Prikkeldraad, ijzersterke grens tussen goed en kwaad

4 minuten leestijd
Prikkeldraad (CC0 - Pixabay - Bru-nO)
Prikkeldraad (CC0 - Pixabay - Bru-nO)

In 1874 vond de Amerikaanse grootgrondbezitter en sheriff Joseph F. Glidden (1813-1906) het prikkeldraad uit. Zijn uitvinding sloeg snel aan bij een groot publiek. Prikkeldraad was ijzersterk en kon je op allerlei manieren gebruiken.

Joseph Glidden, uitvinder van het prikkeldraad
Joseph Glidden, uitvinder van het prikkeldraad
Het wonderdraad begrensde het Amerikaanse privébezit, hield veestapels op de gewenste plek en maakte zo een einde aan het Wilde Westen. Cowboys zoals Lucky Luke zouden sindsdien alleen nog een rol spelen in (strip)boeken en Hollywoodfilms.

In de twintigste eeuw kwam prikkeldraad symbool te staan voor ‘het kwaad’, of voor het tegenhouden daarvan. Met Gliddens ijzeren begrenzing kon je eenvoudig criminelen, vijanden en migranten in- of buitensluiten. Voorbeelden zijn niet moeilijk te vinden: de talloze Amerikaanse gevangenissen, de loopgraven van 1914-1918, naziconcentratiekampen, het IJzeren Gordijn of de zwaarbewaakte hekwerkwijken van Johannesburg. Maar Gliddens ijzerdraad kon nog meer, zo ontdekten de Duitsers. Je kon er ook medemensen mee doden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd dat pijnlijk duidelijk met de beruchte ‘Dodendraden’.

Overprikkeld

Het prikkeldraad van Glidden was een sterk staaltje vakmanschap en verkocht meteen goed. Dat gold niet voor eerdere oervormen, zoals dat van de Fransman Léonce Eugène Grassin-Baledans, die in 1860 een octrooi verdiende met zijn ijzeren nieuwtje. Zijn ijzeren draad diende om bomen te beschermen tegen klimmende kinderen en schurende dieren. Dat was best handig, maar alleen op kleine schaal. Het was geen vondst waar de boeren massaal warm van werden. Ook eerder prikkeldraad van Lucien B. Smith, die in 1867 een patent aanvroeg, sloeg nog niet aan.

Patenttekening van Joseph Glidden voor het prikkeldraad
Patenttekening van Joseph Glidden voor het prikkeldraad
Wil een uitvinding het goed doen, dan moeten de omstandigheden gunstig zijn. De uitvinder moet een beetje geluk en een ijzeren wil hebben, de vinding moet in productie genomen worden en er zijn nieuwe machines nodig. Ook moet er kapitaal zijn om in het nieuwe product te investeren. In het Amerikaanse plaatsje DeKalb (Illinois) waren dit soort omstandigheden rond 1874 gunstig. De welgestelde agrariër Joseph Glidden had daar een groot stuk landbouwgrond van 243 hectare gekocht. Hij wilde goed gaan boeren, maar de start was slecht. Binnen no time bleek dat zijn vrouw overprikkeld raakte van de koeien die in de tuin liepen te grazen en alles aanvraten. Kon Joseph daar misschien een oplossing voor verzinnen? Geen probleem: Joseph kocht een paar rollen ijzerdraad, pakte een setje
haarspelden van zijn vrouw en draaide die in elkaar tot een sterke, puntige ijzerdraad. Hiermee scheidde Joseph de grasweide van zijn vrouw van de graasweide van zijn koeien.

‘Het internet van de negentiende eeuw’

De vraag naar Gliddens ijzeren draad, barbed wire, was meteen enorm. In de regio schoten in de jaren erop tientallen prikkeldraadfabriekjes uit de grond die, zonder het eigendomsrecht van prikkeldraad te hebben (sinds 24 november 1874 bezat Glidden het octrooi), illegaal prikkeldraad gingen produceren. Al snel werden deze onwettige fabriekjes verboden. De populariteit van het prikkeldraad was groot. Het prikkeldraad was als het ware ‘het internet van de late negentiende eeuw’. Iedereen wilde het hebben en wel nu. De vraag was zo groot, dat het weekblad The Prairy Farmer in 1884 een special wijdde aan het fenomeen dat ‘in de geschiedenis van de industrie zijn gelijke niet kent’.

Ruim vijftig bedrijven waren continu bezig om prikkeldraad te maken. De verkoopcijfers waren astronomisch, zo meldde The Prairy Farmer. In 1882 bedroeg de verkoop 82 miljoen kilo ijzerdraad, achttienduizend keer zoveel als in het beginjaar 1874. De grootste uitbaters, naast Glidden zijn plaatsgenoten Isaac Ellwood (1833-1910) en Jacob Haish (1826-1926), werden razendsnel multimiljonair.

In een pamflet beschreef Ellwood onder meer de volgende voordelen van de uitvinding:

“Het neemt nauwelijks ruimte in
Het hoeft niet elk jaar gesnoeid te worden
Vuur kan het niet vernietigen
De wind heeft er weinig of geen effect op
Het is sterker dan welke omheining ook
Het is goedkoper dan welk ander draad ook
Het wordt erkend als de standaardomheining voor de hele wereld

Prikkeldraad op de prairie

Lucky Luke, Prikkeldraad in de prairie.
Lucky Luke, Prikkeldraad in de prairie.
De uitvinding van het prikkeldraad liet diverse sporen na in de wereldgeschiedenis. Zo zorgde prikkeldraad voor de snelle, laatste fase van de Amerikaanse kolonisatie: de trek naar het westen ten koste van de oorspronkelijke indiaanse bevolking. Prikkeldraad maakte het namelijk doodeenvoudig om je eigen bezit af te bakenen en op te eisen. Daardoor kwam er snel een einde aan fenomenen als het Wilde Westen en de cowboy.

Waar boeren en veehouders elkaar ontmoetten, deden zich nog wel confrontaties voor. Rondtrekkende veehouders kwamen in conflict met boeren (‘nestors’ noemden de veehouders hen cynisch) die hun land afschermden voor derden. Maurice De Bevere (‘Morris’) en René Goscinny maakten rond dit thema een speciaal Lucky Luke-album: Prikkeldraad in de prairie. Het Westen was door het prikkeldraad niet meer het exclusieve domein van de veehouder of cowboy, maar van de landbouwer.

Dodendraden

Prikkeldraad ging ook landsgrenzen afbakenen. Letterlijk en figuurlijk het meest schokkende voorbeeld zijn de ‘Dodendraden’ uit de Eerste Wereldoorlog. Deze hoogspanningsdraden moesten smokkelhandel tegengaan en voorkomen dat eigen militairen deserteerden naar neutrale buurlanden. Dodendraden maakten van 1915 tot 1918 in het grensgebied van Nederland, Duitsland en België slachtoffers, veelal smokkelaars maar een enkele keer ook onoplettende burgers of gemobiliseerde militairen. De schattingen van het aantal mensen dat sneuvelde bij een ‘Dodendraad’ variëren van enkele honderden tot enkele duizenden. De Dodendraad was een Duitse uitvinding. Een hoge Duitse militair genaamd Schütte concludeerde dat de stroomdraden in de Elzas enkele Duitse dorpen prima afschermden van het nabijgelegen neutrale Zwitserland. Dit technische hoogstandje wilde hij daarom ook benutten langs de grens met Nederland. De voorbereidingen begonnen in het voorjaar van 1915. De grootste kopzorg van de Duitsers was de toevoer van elektriciteit. Het draad was zo geplaatst.

Prikkeldraad
Prikkeldraad (CC BY-SA 3.0 – wiki)
Het gebruik van prikkeldraad in oorlogs- en crisissituaties nam in de twintigste eeuw een hoge vlucht. Te denken valt aan de Duitse concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog, het IJzeren Gordijn in de periode van de Koude Oorlog en het gebruik van ijzerdraad in de huidige tijd om ongewenste gasten buiten de deur te houden, onder meer in het Midden-Oosten en Zuid-Afrika.

Lees ook: Prikkeldraad: een frisse blik op een vertrouwd fenomeen
Boek: Prikkeldraad. Een geschiedenis van goed en kwaad

Bronnen â–¼

Dick Wittenberg, Prikkeldraad. Een geschiedenis van goed en kwaad (Amsterdam: Atlas Contact, 2015) citaten op 63, 73, 111-113.
0
Reageren?x
×