Fransman overleefde de oorlog in onderduik. Als peuter werd hij meegegeven aan het jongste dienstmeisje van de familie. Uiteindelijk werd de kleine Joodse jongen op meer dan tien adressen ondergebracht. Hij maakt op een boerderij in Voorthuizen de bevrijding mee, een heel eind verwijderd van zijn ouderlijk huis in Den Haag. Zijn ouders waren toen al vermoord in Sobibor. Rob Fransman zal de laatste zondag van deze meimaand in Herinneringscentrum Kamp Westerbork vertellen over zijn eigen oorlogsgeschiedens. Ook zal hij vertellen over zijn betrokkenheid bij het proces tegen John Demjanjuk.
Deze Demjanjuk was kampbewaker in Sobibor, het Poolse vernietigingskamp waar beide ouders van Fransman via kamp Westerbork in april 1943 terecht kwamen.
Fransman beschouwde het als een plicht tegenover zijn in Sobibor omgebrachte ouders om medeaanklager te worden in de zaak Demjanjuk. Van het proces deed hij verslag bij de Wereldomroep en hij schreef er een boek over. Dit boek, Het Demjanjuk-proces, signeert hij na afloop van de lezing.
Vorig jaar reisde Fransman met zijn kleindochter Noa naar Sobibor om een gedenksteen voor zijn ouders te plaatsen. Een reportage van die reis (als dvd opgenomen in het boek) wordt zondag 27 mei ook doorlopend in het Herinneringscentrum vertoond.
De lezing van Rob Fransman in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork begint zondag 27 mei om 14.00 uur. Na afloop is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Toegang tot de lezing is bij de prijs van het museum inbegrepen.
Boek: Het Demjanjuk-proces – Reportages van een Nebenkläger
