkjes gemaakt in het oude China, dat dan dus de bakermat zou zijn van deze kunstvorm. In Nederland werd de kunst met name in de zeventiende eeuw erg populair, vooral onder vrouwelijke leden van de gegoede stand. Zij beschikten immers over papier en instrumenten én over de benodigde vrije tijd.
Niet alle dames hadden natuurlijk even veel talent, maar oefening baarde kunst. Een boekje, getiteld Konstig en vermaakelijk Tyd-verdryf der Hollandsche Jufferen of Onderricht der papiere Sny-konst (1686), kon dames op gang helpen. In dit werkje werden de belangrijkste kniptechnieken namelijk beschreven. Sommige papierknippers maakten na verloop van tijd naam en verkochten hun creaties soms voor aanzienlijke geldbedragen.
Johanna Koerten
De meest succesvolle Nederlandse papierknipster is zonder twijfel Johanna Koerten (1650-1715), bijgenaamd de ‘schaarminerva’. Nederlandse notabelen en ook buitenlandse vorsten waren bereid diep in de buidel te tasten voor de verfijnde creaties van deze Amsterdamse knipkunstenares. De Oostenrijkse keizer Leopold zou ooit maar liefst 4000 gulden hebben neergelegd voor een van haar werken. Twee keer zoveel als Rembrandt voor zijn Nachtwacht kreeg…
Koerten maakte een groot aantal portretten van beroemde tijdgenoten zoals Peter de Grote (die tijdens een bezoek aan Amsterdam haar atelier bezocht), Johan de Witt en stadhouder Willem III. Daarnaast vervaardigde ze ook Bijbelse en historische taferelen, landschappen, stadsgezichten en allegorieën. De kunstenares maakte vooral naam met zogeheten ‘platwerk’, waarbij het papier slechts licht werd ingeknipt of gesneden. Dit in tegenstelling tot het wat bekendere ‘opwerk’, waarbij het papier in reliëf wordt geknipt.
Een andere bekende kunstenares die de schaar zo nu en dan ter hand nam is Anna Maria van Schurman. En verder kunnen we hier onder meer Elisabeth Rijberg nog noemen, een knipkunstenares die in de zeventiende en achttiende eeuw naam maakte in de omgeving Den Haag en Rotterdam.
Aanvankelijk waren het vooral vrouwen die zich bezighielden met de papierknipkunst. Later begonnen ook mannen zich toe te leggen op de kunstvorm en verspreidde het artistieke ambacht zich onder de gewone burgerij. Dat het papier goedkoper werd hielp daarbij. In de negentiende eeuw breidde het ambacht zich vervolgens ook uit naar het platteland.
Het oudst bewaard gebleven Nederlandse knipsel dateert uit 1589 en is een uitgesneden familiewapen in een album amicorum, vervaardigd door jonker Hessel van Ostheim.
Broodknippers
In het boek Onbekend en ontroerend erfgoed leggen Joke en Jan Peter Verhave uit dat de afbeeldingen op de kwetsbare werkjes in in de loop der tijd veranderden:
“De mythologische verhalen waarmee de gegoede jongelui in de zeventiende en achttiende eeuw waren opgevoed verdwenen uit beeld en er werd vaker inspiratie geput uit Bijbelse verhalen.”
Ook symbolische jachtscènes en familiewapens raakten na verloop van tijd uit de mode. Succesvolle papierknippers, de zogeheten broodknippers, werkten steeds vaker in opdracht en maakten bijvoorbeeld knipkunst voor een huwelijk of doopplechtigheid. Soms werd de hele levensloop van een gezin in één geavanceerd knipsel verbeeld. Daarbij werd niet alleen met fijne schaartjes gewerkt. De geoefende knipkunstenaar maakte vaak ook gebruik van vlijmscherpe mesjes om ingewikkelde patronen uit papier of perkament te snijden.
Wie de creaties vandaag de dag bekijkt, kan alleen maar bewondering hebben voor de vaardigheid en het geduld van de makers. De kunstwerkjes zijn vaak met veel bloemen en krullen versierd en wie van een afstandje naar een knipwerk kijkt, kan soms haast denken dat hij met een kanten werkje te maken heeft.
Verspreiding en waardering
De knipkunst werd in het hele land beoefend maar was volgens de Nederlandse Vereniging voor Papierknipkunst met name populair in de kustprovincies en dan in het bijzonder in Noord-Holland.
Jan de Prentenknipper
In Zeeland knipte Jan Huiszoon (1798-1870) decennialang prentenkaarten. De volkskunstenaar kwam hierdoor bekend te staan als Jan de Prentenknipper. Met zijn gezin trok hij langs de Zeeuwse eilanden. Breed had hij het niet. De naar verluidt gebochelde Prentenknipper werd ook wel een schurenslaper genoemd omdat hij van boerderij naar boerderij trok voor onderdak. In ruil voor een slaapplaats of maaltijd maakte hij dan Bijbelse prenten of werkjes met boerderijen. Vaak beschilderde hij deze knipsels (die hij in werkelijkheid sneed) met waterverf en hij ondertekende ze soms met de initialen H.E.L.: hoop en liefde. In Zeeland is de volkskunstenaar vrij bekend. Zijn werk is opgenomen in de collecties van verschillende musea. Het echtpaar Verhave publiceerde in de jaren negentig een boek over zijn leven en werk.
Na verloop van tijd nam het aantal kunstknippers sterk af totdat er in de eerste helft van de twintigste eeuw vrijwel geen beoefenaars meer over waren. In de periode na de Tweede Wereldoorlog werd op sommige plekken de schaar echter weer ter hand genomen en tegenwoordig telt Nederland enkele honderden papierknippers.
In de kunsthistorische wereld en bij musea en particuliere was lange tijd relatief weinig aandacht voor de knipkunst. Volgens het echtpaar Verhave is…
“…de decoratieve knipkunst vaak afgedaan als volkskunst en ‘dus’ van weinig kunstzinnige waarde. Daar komt men nu geleidelijk aan op terug.”
Erkenning voor de oude kunstvorm kwam er onder meer in 2013 toen het papierknippen officieel als ambacht werd toegevoegd aan de Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed. Grote collecties knipwerk worden tegenwoordig beheerd door het Westfries Museum in Hoorn en het Openluchtmuseum in Arnhem. In Westerbork is verder het Museum van Papierknipkunst te vinden, waar permanent nationale en internationale papierknipkunst van bekende en minder bekende kunstenaars wordt getoond.
Rob Ryan
De Britse kunstenaar Rob Ryan wordt vandaag de dag door velen beschouwd als de ‘koning van de knipkunstenaars’. In onderstaande video is te zien hoe de kunstenaar te werk gaat:
Hoe John Heartfield met schaar en papier de nazi’s te lijf ging
Bronnen â–¼
-https://www.immaterieelerfgoed.nl/nl/papierknipkunst
-https://fd.nl/fd-persoonlijk/1129703/tegen-het-knippen-op
-https://knipperslexicon.nl/category/pubilcatie/
-https://www.dbnl.org/tekst/_boe022198501_01/_boe022198501_01_0037.php
-Tentoonstelling Museum Elburg, 2023
-1001 Vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis – Els Kloek red. (Vantilt) p.498
-Onbekend en ontroerend erfgoed – Joke en Jan Peter Verhave (9789078729075)