Tijdens opgravingen bij de piramides van Gizeh zijn 4000 jaar oude graven gevonden van arbeiders die tijdens hun werk om het leven kwamen. De arbeiders die meewerkten aan de bouw van de piramides, blijken geen slaven te zijn geweest.
Volgens Zahi Hawass, hoofd van de Egyptische oudheidkundige dienst, zouden slaven niet worden begraven in de buurt van de Farao’s. Bovendien zijn er muurtekeningen gevonden waarin de arbeiders zichzelf omschrijven als ‘vrienden van Cheops’, wat er op duidt dat het ‘vrije’ arbeiders waren. Cheops was de tweede vorst uit de vierde dynastie
De graven dateren uit de vierde dynastie (2609-2551 v. Chr), toen de piramides werden gebouwd. Uit de opgraving is ook gebleken dat de 10.000 arbeiders elke dag 21 buffels en 23 schapen kregen toegestuurd om de arbeiders te voeden. Volgens Hawass kwamen de arbeiders uit gegoede families en werden ze elke drie maanden afgelost. Alleen de arbeiders die tijdens hun werkzaamheden overleden, werden begraven bij de piramide. Hoe lang de bouw van de piramides heeft geduurd, is nog een raadsel.