Tegenwoordig maakt men in onze doorgedreven technologische maatschappij voor het versturen van berichten tijdens gewapende conflicten, gebruik van geëncrypteerde satellietverbindingen. Dat was vroeger wel anders. In de Eerste Wereldoorlog, toen het radio- en telefoongebruik nog in de kinderschoenen stond en niet steeds betrouwbaar was, werden aan het front voor het versturen van berichten en boodschappen massaal postduiven ingezet. Een bijzonder verhaal…
Diereninzet tijdens oorlog
Slechts zelden wordt er gesproken over de inzet van dieren in oorlogstijd. Toch hebben ze bij heel wat conflicten een doorslaggevende rol gespeeld. Ooit trok Hannibal tijdens de Tweede Punische Oorlog in de derde eeuw voor onze jaartelling met zijn leger olifanten de Alpen over om het machtige Rome te bedreigen. Minder bekend is dat de Romeinse legioenen gebruik maakten van uitgehongerde varkens om deze los te laten op de paarden van de vijandelijke ruiterij. Het gekrijs van de varkens liet de paarden zo schrikken dat deze in paniek op hol sloegen. In de middeleeuwen werd zelfs aan een vorm van biologische oorlogsvoering gedaan door ratten over stadsomwallingen van belegerde steden te katapulteren om zo ziektes als de pest te verspreiden.
Sindsdien hebben dieren steevast een aanzienlijk aandeel gehad bij het beslissen van gewapende conflicten. Zo werden bijvoorbeeld paarden aan de frontlinie ingezet voor het verplaatsen van artilleriegeschut, moesten muilezels in moeilijk toegankelijk terrein zorg dragen voor de aanvoer van munitie en voedsel en werden honden ingezet voor diverse logistieke kwesties of om explosieven op te sporen.
Duiven in oorlogstijd
Reeds van oudsher werden duiven ingeschakeld om berichten over te brengen. Duiven beschikken namelijk over de buitengewone eigenschap om zelfs over grote afstanden hun hok feilloos terug te vinden. Bekend is het verhaal van de Franse oorlogsduif “Vaillant” die in 1916 tijdens de Slag bij Verdun op bijna heroïsche wijze een wanhoopsboodschap overbracht om een omsingelde eenheid ter hulp te snellen. Het diertje kweet zich voorbeeldig van zijn taak maar, bevangen door giftige gasdampen, vloog het daarna stervend het thuishok binnen. De vogel ontving na afloop van de oorlog postuum de hoogste militaire onderscheiding, het ‘Légion d’honneur’, werd opgezet en verkreeg een ereplaats in een legermuseum.
Een tweede niet onbelangrijke eigenschap van duiven is dat ze gemakkelijk onder gunstige weersomstandigheden snelheden kunnen ontwikkelen van meer dan honderd kilometer per uur. Dit maakte het ook voor de meest ervaren scherpschutters uitermate moeilijk om ze uit de lucht te schieten. Vrij vlug werden dan ook roofvogels zoals haviken en buizerds ingezet om de duiven te onderscheppen. Hoe efficiënt dit idee ook was, praktisch was het geenszins, want de roofvogels maakten natuurlijk geen onderscheid tussen ‘bevriende’ en ‘vijandelijke’ postduiven.
Duiven werden echter niet enkel gebruikt om berichten over te brengen. Sommigen waren voorzien van een miniatuur fotoapparaatje om daarmee over de vijandelijke linies te vliegen en zo bepaalde strategische posities van de Duitsers beter in kaart te brengen. Meestal waren de foto’s evenwel onduidelijk en dus weinig bruikbaar. Een ruwe schatting maakt gewag dat gedurende de Eerste Wereldoorlog door beide strijdende partijen samen ongeveer honderdduizend duiven zijn ingezet. De meesten van hen was een kort bestaan beschoren…
Het eerbetoon
Einde jaren twintig van vorige eeuw opperden enkele Belgische duivenliefhebbers het idee om fondsen in te zamelen voor een herinneringsmonument ter ere van deze gevederde dieren. Het project kreeg vrijwel onmiddellijk de goedkeuring van de stad Brussel. Het standbeeld is het werk van de beeldhouwer Victor Voets (1882-1950) die het sculpteerde naar de plannen van architect Georges Hano. Het monument op een hardstenen sokkel stelt een duif voor met uitgestrekte vleugels, zittend op de hand van een bronzen allegorie dat het erkentelijke vaderland symboliseert.
Het herdenkingsmonument werd op 8 maart 1931 door de toenmalige kroonprins en latere koning Leopold III (1901-1983) onder ruime publieke belangstelling plechtig onthuld. Op het voetstuk zijn volgende opschriften te lezen: “1914-1918”, daaronder “Aan de Oorlogsduif“ en
“Aan de Belgische duivenliefhebbers voor het vaderland gesneuveld.”
Brussel is daarmee ongetwijfeld één van de weinige steden ter wereld die als eerbetoon aan deze gevleugelde boodschappers en hun verzorgers een monument heeft opgericht. Ieder jaar, op 11 november, worden bij het standbeeld nog steeds bloemen gelegd om de oorlogsduiven te eren.
Dierenlef en dierenleed in de oorlog
Boek: Hellehonden en ander dierenleed 1914 – 1945