In Groningen zijn onlangs restanten blootgelegd van de zeventiende-eeuwse Helperlinie.
De vondst werd gedaan tijdens graafwerkzaamheden voor een nieuwe parkeergarage aan de Kempkensberg. Er werden grote brokken van een zeventiende-eeuws metselwerk aangetroffen. Onderzoek wees uit dat het om resten van een groot verdedigingswerk ging. Deze zogenaamde Helperlinie bestond vroeger uit grachten, natte en droge sloten en gemetselde muren, dwars over de Hondsrug. De gemeente Groningen:
“Dit verdedigingswerk dateert uit de zeventiende eeuw, en werd aangelegd na de confrontatie van de stad met de bisschop van Münster, beter bekend als ‘Bommen Berend’. Dit beleg heeft de Stad toentertijd doorstaan, maar men maakte zich toch zorgen om verdedigbaarheid van de Stad en nam daarom vergaande maatregelen.”
De Groningers besloten eerst de Kemkensberg af te graven. Volgens de toenmalige bewoners van de stad was dit namelijk een ‘gevaarlijke’ hoogte op de Hondsrug waar vooral de vijand zijn voordeel mee kon doen. In 1698 werd vervolgens begonnen met de aanleg van het nieuwe verdedigingswerk. De Helperlinie werd ontworpen door Menno van Coehoorn, toen de ingenieur-generaal van de fortificatiewerken der Nederlanden. De gemeente Groningen:
“Met de Helperlinie introduceerde hij ook een nieuw soort vestingstelsel: het Nieuw Nederlands Stelsel, met brede natte grachten, en met een ‘lage of natte horizont’ voorzien van rechthoekige redoutes en puntige, uitstekende lunetten.”
De twee kilometer lange Helperlinie verloor haar functie in 1874. De gronden werden hierna voor een groot deel door het Rijk verkocht.